is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Ensemble bungalows ontworpen door D. Craet
Deze vaststelling is geldig sinds
De Armand Bourdonlaan omvat een geheel van acht bungalows en woningen, ontworpen als een ensemble door de Gentse architect Daniël Craet in de vroege jaren 1960. Zijn echtgenote Frida Burssens stond als vormgeefster in voor kleurenschema’s voor de afwerking van het exterieur en interieurontwerpen. De panden werden gebouwd in opdracht van acht verschillende eigenaars volgens bouwaanvragen van 1961 (nummers 6, 7 en 8), 1962 (nummers 3, 5 en 10), 1965 (nummer 2) en 1966 (nummer 4). Latere bouwaanvragen van 1973 en 1975 verwijzen respectievelijk naar de regularisatie en de afwerking van nummer 2 en de uitbreiding van nummer 10. De homogeniteit van het ensemble is anno 2015 bewaard, met uitzondering van het verbouwde nummer 2. De polychrome afwerking van de architectuur is grotendeels verloren gegaan.
Architect Craet is een interessante figuur binnen de naoorlogse architectuurscène in Gent. Hij zocht naar alternatieven voor de traditionele verkaveling, wat resulteerde in een uitgezuiverde, zakelijke vormentaal. Tot zijn voornaamste realisaties behoren zijn eigen woning in de Verschansingsstraat te Mariakerke, de daarnaast gelegen woning voor zijn schoonvader en de naburige verkaveling in de Korte Rijakkerstraat waar hij samenwerkte met architect Olivier Nowé. Ook de verkaveling aan de Armand Bourdonlaan in Sint-Denijs-Westrem is een voorname illustratie van zijn architecturale uitgangspunten. Hoewel de woningen over een ruime tijdsperiode en voor meerdere eigenaars werden gebouwd, kaderen ze toch binnen een algemeen ontwerpplan en totaalvisie voor de straat. Volgens een mondelinge bron had architect Craet reeds bij aanvang plannen gemaakt voor het volledige ensemble, met inbegrip van de nooit gerealiseerde woning 'nummer 1', ten noordoosten van nummer 3. Tot vandaag blijft dit een onbebouwd hoekperceel.
De woningen zijn sterk functioneel opgevat, waarbij zowel de planindeling als het exterieur inspelen op de karakteristieken van het terrein, het architecturale programma en de oriëntatie. De relatie tussen interieur en exterieur zorgt voor een eerlijke vertaling van de planindeling naar buiten, evenals voor een streven naar een geleidelijke overgang tussen private en publieke ruimte, waarbij privacy gegarandeerd wordt, maar de bewoners toch een goed zicht bewaren op hun tuin en op de straat. Een logisch gebruik van lokale materialen is eveneens kenmerkend. De architectuur werd oorspronkelijk verlevendigd met een kleurenschema, dat Frida Burssens had ontworpen volgens een Mondriaans palet van primaire kleuren.
De kleinschalige woningen aan de pare zijde (nummers 4-10) zijn opgevat als aaneengeschakelde, eenlaagse woningen met garage onder heel licht hellende daken. Daar tegenover ontwierp Craet meerlaagse panden onder hellende daken met halfondergrondse garages en een dynamische planindeling met verschillende niveaus, meer bepaald een tweegezinswoning (nummers 3-5) en vrijstaande woning (nummer 7). De dakvolumes worden gemarkeerd door uitgewerkte schouwen en worden volgens de bouwplannen afgewerkt met roofing en leisteenslag. De dragende gemetselde muren, uitgevoerd in lokale baksteen, zijn homogeen wit geschilderd, zoals bepaald door de architect in functie van de homogeniteit van het geheel. Plinten, houten daklijsten en het overwegend metalen schijnwerk van ramen en deuren vormen contrasterende, donker geschilderde accenten, maar werden bij sommige woningen reeds aangepast. De voorgevels van nummers 4, 6 en 8 worden gemarkeerd door een groot, uitkragend venster ter hoogte van de living. De dorpels van de vensters zijn uitgevoerd in metaal, terwijl deze van deuren en garages uitgevoerd zijn in blauwe hardsteen.
De relatie tussen binnen en buiten wordt benadrukt door het voorzien van terrassen bij alle woningen en balkons bij de meerlaagse woningen. Aan de straatzijde van de pare huizenrij is er geen afsluiting tussen de erven. De perceelsgrenzen en de straatzijde aan de onpare zijde worden afgesloten met hagen.
Het grondplan van de lage bebouwing was volgens de bouwplannen relatief eenvoudig en identiek. Nummers 4-8 omvatten volgens de plannen een woonkamer aan de straatzijde met een open keuken en een toegang tot het terras en de tuin. De gang leidt via een sanitair blok met toilet en badkamer tot drie slaapkamers aan de achterzijde. De hal wordt telkens geflankeerd door de garage. Nummer 10 kent een andere schikking van de diverse ruimtes, waarbij de woonkamer met bureel volledig aan de tuinzijde is gelegen, voorzien van een open keuken aan de straatzijde. De slaapkamers en de badkamer zijn enkel te bereiken vanuit de living. Het oorspronkelijk garagevolume werd volgens een bouwaanvraag van 1975 verbouwd en uitgebreid met twee slaapkamers en badkamer, evenals met een speelkamer in de kelder.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Denijs-Westrem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble bungalows ontworpen door D. Craet [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300602 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.