is aangeduid als vastgestelde archeologische zone Historische stadskern van Eeklo
Deze vaststelling is geldig sinds
Het centrum van Eeklo, gelegen rond de historische Sint-Vincentiuskerk, is gelegen op een 9 à 10 m hoge top van een hoger gelegen, matig droge tot zeer droge zandrug, omgeven door een vrij nat landschap, op de grens tussen de waterbekkens van de Schelde in het oosten en de Brugse Polders in het westen. In die natte zandgebieden stromen onder meer de Lieve in het westen, de Bruggravenstroom in het zuiden en de Isabellabeek in het noordoosten. De zone bevindt zich op het gewestplan volledig binnen bebouwde kom, dat naast woongebied ook enkele zones bevat met gebieden voor ambachtelijke bedrijven en gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
De archeologische zone van Eeklo stad omvat de historische stadskern van Eeklo, zoals die op basis van de historische kaarten van Pourbus en Ferraris (1771-1778) en het gereduceerd kadaster van 1851 kan herkend worden. Omdat Eeklo nooit stadsmuren heeft gehad, zijn andere afbakeningsgrenzen gezocht, zoals een weg of een perceelsgrens. In het noorden en noordoosten is de archeologische zone afgebakend door de oude spoorlijn, nu de museumlijn, in het zuidoosten, aan de overzijde van de Stationstraat door de Visstraat en de Zuidmoerstraat, in het zuiden door enkele percelen tot aan de Dullaaert, die samen met de Leikensweg en de Kloosterdreef het domein van het Onze-Lieve-Vrouw-Ten Doornklooster aflijnt, om dan in de rest van het zuiden en het zuidwesten vooral via perceelsgrenzen rond de Moeie aansluiting te vinden in de noordwestelijke zone, waar enkele percelen van de windmolens afgezoomd zijn en aansluiten in het noorden bij de Lijsterbesstraat, de Berkstraat, de Eikelstraat en zo via de Opeisingsstraat opnieuw aan te sluiten bij de spoorlijn.
De langgerekte zandrug midden een laaggelegen, nat gebied was een uitstekende plaats voor de lokalisatie van Eeklo bij de economische ontwikkeling van het gebied, waarbij de religieuze instellingen zoals de Gentse Sint-Pieters- en Sint-Baafsabdijen en het Sint-Janshospitaal van Brugge een belangrijke rol speelden. Hiervan getuigen enkele laatmiddeleeuwse pachthoeven die in de 13de eeuw opgericht werden, zoals het Sint-Jansgoed en het Goed ter Moere, net ten noordwesten van de stadskern (De Potter & Broeckaert 1973; Lampaert 1967-1973; Ryserhove 1971).
Over de vroegste ontwikkeling van Eeklo en de stichting van de kerk is niets geweten. In 1240 ontvangt Eeklo stadsrechten van Johanna van Constantinopel, terwijl de oudste vermelding van de Sint-Vincentiusparochie pas uit 1331 dateert (Ryserhove 1971; Tondat 1992; Van De Bouchaute 1982). De in 1878 gesloopte kerk kende echter zeker al een 13de-eeuwse voorganger, wat onder meer blijkt uit de laat-19de-eeuwse foto’s van de afgebroken, vroeg-gotische westtoren. Toen aangetroffen muurresten onder het portaal doen zelfs een mogelijk romaanse kerk op dezelfde plaats vermoeden (Tondat 1992).
De ligging langsheen een belangrijke handelsweg tussen Brugge en Antwerpen, en verbonden met Gent via het Leiken, gegraven rond 1450 en dat verbinding gaf met de Lieve, liet Eeklo toe zich als handelsstadje te ontwikkelen, onder meer door de belangrijke lakennijverheid. Binnen het graafschap Vlaanderen maakte Eeklo deel uit van het Brugse Vrije. De stadskeure van 1240 gaf Eeklo een eigen rechtspraak en legt het grondgebied vast. Het eerste ‘stedehuus’ werd kort daarna opgericht op de plaats van het huidige stadhuis van rond 1650. Rond 1450 stichtten de grauwzusters van Sint-Omer het Onze-Lieve-Vrouweklooster Ten Doorn, dat met zijn ommuring afgebeeld staat op de kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus uit 1562. Kort daarna wordt het onder het Calvinistisch bewind in 1678 verwoest. Tijdens deze godsdiensttroebelen kwam Eeklo in de frontlijn te liggen, wat nefaste gevolgen had voor het hele historische centrum, dat eveneens grotendeels vernield werd (De Potter & Broeckaert, 1973; Lampaert 1967-1973; Ryserhove 1971, De Schrijver 1993; Tondat 1993; Pille 2003; Van Hoecke 1995-1998). De minderbroeders uit Brugge kopen het vervallen complex van de grauwzusters en richtten er tussen 1664 en 1685 hun nieuwe klooster in (Verschuere 1949).
Er zijn geen archeologische waarnemingen binnen deze zone geregistreerd die betrekking hebben op zijn middeleeuwse geschiedenis. Er is enkel de vondst van een gepolijste bijl in silex uit het middenneolithicum tot middenbronstijd, aan de Raverschootstraat, op de rand van de afbakening.
Een deel van de zone is bebouwd; hoe groot de verstoring van de bodem is, is moeilijk in te schatten, deze zal alvast sterk variëren naargelang de plaats en de aard van de bebouwing. Uit archeologisch onderzoek in historische stadskernen blijkt echter duidelijk dat deze over het algemeen een dik, vrij goed bewaard en zeer gevarieerd bodemarchief bevatten, in dit geval het resultaat van een bewoningsgeschiedenis van meer dan 800 jaar.
De bewaring van organische materialen is moeilijk in te schatten, en hangt sterk af van zeer plaatselijke bodemomstandigheden. Er is een grotere kans op bewaring in de nattere zandbodems, en in diepere archeologische structuren zoals grachten, waterputten en beerputten.
Eeklo is één van de weinige middeleeuwse steden in Vlaanderen die nooit een eigen stadsomwalling gehad heeft. Als historisch, stedelijk centrum bevat ze echter de typische samenstelling van een oude stadskern, waarin een diep bodemarchief aanwezig is./BR De archeologische zone van Eeklo Stad is gebaseerd op de spreiding van de bewoning van het stadscentrum zoals op het primitief kadaster geregistreerd staat, inclusief de zone van het Onze-Lieve-Vrouw-ten-Doorn klooster in het zuiden en de windmolens ten westen van de kern, eveneens op de zandrug gelegen. In het centrum ligt de Markt met het Stadhuis en de Sint-Vincentiuskerk. Dat dit geheel samen de oude kern uitmaakt blijkt ook uit het stadsplan van Eeklo van Pieter Pourbus uit 1562.
Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
Gereduceerde Kadasterkaart van België, Dépôt de la Guerre, uitgegeven in 1845-1855, schaal 1:20.000.
DE POTTER F. & BROECKAERT J. 1973: Geschiedenis van de Gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Eeklo, Gent.
DE SCHRIJVER X.P. 1993: Het stadhuis van Eeklo, De Eeklose Dobbelgebakkene 2, 14-15.
DHANENS E. 1947: De voormalige parochiekerk van Eekloo, Antwerpen.
LAMPAERT L. 1967-1973: De Geschiedenis van Eeklo, Eeklo.
PILLE F. 2003: Zes eeuwen stadhuis, 1. De 15de en 16de eeuw, De Eeklose Dobbelgebakkene 12, 57-68.
RYSERHOVE A. 1971: Oud Eeklo, Appeltjes van het Meetjesland 22, 310-395.
TONDAT R. 1992: De oude kerk van de stad Eeklo, De Eeklose Dobbelgebakkene 1, 3-17.
TONDAT R. 1993: Het stadhuis van nieuw Eeklo, De Eeklose Dobbelgebakkene 2, 174-179.
TYS D., BUYLE E., VERDURMEN I. & CANTERS F. 2010: Vectorisering en karakterisering van nederzettingskernen op basis van het zgn. 'gereduceerd kadaster', Skar-Rapport 5, Brussel.
VAN DE BOUCHAUTE C. 1982: De Sint-Vincentiuskerk te Eeklo, Eeklo.
VAN HOECKE R. 1995-1998: De annalen van Ten Doorn (1-13), De Eeklose Dobbelgebakkene 4 tot 7.
VERSCHUERE A. 1949: De Minderbroeders te Eeklo, 1649-1949, Mechelen.
Bron: AZ-dossier
Auteurs: De Groote, Koen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Eeklo
Omvat
Molenstraat
Omvat
Molenstraat 109
Omvat
Molenstraat II
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Historische stadskern van Eeklo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300594 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.