Villa in postmodernistische stijl, volgens een goedgekeurde bouwaanvraag uit 1983 gebouwd naar ontwerp van architect Luk De Vriendt voor rekening van de heer en mevrouw Plovier–De Ruyter. Het pand werd opgenomen in de gids bij de publicatie ‘Architectuur als buur, panorama van Gent en omstreken 1968-88’.

De villa van twee bouwlagen met parement uit betonsteen onder flauw hellende zadeldaken gedekt met donkergrijze asbestcementplaten is centraal ingeplant op het bouwterrein, dat aan straatzijde noordgericht is. Het schrijnwerk is uitgevoerd in hout.

Het grondplan, dat axiaal symmetrisch is over de noordoost- zuidwest-as, kan nog het best omschreven worden als een scharniervorm. Het scharnierpunt wordt gevormd door de inkompartij op halfcirkelvormig grondplan in de noordoosthoek. Op deze inkompartij sluit ten zuiden een eerste, meer achterin geplaatst volume op rechthoekig grondplan aan, met de as loodrecht op de straat. Een tweede, bijna identiek volume ten westen van de inkom ligt parallel met de straat.

De noordgerichte voorgevel en de zichtbare oostelijke zijgevel worden slechts spaarzaam doorbroken door kleine, rechthoekige vensters. Het meest markante element is de inkompartij. Het zadeldak heeft er een brede, overkragende overstek, gedragen door een slanke, geel geschilderde hoekpijler. In de overdekte buitenruimte die zo ontstaat, is een halve cilinder uit glasbouwstenen geplaatst, die de centrale voordeur omvat.

De woning is op het zuiden, aan tuinzijde, veel meer opengewerkt, waarbij de onderverdeling van de ramen in rechthoeken en vierkanten voor een speels accent zorgt. Een markant element aan tuinzijde is eveneens de uitbouw op vijfhoekig grondplan in de oksel tussen de beide volumes, die voorzien is van een geknikt, afhellend dak.

Zoals gezegd is het grondplan axiaal symmetrisch opgevat. In het verlengde van de inkom op het scharnierpunt bevindt zich de keuken. De benedenverdieping van het volume ten zuiden van de inkom wordt ingenomen door de bijkeuken en de ouderslaapkamer met dressing en badkamer. Op de verdieping bevinden zich twee kinderkamers en een badkamer. De benedenverdieping van het westelijke volume wordt ingenomen door de living, met een kleine vide in de zuidwesthoek. Op de verdieping bevinden zich hier het bureau en een berging. De huidige toestand van het interieur kon niet worden nagegaan.

Het zoeken naar symmetrie, het materiaal- en kleurgebruik en het aanwenden van speelse elementen in de architectuur maken de woning tot een goed voorbeeld van postmodernisme.