erfgoedobject

Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Sterreborne met plantsoen

bouwkundig / landschappelijk element
ID
300793
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300793

Juridische gevolgen

Beschrijving

Bedevaartsoord met een grote kapel, heropgebouwd in neogotische stijl in 1893, omgeven door een plantsoen, circa 30 are; omgeving heraangelegd met een ringpad en bloemperken; randbeplanti­ng (grotendeels bewaard) met gekandelaarde zomerlinden.

De Sterreborne, pas voor het eerst vermeld in 1632, is een van de talrijke 'miraculeuze' bronnen die in de zandleem- en (vooral) de leemstreek voorkomen en waarop zich een of andere vorm van heiligenverering heeft geënt, die mogelijk teruggaat op een voorchristelijke bronverering. De legende verhaalt dat, lang geleden, twee dames in de toen nog bosrijke omgeving tussen Lovenjoel en Boutersem verdwaalden. Gekweld door dorst en biddend om soelaas tot de Moeder Gods volgden zij een ster, die bleef stille staan boven een bron, zowat 800 meter ten noorden van het gehucht Hoogbutsel. Het voorkomen van een bron op die plaats is niet zo verwonderlijk, want volgens de bodemkaart dagzoomt daar een strook zware Diestiaan klei (UDx, dit is zwak of matig gleyige zware kleigronden met niet bepaalde profielontwikkeling) die fungeert als watervoerende laag voor het lemig zandmassief van Butselbos. De Sterreborne, zoals de bron nadien toepasselijk werd genoemd, werd het toneel van wonderbaarlijke genezingen. In 1965 werden de therapeutische waarde en de geplogenheden tijdens bedevaarten nog als volgt omschreven: "Het water van de bron wordt aangewend tegen eczema of brand. Op een ijzeren tafel achteraan in de kapel offeren de pelgrims lokken hoofdhaar of hangen ze een rood lintje aan de muur. Onze-Lieve-Vrouw van Sterreborne wordt ook aangeroepen tegen oog-, zenuw- en maagziekten".

De huidige kapel, een neogotisch gebouw naar ontwerp van Edward Francken, werd in 1893-1894 opgetrokken. Het verving een gebouw dat op oude foto's duidelijk herkenbaar is als een typische eenbeukige 'boskapel' ergens uit het midden van de 17de eeuw, zoals we die op diverse andere plekken in Brabant aantreffen (bijvoorbeeld Onze-Lieve-Vrouw van Steenbergen aan het Zoet Water te Oud-Heverlee), een rustiek product van de contrareformatie. De voorgevel uit bak- en zandsteen, die grotendeels door een aanbouw aan het zicht werd onttrokken, had een duidelijk barokkarakter, onder meer door de voluten. Uit de kadastrale tekeningen blijkt dat de oude kapel anders georiënteerd was. Ze stond aan de rand van een geometrische tuin met padenkruis, enkele bloemperken en hoofdzakelijk zuilvormige bomen. De boom op het kruispunt was misschien een reuzenlevensboom (Thuja plicata). De tuin werd door een houten traliewerk van de on­middellijke omgeving rond de bron en de kapel gescheiden. De nieuwe kapel werd ongeveer midden in het perceel (circa 30 are groot) gebouwd. Er zijn twee toegangswegen en een rondweg. Rechts van de toegangsweg naar het kapelportaal bevindt zich de bron in een afzonderlijk veldkapelachtig gebouwtje. De huidige randbeplanting van het ka­pellegoed bestaat voor de helft uit gekandelaarde zomerlinden (Tilia platyphyllos), geplant met tussenafstanden van 7 tot 8 meter, vertakt op circa 250 cm hoogte en geknot op circa 5 cm hoogte. Gezien de stamomtrekken (tot 250 centimeter) gaat het onge­twijfeld om de oorspronkelijke, bij de heraanleg van 1893-1894 horende aanplanting. Deze beplanting is alleen maar langs de zuidwestelijke zijde intact. Aan de andere zijde staat slechts één dergelijke linde, die min of meer over­schaduwd wordt door twee grote paardekastanjes (Aesculus hippocastanum). Het heterogene karakter van de beplantingen langs de andere zijden wordt nog versterkt door jonge Californische schijncipres (Chamae­cyparis lawsoniana) en Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'). Opmerkelijk is het heuveltje achter de kapel, waarop tussen twee meidoorns een kruis staat. Dit heuveltje bestond waarschijnlijk ook al in de oude aanleg (zie de lob in het wegenpatroon links onder­aan in de tekening). Naast de toegangsweg achter (ten zuidoos­ten van) de kapel bevindt zich een kleine poel. De struikbe­planting bestaat vooral uit sneeuwbes (Symphoricarpos albus var. laevigatus), maar ook uit één exemplaar Europese pimpernoot (Staphylea pinnata).

  • GOETELEN M.L.C. 1996: Stella atque fons. Een korte geschiedenis van de kapel Sterreborne te Butsel bij Boutersem, s.l.
  • KEMPENEERS R. & SCHEYS F. 1965: Boutersem-Butsel, in: S.N. Oost-Brabant (I), Het mooie Hageland (2de druk), Heverlee, 82.
  • SCHEYS G. 1957: Bodemkaart van België: kaartblad 90W Lubbeek & Verklarende tekst bij het kaartblad, Gent, 55-56.
  • WAUTERS A. 1875: Géographie et histoire des communes bel­ges. Arrondissement de Louvain, canton de Tirlemont, facsimile van 1963, Brussel, 1963, 136.
  • WILS J. 1908: Handboek ten gebruike der godvruchtige bedevaarders tot On­ze-Lieve-Vrouw van Sterre-Borne te Butzel (bij Vertryck), Leuven, 90.

Bron: DENEEF R., 2004: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Bierbeek, Boutersem, Glabbeek en Oud-Heverlee, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Sterreborne met plantsoen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300793 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.