Het domein van het Kasteel van Rumbeke of het zogenaamde Kaasterkasteel ligt ten zuiden van Roeselare. Het domein bevindt zich in een dal van de Regenbeek wat de natuurlijke watertoevoer voor de vijvers en grachten waarborgt.

Het domein van Rumbeke wordt door enkele legendes verbonden met de graven van Vlaanderen die vóór de 13de eeuw de heerlijkheid van Rumbeke bezaten. De eerste graaf van Vlaanderen (Boudewijn met de Ijzeren Arm, 9de eeuw) zou daar geleefd hebben. Het centrum van de heerlijkheid werd in 1502 omschreven als een grote hofstede met bos, land en water. In de 16de eeuw werd ze omgevormd tot een landelijk herenhuis dat vrij goed bewaard is gebleven.

Het eigenlijke kasteel bestaat uit twee evenwijdige gebouwen die verbonden zijn met een klein dwarsgebouwtje; ze dateren uit de 16de eeuw. Naast enkele lagere hoektorentjes heeft het kasteel ook een hoge peervormige spits. In de muren zijn de sleuven voor de jukken van de vroegere ophaalbrug en de vroegere ingang nog duidelijk zichtbaar. De kapel bevindt zich in het kasteel en is moeilijk zichtbaar aan de buitenkant. Langs de straatkant en parallel aan de andere kant van het grasperk, liggen twee poortgebouwen met aansluitend enkele bijgebouwen. De poortgebouwen hebben een Tudorboogpoort en een korfboogpoort. Het koetshuis met vier grote poorten en de duiventoren sluit aan op de poort aan de straatzijde. Bij het andere poortgebouw staan de 19de-eeuwse paardenstallen. De gebouwen staan rond een centraal grasperk en worden omringd door twee grachten die eertijds verbonden waren. Ten noorden van het eigenlijke kasteel is deze gracht zeer breed.

Het kasteeldomein werd in 1769-1774 naar ontwerp van tuinarchitect F. Simonau aangelegd en is naar verluidt geïnspireerd op het Prater te Wenen.

Ten noorden van het kasteel liggen twee kleine kwadrantvijvers en een grasplein waar vroeger een siertuin was. Aan de noordzijde is nog een lange muur met een sierlijke centrale poort bekroond met natuurstenen vazen bewaard. In het park bevindt zich ook een ijskelder.

Het Sterrebos in het noordwestelijk parkgedeelte is aangelegd in de 18de eeuw. Vanuit een stervormig knooppunt, bestaande uit taxushagen en hagen van bruine beuk, vertrekken tien brede dreven en twee smallere dreefjes. Eén brede dreef biedt een zicht naar het kasteel, een andere naar de kerktoren van Rumbeke en nog een andere naar de decanale Sint-Michielkerk van Roeselare. Waar de dreven uitgeven op de straat staat veelal nog een hekken. De beplanting van de dreven bestaat uit ondermeer zomereiken (Quercus robur) bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea').

Het parklandschap van het domein wordt voornamelijk bepaald door zeer diverse landschapsbepalende elementen zoals vijvers, de ringsloot met oeverbegroeiing, de weilanden en de Engelse tuin met enkele merkwaardige bomen. Het zuiden van het domein heeft dicht tegen de oppervlakte kleilagen die zorgen voor een vochtiger milieu met een vochtminnende vegetatie. Rond het domein staat een afsluithaag en in het zuiden een dreef.