De villa met cottage reminiscenties, eigen aan de lokale serristenwoningen van de tweede generatie, werd kadastraal ingetekend in 1930 en opgetrokken in opdracht van werkman Camille Van der Linden Roeykens. De gelijktijdig gebouwde en ook de later toegevoegde, achterliggende serres zijn intussen verdwenen.
De baksteenbouw op quasi vierkante plattegrond telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een complex dak met zwart geglazuurde pannen en een getrapt dakvenster in de linkse zijgevel. Rechts aansluitend ligt een lagere bijhorende garage. De helrood beschilderde gevels op gecementeerde plint worden verlevendigd door witgeschilderde muurbanden en rollagen. De voorgevel wordt gemarkeerd door een afgeknot puntgevelrisaliet rechts, voorzien van een driezijdige erker met balkon met uitgewerkte houten leuning. De terugwijkende inkomtravee links heeft een karakteristieke luifel met sierlijk en geometrisch uitgewerkt houtwerk. De muuropeningen zijn overwegend steekbogig met uitzondering van een hoefijzervormig venster in de puntgevel. Het schrijnwerk werd vernieuwd.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Tervuren, afdeling III (Vossem), 1930/12, 1937/27.