is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Hoge Mouw
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Langenberg, De Bergen en Goor Akkers
Deze bescherming is geldig sinds
Ten zuiden van de landduin ‘de Hoge Mouw’ op de heuvelrug tussen Kasterlee en Lichtaart liggen twee kleine waterplassen, de Duivelskuilen. Aan hun hoekige vorm te zien, gaat het niet om natuurlijke vennen, maar zijn ze antropogeen van oorsprong. Hun functie is onduidelijk: dienden de poelen als drinkpoel voor het vee dat voor de 19de eeuw op de Hoge Mouw werd gestouwd, om hout te wateren, voor de ontwatering van de heuvelrug of dienden ze voor nog andere doeleinden... (Burny 1999, 73)?
De oudst bekende vermelding van het toponiem ‘duivelskuil’ dateert van 1671 (ARA, Rekenkamer, nr. 45572). Hierin is sprake van slechts één duivelskuil. Ook op de primitieve kadasterplannen (1834) en in de Atlas der Buurtwegen (1841) komt slechts één duivelskuil voor, meer bepaald die ten zuiden van de huidige Goorseweg, die nu de nieuwe duivelskuil wordt genoemd. Dat wijst erop dat één van de twee duivelskuilen rond of na 1850 is ontstaan én dat de benaming van ‘oude en nieuwe duivelskuil’ is omgewisseld.
In de volksmond worden de poelen ‘duivelskuilen’ genoemd, verwijzend naar zogenaamde aloude heidense praktijken uit ‘pre-christelijke’ culturen die zich om en bij deze kuilen zouden hebben voorgedaan (Wouters 2010). In 1943 werd overigens bij het ruimen van één van de waterplassen nog vastgesteld dat ze de recente resten van een tiental varkenspoten bevatten, een gebruik dat met het afweren van de ‘kwade hand’ wordt geassocieerd (Van Gorp s.d.). Feit is dat amateur-archeologen bij de duivelskuilen in het begin van de 20ste eeuw vondsten deden, die wijzen op de aanwezigheid van prehistorische grafvelden (De Laet 1904; Stroobant 1920, 14-15). De uitoefening van ‘heidense’ offergebruiken nabij de duivelskuilen en de naamgeving van de duivelskuilen zelf, is hier mogelijk mee verbonden.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)