Deze onderkelderde dorpswoning met voortuin, kadastraal geregistreerd in 1933, vormt een mooi bewaard voorbeeld van een woning met cimornébekleding, een manier van bepleisteren die vooral aangewend werd in de tweede helft van de jaren 1920 en de jaren 1930. Het betreft een enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De begane grond wordt gemarkeerd door een driezijdige erker links. De korfbogige muuropeningen worden geaccentueerd door het karakteristieke hanenkammotief dat vaak voorkomt bij de cimornébepleisteringen. Van het oorspronkelijke schrijnwerk bleef enkel de deur bewaard; de rechts aansluitende garage vertoont hetzelfde uitzicht.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De woning werd in de loop van 2016 volledig gerenoveerd; de garage werd verhoogd met een tweede bouwlaag en de cimornébekleding werd vervangen door een nieuwe bepleistering.