Herenhuis in neoclassicistische stijl, als één geheel opgetrokken met het aanpalende burgerhuis, naar een ontwerp door de architect Frans De Meyer uit 1872. Opdrachtgever was de militair D. Bouchez, kapitein van de artillerie.

Het hotel Bouchez behoort tot de vroegst gekende realisaties van Frans De Meyer, van wie bouwdossiers voor een 25-tal nieuwbouwprojecten werden teruggevonden, met betrekking tot heren- en burgerhuizen gebouwd tussen 1872 en 1887. Aan de overzijde van de Edelinckstraat ontwierp de architect in 1873 een gelijkaardig project bestaande uit een heren- en burgerhuis voor de weduwe Vermeulen, en op nummers 10 tot 14 een symmetrisch geheel van drie neoclassicistische burgerhuizen voor de heer Vitalis (verbouwd). Waar De Meyer aanvankelijk een conventionele neoclassicistische stijl toepaste, waarvan de hotels Bouchez en Vermeulen representatieve voorbeelden zijn, bediende hij zich vanaf de jaren 1880 sporadisch ook van de neo-Vlaamserenaissance-stijl.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning een souterrain, drie bouwlagen en een mezzanine onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde hardstenen plint. Geleed door de puilijst en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door de rondboogpoort met cartouchesleutel waarop de initialen DB van de bouwheer, en balkons van afnemende grootte met consoles en balustrade. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, met doorgetrokken balustraden op de eerste, lekdrempels en onderdorpels op de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, mezzanine, en houten kroonlijst met tandlijst op uitgelengde consoles, vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de koetspoort en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en de gietijzeren voetschraper.

Het aanpalende pand (nummer 19) met een uniform behandelde opstand van drie traveeën, werd op het stucdecor na gedecapeerd en verhoogd met een mansarde.