Neoclassicistisch herenhuis, volgens de bouwaanvraag uit 1865 opgetrokken in opdracht van de heer J.B. Collin. De vensters van de tweede verdieping werden in 1883 verhoogd in opdracht van de weduwe J.B. Collin, waardoor het oorspronkelijke hoofdgestel verdween. Een volgende eigenaar Jules Beeckmans liet diverse werken aan de woning uitvoeren door de architect Albert Arnou: in 1886 een nieuwe veranda tegen de tuingevel, in 1889 de huidige houten inkompoort, en in 1900 de bouw van het nog bestaande koetshuis met paardenstal achter de tuinmuur. Het pand werd in 1950 aangekocht door de stad Antwerpen, en toegevoegd aan het aanpalende schoolcomplex, dat destijds de Middelbare Beroepsschool voor Meisjes 4 huisvestte.
De rijwoning met een gevelbreedte van vier traveeën omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen met getoogde souterrainvensters. Geleed door de puilijst en de eenvoudige kroonlijst, legt de compositie de klemtoon op het zijrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door de rondbogige koetspoort in een geriemde omlijsting met sluitsteen, en een balkon met voluutconsoles en gietijzeren borstwering. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met lekdrempel, geriemde omlijsting en gietijzeren parapet. De bewerkte houten vleugeldeur uit 1889 is bewaard, evenals de oorspronkelijke smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschraper; vernieuwd vensterschrijnwerk. Aanpalende tuinmuur waarachter het koetshuis met paardenstal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1865#281, 1883#463, 1886#1604, 1889#1131 en 1900#546.