Villa in cottagestijl uit 1918, met garage en tuiniers- of conciërgewoning uit 1914, omgeven door tuin van circa 3 hectare; in de aanleg van de moes- en fruittuin is de invloed van de 'Nouveau jardin pittoresque' merkbaar.
Het "château Les Fougères" op de stafkaart van 1930 ontleent zijn naam aan het oude toponiem Varenberg, op zijn beurt een verwijzing naar de vegetatie die dergelijke ontsluitingen van fijnzandig tertiair substraat vaak kenmerkt, gedomineerd door adelaarsvaren (Pteridium aquilinum). De Varenberg ligt als getuigenheuvel aan de zuidrand van het massief van Pellenberg, daarvan gescheiden door het Nederblok, een vertakt colluviaal dal. In 1914 laat de Leuvense notaris Paul Bosmans op voormalige bospercelen een huis en een serre bouwen. De rest van het terrein wordt aangelegd als 'lusthof'. Dit huis bestaat uit een bakstenen benedenverdieping en een bovenbouw uit pseudo-vakwerk en was vermoedelijk bedoeld als tuiniers- of conciërgewoning. Het sluit onmiddellijk aan bij de moes- en fruittuin, die aan de noordzijde wordt afgeschermd door een bakstenen 'fruitmuur'. In de aanleg van het terras dat bij dit gebouw aansluit is de inspiratie van de 'Nouveau jardin pittoresque' duidelijk merkbaar: onregelmatige natuurstenen 'slabs', natuurstenen keermuren en een balustrade. De metalen profielen waaraan de leidraden bevestigd waren zitten nog in de muur, maar er is geen leifruit meer aanwezig. In 1918 wordt circa 150 westwaarts het 'kasteel' gebouwd, een grote cottage in vakwerkbouw maar met een bakstenen benedenverdieping. De oorspronkelijk piramidale torenspits werd door een brand vernield en niet meer opgebouwd maar vervangen door een eenvoudig zadeldak. Het hele landgoed beslaat circa 3 hectare, de oprijlaan vanaf de Pellenbergstraat inbegrepen.
De stafkaart van 1930 geeft een beeld van de tuin zoals hij tot voor kort bewaard was: een lusvormige ontsluiting die vanaf het uiteinde van de steil oplopende toegangsdreef zoveel mogelijk de hoogtelijnen volgt en eindigt op een grote rotonde ten zuiden van de villa. Uit een oude prentbriefkaart blijkt dat deze rotonde met rozenperken was afgezoomd en een grote tuinvaas in haar middelpunt had. Door de aanleg van een zwembad en de bouw van een waterbehandelingsgebouwtje heeft dit gedeelte van de tuin een versnipperd, terrasvormig uitzicht gekregen. Ongeveer halverwege tussen de tuinierswoning en het kasteel staat een eenvoudige zeshoekige gloriëtte, in feite meer een overdekt terras, wat laat veronderstellen dat er vanaf die plaats ooit een uitzicht geboden werd in zuidwaartse richting.
Te oordelen naar de stamomtrekken van de oudste aanplantingen waren de groeiomstandigheden beter dan op de nabijgelegen Zielenberg. De meeste bomen hebben omtrekken bereikt tot ver over de twee meter (gemeten op 150 cm hoogte), een bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') zelfs tot 309 centimeter, een hemelboom (Ailanthus altissima) tot 263 centimeter, een tamme kastanje (Castanea sativa) tot 242 centimeter, een zomereik (Quercus robur) tot 234 centimeter. Van een jongere generatie zijn waarschijnlijk een balsemzilverspar (Abies balsamea) met 178 centimeter omtrek en – een curiosum verborgen in het bosplantsoen langs de oprijlaan – een Noorse esdoorn met bolstaand blad (Acer platanoides 'Cucullatum') met 154 centimeter omtrek. De jongste aanplantingen zijn zeer gevarieerd en bevatten ook enkele minder courante soorten: reuzenzilverspar (Abies grandis), Koreaanse zilverspar (Abies koreana), blauwe atlasceder (Cedrus atlantica 'Glauca'), Europese judasboom (Cercis siliquastrum), sikkelcipres (Cryptomeria japonica), zuilvormige beuk (Fagus sylvatica 'Dawyck'), ginkgo (Ginkgo biloba), Amerikaanse amberboom (Liquidambar styraciflua), stermagnolia (Magnolia stellata), watercipres (Metasequoia glyptostroboides), kaneelschijnbeuk (Nothofagus antartica), Servische spar (Picea omorika), blauwe spar (Picea pungens 'Glauca'), draai-den (Pinus contorta).
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetssen Lovenjoel 1914/3 en 1919/1.
- SCHEYS G., Bodemkaart van België: kaartblad Lubbeek 90W, 1957.
- VAN DEN BROECK E., Carte géologique de la Belgique, feuille N° 90 Lubbeek-Glabbeek-Suerbempde, 1905.