omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Heilig Kruisparochie
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskern Korbeek-Lo
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Pastorie Heilig Kruisparochie met tuin: pastorie en omheiningsmuur
Deze bescherming is geldig sinds
Oorspronkelijk omwalde pastorietuin van 76 are, met typische tweeledigheid, die bewaard en herkenbaar bleef: een vlak, bij de pastorie aansluitend en vroeger kruisvormig ingedeeld perceel (70 are), en een omstreeks 1840-1850 'landschappelijk' aangelegde appendix.
De Norbertijnenabdij van 't Park bezat sinds 1481 het patronaats- en tiendrecht te Korbeek-Lo. De in 1752 in opdracht van abt Alexander Slotermans opgerichte pastorie is typologisch interessant als oudste van vier vrijwel identieke norbertijnerpastorieën die in een korte tijdspanne in het Leuvense werden gerealiseerd. Het gaat om een classicistisch geïnspireerd, bak- en zandstenen dubbelhuis, dat vrijwel gaaf bewaard is gebleven, zowel in- als uitwendig. Karakteristiek zijn de verticale banden uit witte zandsteen, die de beneden- en bovenvensters met elkaar verbinden. De heropbouw van 1752 ging gepaard met een herschikking van het pastoriegoed. Opvallend hierbij is dat deze herstructurering beantwoordde aan het vigerende model van het "vivre entre cour et jardin", in dit geval een kleine binnenplaats of voortuin tussen poortgebouw en pastorie en, daarachter, de eigenlijke tuin.
Een kaartenboek met de eigendommen van de kerkfabriek opgemaakt in 1850 bevat een figuratieve voorstelling van "de pastory met haere vyvers en hof", 80 are 23 centiare groot. De tweeledigheid die andere pastorietuinen in de regio kenmerkt is ook hier aanwezig, maar erg asymmetrisch: een grote (70 bij 100 meter), geometrisch aangelegde, door grachten omgeven rechthoek met het pastoriegebouw, tegenover een informeel aangelegde, vierkante appendix (linksboven op de figuratieve kaart) van ongeveer 20 bij 30 meter, die niet vanuit het 'eiland' bereikbaar is en ontsloten wordt door een slingerpad. Op de Ferrariskaart (1771-1775) wordt dit perceeltje als vijver voorgesteld. Het werd vermoedelijk niet lang vóór 1850 bij de tuin ingelijfd en van een modieus, landschappelijk kronkelpad voorzien. Het geheel is strak afgelijnd, besloten, omgeven door een haag. Tussen de ringgracht en deze haag bevindt zich volgens de kaart van 1850 een 6 tot 8 meter brede strook waarop met tussenafstanden van 10 meter bomen staan geplant, die eigenaardig genoeg hun schaduw afwerpen in zuidwestelijke richting. Het 'eiland' is lotharingskruisgewijze ingedeeld in zes hoofdcompartimenten, die op hun beurt door kruisen zijn onderverdeeld in vier, door paadjes gescheiden modules van circa 10 bij 10 meter. Deze modules worden op de kaart grafisch ingevuld met een combinatie van puntjes, bolletjes en streepjes, die ongetwijfeld de gewassen op elk bed symboliseren. Omdat er geen schaduwen worden afgebeeld gaat het vermoedelijk niet om opgaande planten, hoogstens klein fruit.
Niet alleen de appendix wordt gekenmerkt door informele aanleg, maar ook de blokken (op de kaart) links en rechts van het pastoriegebouw en, met respect voor symmetrie, de binnenplaats tussen het poortgebouw en het woongedeelte. Opmerkelijk is de inham die de ringgracht vormt in het blok rechts van de pastorie, langs de straatkant geflankeerd door een muur; de aard en de functie hiervan zijn niet duidelijk (aanlegsteiger? pergola?). Binnen de informeel aangelegde gedeelten worden bomen of bomengroepjes afgebeeld, elk met hun schaduw en, in de concave zijde van de wegkronkels, ook bloemperken of corbeilles.
Opvallend bij de ringgracht is de zuidoostelijke arm (boven op de figuratieve kaart), breder dan de andere, naar het zuidwesten zelfs lichtjes verbredend. Deze arm, waar zich ook een bron bevindt, is de enige die als waterpartij bewaard bleef, met een nogal spectaculaire water- en oevervegetatie die er – behalve Pontederia cordata – erg 'inheems' uitziet, maar desondanks grotendeels werd aangeplant: grote waterweegbree (Alisma plantago-aquatica), gele lis (Iris pseudacorus), aarvederkruid (Myriophyllum spicatum) en ook enkele weliswaar inheemse maar (voor een brongebied in de zandleemstreek) vreemde verschijningen, zoals kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae), waternavel (Hydrocotyle vulgaris), waterdrieblad (Menyanthes trifoliata), gele plomp (Nuphar lutea) en drijvend fonteinkruid (Potamogeton natans).
De lange zijarmen van de ringgracht zijn nog als droge depressies herkenbaar. Aan de rand ervan, soms erin, werden bomen aangeplant, voornamelijk zomerlinde (Tilia platyphylos), die momenteel stamomtrekken hebben tot meer dan 3 meter (stamomtrek standaard gemeten op 150 cm). De meest monumentale boom, een zomereik (Quercus robur) met een stamomtrek van 380 centimeter, bevindt zich op de appendix. Verspreid komen enkele beuken, waarvan twee bruine (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en gewone essen (Fraxinus excelsior) voor met stamomtrekken tot 3 meter. De oude taxussen op de appendix zijn mogelijk restanten van de beplanting die figureert op de kaart van 1850. Opmerkelijk is een oud exemplaar gele kornoelje (Cornus mas), een soort die frequent in pastorietuinen opduikt. Van de oude indeling van het 'eiland' is geen spoor meer te bekennen.
Bron: DENEEF R., 2004: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Bierbeek, Boutersem, Glabbeek en Oud-Heverlee, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Korbeek-Lo
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorietuin van de Heilig Kruisparochie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300756 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.