is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Wilderhof
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Landhuis Wilderhof van 1906
Deze vaststelling is geldig sinds
Eclectische landhuis uit 1906 omgeven door park in landschappelijke stijl, oorspronkelijk circa 10 hectare, die het historische domein van het Wilderhof omvat en (tot voor kort) beboste percelen aan de overzijde van de Mollendaalbeek.
Het Wilderhof, gelegen naast de Mollendaalbeek in het gehucht Ruisbroek, niet ver van het Berkenhof en het Hof ter Eiken, behoort tot de oudste pachthoven van Bierbeek. Het was van 1483 tot 1587 in het bezit van de abdij van Villers en, vanaf 1618 tot de Franse revolutie, eigendom van de abdij van 't Park. De oudste afbeelding dateert van 1596-1598. Pierre de Bersaques beeldt het Wilderhof af als een tweeledig omgracht complex met – elk op een eilandje – een semigesloten neerhof en een bakstenen slot met een toren (de middeleeuwse woontoren was al eerder gesloopt). De kaart in 1653 opgemaakt door landmeter Joris Sibil sluit hier vrijwel naadloos op aan. Opvallend op beide kaarten is het perceel boomgaard ten oosten van het Wilderhof (boven op de kaart van Sibil). Deze structuur is nog grotendeels terug te vinden op de kaart van de baronie Bierbeek van 1760 door J.B. Joris, maar aan de gebouwen is een en ander vertimmerd. Op het noordelijke eilandje, waar zich het door Villers gebouwde 'kasteel' bevond, was echter elk spoor van bebouwing verdwenen, want in 1674 werd het kasteel zwaar beschadigd door Hollandse soldaten en enkele jaren later afgebroken. Op het zuidelijke eilandje, na het dempen van de oostelijke grachtarm verbonden met het 'vasteland', stond een gesloten hoevecomplex, in plaats van de losstaande gebouwen op de kaart van Sibil.
Om de hoge oorlogsbelastingen te kunnen betalen, werd het Wilderhof in 1794 door de abdij van 't Park verkocht aan de weduwe van haar laatste huurder, Ferdinand Hendrickx, van wie een nazaat, Karel Hendrickx, rond 1830 opduikt als Primitieve kadastrale eigenaar. De slotgracht was toen helemaal verdwenen en de functie van het complex was nog uitsluitend agrarisch. In 1895 werd het goed aangekocht door Léon Colins, schepen (en later burgemeester) van Leuven, en in 1906 grondig verbouwd. Tegen de zuidgevel van de zuidelijke vleugel, het enige onderdeel van het 18de-eeuwse hof dat de 19de eeuw had overleefd, werd een eclectische villa opgetrokken. Ook de binnenhofzijde en het gedeelte van de buitenzijde dat niet door de nieuwbouw aan het oog waren onttrokken, werden sterk verbouwd. De nieuwe vormgeving verwijst naar de traditionele landelijke architectuur (onder meer de trapgevels, ook bij de dakkapelen van het hoevegedeelte, hoekkettingen) én naar het 'heerlijke' verleden van het Wilderhof (torenachtige uitbouw). Op de militaire topografisch kaart van 1908 wordt het Wilderhof dan ook als "château" omschreven.
De nieuwe tuin werd aangelegd op voormalige beemdpercelen in het zicht van het 'kasteel', ten zuiden en ten zuidwesten van het hof. In het midden van het grote perceel dat onmiddellijk aansluit bij het hof, werd een vijver gegraven met – over een versmald gedeelte – het obligate boogbrugje. Deze ruimte werd omgeven door een strook bosplantsoen, waarin tot voor kort enkele opvallende kleuraccenten voorkwamen – een groep bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), grauwe abeel (Populus canescens). In vooruitgeschoven positie stond een groepje platanen (Platanus x hispanica). Enkele percelen beemd en bouwland aan de overzijde van de Mollendaalbeek ten zuidwesten van het hof werden bebost en door een net van kronkelpaden geïntegreerd in de nieuwe tuinaanleg. De topografische kaart van 1930 geeft een beeld van het Wilderhofpark in optima forma.
In 1950 werd het Wilderhof door de erfgenamen van de weduwe Colins aan de benedictijnerorde (de Vereniging L'Encyclopédie Bénédictine) overgemmaakt, die er een retraitehuis inrichtte, maar het acht jaar later weer van de hand deed. In 1966 kwam het in handen van de paters salesianen, die er hun noviciaat installeerden. In 1975 werd het opnieuw verkocht; op de plek van de vroegere moestuin werden tennisterreinen aangelegd, die in de winterperiode onder een grote ballontent schuilgingen. Door allerei werken, vooral een aanzienlijke grondaanvuling in 1990, en ondanks de 'rangschikking als landschap' op 18 januari 1982, heeft het domein veel aan waarde ingeboet ondermeer ten gevolge van grondaanvulling en is de oudste generatie sierbomen grotendeels verdwenen.
Bron: DENEEF R., 2004: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Bierbeek, Boutersem, Glabbeek en Oud-Heverlee, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Bierbeek
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Wilderhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300739 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.