Appartementsgebouw in art-decostijl opgetrokken in opdracht van mevrouw Van den Berghe en kinderen, naar een ontwerp door de architect Edward Van Not uit 1936. Het najaar 1937 voltooide vastgoedproject, omvat twaalf flats van een eenvormig type, en een conciërgewoning.

De "Résidence Scaldis" behoort tot het latere oeuvre van Edward Van Not, die vanaf de jaren 1920 zijn privépraktijk combineerde met de functie van gemeentearchitect van Deurne. Waar hij vóór de Eerste Wereldoorlog in zijn talrijke woningontwerpen de neostijlen afwisselde met de art nouveau, paste hij tijdens de jaren 1920 simultaan de beaux-arts-, de cottage- en de art-decostijl toe, om vervolgens te evolueren naar een gematigd modernisme. Tot zijn belangrijkste verwezenlijkingen inzake burgerappartementen behoort een groep art-decoflats uit de vroege jaren 1920 in het bouwblok Van Den Nestlei en Plantin en Moretuslei, waaronder de "Résidence Plantin" en het appartementsgebouw Van der Avoort. Zij behoren in Antwerpen tot de eerste generatie hoogbouwflats van hoge standing, opgetrokken na de Eerste Wereldoorlog.

Het gebouw met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat een souterrain en zes bouwlagen onder een plat dak. Waar voor de constructie een skeletstructuur uit gewapend beton is toegepast, onderscheidt het gevelfront zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de hoge plint, het portaal en de lekdrempels. Axiaal-symmetrisch van opzet, wordt de opstand bepaald door de over vier bouwlagen overstekende bovenverdiepingen met doorlopende raampartijen, in de middenas geaccentueerd door een gestroomlijnde art-decopilaster met een typisch geleed profiel en een getrapt topstuk. Daarbij is de bovenste verdieping uitgewerkt als terugwijkende attiek met terras. Het brede middenportaal op de begane grond heeft als omlijsting een entablement met opschrift Résidence "Scaldis"; de smeedijzeren vleugeldeur met strak patroon van het portaal is volgens het merkplaatje vervaardigd door het atelier V. Vingerhoet uit Antwerpen. Opmerkelijk is het belplaatje met opschrift: "concierge bellen-sonner tusschen-entre 7-21". Slechts enkele raampartijen zijn nog uitgerust met het oorspronkelijke stalen vensterschrijnwerk; de smeedijzeren keldertralies zijn bewaard.

In de kern ontsloten door de gemeenschappelijke traphal met lift en een lichthof, groepeert de plattegrond twee appartementen in spiegelbeeld per verdieping. Zij omvatten een suite van salon en eetkamer aan de straatzijde, de hal, de keuken met terras, wc, de meiden- en gastenkamer in de middenzone palend aan het lichthof, en – verbonden door een lange gang – twee slaapkamers met badkamer en een terras in de achterbouw. De gelijkvloerse flats boeten aan ruimte in vanwege de inkomhal. Conciërgewoning, stookplaats, en individuele kelders bevinden zich in het souterrain. Inkomhal met lambrisering en vloer uit rood en grijs marmer.