Eenvoudig uitgewerkt, doch karakteristiek burgerhuis uit het begin van de 20ste eeuw, voorafgegaan door een voortuin met gekasseide oprit die aan de straat is afgezet door een ijzeren hek tussen gecementeerde pijlers op een dito basis. De licht boven het straatniveau ingeplante villa, oorspronkelijk met rechthoekige plattegrond, werd kadastraal ingetekend in 1902; de linkse uitbreiding in 1913.

De bepleisterde en beschilderde constructie op natuurstenen onderbouw telt drie traveeën en twee bouwlagen onder een tentdak van kunstleien en vertoont aan de straat een lijstgevel met dubbelhuisopstand, met op de begane grond rechthoekige muuropeningen in een vlakke omlijsting en op de verdieping rondboogvensters met ijzeren hekjes. Met uitzondering van de nieuwe luiken bleef het schrijnwerk bewaard. Het uitzicht van de latere linkse uitbreiding sluit aan bij het hoofdgebouw; het schrijnwerk werd hier vernieuwd.