erfgoedobject

Duivelskuilen op de heuvelrug tussen Lichtaart en Kasterlee

landschappelijk element
ID
300742
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300742

Juridische gevolgen

  • is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Hoge Mouw
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Langenberg, De Bergen en Goor Akkers
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Ten zuiden van de landduin ‘de Hoge Mouw’ op de heuvelrug tussen Kasterlee en Lichtaart liggen twee kleine waterplassen, de Duivelskuilen. Aan hun hoekige vorm te zien, gaat het niet om natuurlijke vennen, maar zijn ze antropogeen van oorsprong. Hun functie is onduidelijk: dienden de poelen als drinkpoel voor het vee dat voor de 19de eeuw op de Hoge Mouw werd gestouwd, om hout te wateren, voor de ontwatering van de heuvelrug of dienden ze voor nog andere doeleinden... (Burny 1999, 73)?

De oudst bekende vermelding van het toponiem ‘duivelskuil’ dateert van 1671 (ARA, Rekenkamer, nr. 45572). Hierin is sprake van slechts één duivelskuil. Ook op de primitieve kadasterplannen (1834) en in de Atlas der Buurtwegen (1841) komt slechts één duivelskuil voor, meer bepaald die ten zuiden van de huidige Goorseweg, die nu de nieuwe duivelskuil wordt genoemd. Dat wijst erop dat één van de twee duivelskuilen rond of na 1850 is ontstaan én dat de benaming van ‘oude en nieuwe duivelskuil’ is omgewisseld.

In de volksmond worden de poelen ‘duivelskuilen’ genoemd, verwijzend naar zogenaamde aloude heidense praktijken uit ‘pre-christelijke’ culturen die zich om en bij deze kuilen zouden hebben voorgedaan (Wouters 2010). In 1943 werd overigens bij het ruimen van één van de waterplassen nog vastgesteld dat ze de recente resten van een tiental varkenspoten bevatten, een gebruik dat met het afweren van de ‘kwade hand’ wordt geassocieerd (Van Gorp s.d.). Feit is dat amateur-archeologen bij de duivelskuilen in het begin van de 20ste eeuw vondsten deden, die wijzen op de aanwezigheid van prehistorische grafvelden (De Laet 1904; Stroobant 1920, 14-15). De uitoefening van ‘heidense’ offergebruiken nabij de duivelskuilen en de naamgeving van de duivelskuilen zelf, is hier mogelijk mee verbonden.

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer (I 008) nr. 45572 (Cijnsboek Kasterlee 1671)
  • Ministerie van Financiën, Gewestelijk Kadaster Antwerpen, Kadasterarchief, Leggers primitief kadaster Kasterlee: Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (model 208) en model 209.
  • Atlas der Buurtwegen, opgemaakt in 1843-1845 naar aanleiding van de wet van 10 april 1841, overzichtsplannen op schaal 1:10.000, detailplannen op schaal 1:2500, raadpleegbaar via het Geoloket van de provincie Antwerpen, http://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dict/gis/digitale-kaarten.html.
  • BURNY J. 1999: Bijdrage tot de historische ecologie van de Limburgse Kempen (1910-1950). Twee honderd gesprekken samengevat, s.l.
  • VAN GORP J. s.d.:Kasterlee: geschiedenis, toerisme, folklore, legende. Historische verhalen, Kasterlee [ca 1944].
  • WOUTERS K. 2010: Pompoenpap uit Kasterlee, Turnhout.
  • STROOBANT L. 1920: Les nécropoles à incinération de Casterlé (Anvers), Antwerpen.

Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Heuvelrug tussen Lichtaart en Kasterlee


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duivelskuilen op de heuvelrug tussen Lichtaart en Kasterlee [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300742 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.