erfgoedobject

Woning Vandenberghe-Brys

bouwkundig element
ID
300661
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300661

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Woning Vandenberghe-Brys werd in 1977-1978 opgetrokken en betekende voor de ontwerpers Ferdinand Schlich en Paul Lievevrouw één van hun eerste officiële opdrachten.

Historiek en bespreking

In 1977 contacteerde het echtpaar Vandenberghe-Brys de pas afgestudeerde architecten Paul Lievevrouw en Ferdinand Schlich om voor hen een huis te ontwerpen. De plannen werden opgemaakt in de zomer van 1977 en nog datzelfde jaar goedgekeurd door de gemeente.

Dit ontwerp was voor beide architecten hun eerste officiële opdracht. Schlich had weliswaar tijdens zijn opleiding (van 1972 tot 1975) al een woning ontworpen (voor zijn lesgever Dirk Van de Perre, Hoogstraat 23 in Ninove) die enkele gelijkenissen vertoont met de Woning Vandenberghe-Brys zoals een kubusvormig basisvolume, een open ruimtewerking met splitlevel, en de organisatie van de bovenverdieping met rechts vooraan de vide van de zitruimte en daarrond in L-vorm de slaapkamers. Schlich werd in deze beginperiode nog sterk beïnvloed door het Nederlandse structuralisme met architecten als Jaap Bakema en Jo van den Broek, Piet Blom, Herman Hertzberger en Aldo Van Eyck. Wat hem aantrok in deze architectuur was het grote gevoel van vrijheid en de aandacht die besteed werd aan het maatschappelijke belang van architectuur en de nood aan een menselijke maat, wat zich vaak vertaalde in kleinschaligheid. Tegelijkertijd ontwikkelde hij onder invloed van Juliaan Lampens, bij wie hij in 1976-1977 stage volgde, een voorliefde voor monumentaliteit en eenvoud. Van de Gentse architect Pierre Huyghebaert, voor wie hij toen ook werkte, leerde hij naar eigen zeggen het belang van het architectonische detail. Ook Paul Lievevrouw deed in deze periode zijn stage bij Pierre Huyghebaert.

De woning Vandenberghe-Brys vertoont op het eerste zicht inderdaad invloeden van contemporaine architectuurstromingen zoals het structuralisme en het brutalisme; dit laatste onder andere door het gebruik van zichtbare betonsteen. Afwijkend is de meer organische voorbouw met imposante schoorsteen en horizontaliserend metselwerk (bredere, verdiepte lintvoegen). Die voorbouw lijkt een postmoderne referentie naar de architectuur van Frank Lloyd Wright, wat een weerkerend thema zou worden in het oeuvre van Schlich. Ook heel wat andere kenmerken van Schlichs architectuur zijn volgens hemzelf trouwens terug te brengen op Wright: in de eerste plaats de nood aan een gevarieerde ruimtewerking met ruimtes van verschillende grootte en hoogte. Ook bij de Woning Vandenberghe-Brys verspringen plafond- en vloerniveau regelmatig. Andere, meer ‘oppervlakkige’ gelijkenissen met Wrights architectuur zijn de horizontale vensterpartijen onder het dak (met name in de achtergevel) en het houten schrijnwerk, in het bijzonder de met hout beklede afwerking van het hoofdvolume bovenaan. Volgens de plannen bestond dit trouwens uit een horizontale beplanking, zoals Wright regelmatig toepaste. En zelfs het metselwerk van het hoofdvolume in betonsteen roept associaties op met Wrights Mayaans geïnspireerde architectuur uit de jaren 1923-1924 zoals Ennis House en Millard House. Door te werken met dergelijke goedkoop, onesthetisch bouwmateriaal trachtte Wright zijn architectuurvisie te vernieuwen. Schlich zou die werkwijze midden jaren tachtig ook expliciet toepassen bij zijn eigen woning in Mariakerke die een parement van cellenbeton kreeg.

Beschrijving

Vrijstaande woning op een vierkant grondplan met een onregelmatige noordelijke uitbouw aan de straatzijde. Het hoofdvolume is kubusvormig en telt twee bouwlagen onder een plat dak. De voorbouw bestaat op de begane grond uit een verspringend volume dat twee garages huisvest en een achterliggende inkomhal, en op de eerste verdieping uit een contrasterende, onregelmatige, schuine uitbouw met op de hoek een hoge, vierkante schoorsteen die aanvangt op de begane grond.

De voorgevel van het hoofdvolume springt terug ten aanzien van het dak en de zijgevels. De noordwestelijke zijgevel wordt aan de straatkant op ongeveer één meter hoogte doorgetrokken en omsluit zo een rechthoekige plantenbak. De zijgevels en de achtergevel van het hoofdvolume hebben een parement van betonsteen (bovenaan afgewerkt met houten beplanking), terwijl de voorbouw en een groot deel van de voorgevel bestaan uit metselwerk van bruine baksteen (koperklinker volgens de bouwplannen). Ook de brievenbus aan de straatzijde is op die manier uitgewerkt. Het schrijnwerk bestaat uit donker geschilderd hout (meranti volgens de bouwplannen) en bleef bewaard, met uitzondering van de twee garagepoorten. 

Qua planindeling bevat het vierkante hoofdvolume centraal een open hal met links daarvan de keuken, daarachter de eethoek, rechts achteraan de living en rechts van de hal een zithoek die een viertal treden hoger ligt. Deze verschillende zones op de begane grond zijn open maar worden van elkaar afgescheiden door muren van verschillende hoogte. De blikvanger in deze ruimte is de sculpturale, driedelige trap in baksteen, beton en hout waarin ook een open haard is verwerkt. De zithoek fungeert als bordes van deze trap en het bovenste deel van de trap zweeft boven de inkomhal. Boven bevinden zich drie slaapkamers aan de achterzijde en één aan de voorzijde, geschikt rond de vide van de zithoek. Die slaapkamers zijn door bandramen juist onder het plafond visueel verbonden met de rest van de woning en door het gebruik van dunne wanden tussen deze slaapkamers blijft de planindeling op dit niveau flexibel. De badkamer is ondergebracht in de schuine uitbouw vooraan.

In het interieur werd het brutalistische materiaalgebruik later verzacht door een witte beschildering van de betonstenen wanden en van de betonnen plafonds, en door een aangepaste kleurstelling naar ontwerp van professor Firmin Mees. Maar ook dit interieur bevatte van in het begin enkele speelse accenten die eerder postmodern aandoen, in de eerste plaats de trap met haardhoek.   

  • Privéarchief Vandenberghe-Brys, bouwplannen woning.
  • Mondelinge informatie verkregen van de eigenaar (7 juli 2017).
  • Mondelinge informatie verkregen van Dirk Van de Perre (9 mei 2018).
  • Informatie verkregen van Paul Lievevrouw (11 juli 2019).

Auteurs: Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Vandenberghe-Brys [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300661 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.