is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dorpskern Munte
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskern Munte
Deze bescherming is geldig sinds
Het bescheiden dorpscentrum van Munte, met het Munteplein en de Sint-Bonifatiuskerk als kern, valt op door het vrijwel onverstoord gebleven landelijk uitzicht en zijn bijzonder aantrekkelijk karakter. Verschillende factoren zijn daarvoor bepalend:
Sinds de bouw van de kerk aan het Munteplein (omstreeks 1865) is de densiteit van bebouwing in het afgebakende dorpsgezicht slechts matig toegenomen, voornamelijk beperkt tot Ruspoel in de zone tegenover de pastorietuin tot Asselkouter (vergelijk met de Poppkaart). De bouw van een dorpsschool met kloosterhuis in 1905 naast de pastorie bevestigt hier evenals de oudere pastorie zelf het centrumkarakter van Munteplein. Andere opvallende grootschalige gebouwen beperken zich tot twee grote vroegere landbouwbedrijven met rechthoekige aanleg aan de zuidelijke rand van het dorpscentrum, namelijk Hof van Quaetham, Ruspoel 5-7, en hoeve Clays van Muntestede, Ruspoel 14 (deels gesloopte en gerenoveerde voormalige hoeve). Ten noorden van het dorpsplein bestaat de bebouwing daarentegen uit kleine boerenwoningen of hoevetjes met enkele losse bestanddelen, typerend voor de vroegere doorsnee bebouwing. Zink 1, al vanaf Munteplein zichtbaar, is door zijn goed bewaard oorspronkelijk karakter daarbij een illustratief voorbeeld van dit klein type boerenbedrijf met goed bewaarde bouwkenmerken. Andere van dit type met een beeldbepalend karakter doch een reeds aangepast voorkomen zijn gelegen Zink 5, Zink 9 en Munteplein 4.
Zink 5. Achterin gelegen lage boerenwoning van gewitte baksteen onder pannen zadeldak minstens opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw. De voorgevel kreeg in de 20ste eeuw een nieuw bakstenen parement. Een typische zijaanbouw met lessenaarsdak bevindt zich onder het zoldervenstertje van de rechter zijpuntgeveltop. Een laag ijzeren toegangshek scheidt het goed af aan de straat.
Zink 9. Gewit bakstenen hoevetje onder pannen zadeldaken minstens opklimmend tot eerste helft 19de eeuw, met haag en ijzeren toegangshekken aan de straatzijde. De achterin gelegen woning bezit een verankerde lijstgevel afgelijnd door een getrapte daklijst. Rechts van de lage voordeur staat een armwaterpomp. De muuropeningen werden al eens gewijzigd. Rechts haaks tegen de boerenwoning bevindt zich een aangebouwde vleugel met stallen en een aalpomp tegen de achtergevel. Een halfgesloten loods in betonbouw met aangebouwde stallen staat op de linker erfzijde.
Voormalige boerenwoning, Munteplein 4. Achterin gelegen en met de rugzijde naar de straat (kerkwegel) gekeerde lage en lange boerenwoning van acht traveeën, onder pannen zadeldak, waarschijnlijk opklimmend tot begin 19de eeuw. De verankerde en gewitte bakstenen gevels staan op een gepikte plint. De linkertravee werd heropgebouwd en uitgebreid. De erfgevel is opengewerkt met overwegend smalle rechthoekige vensters met luik en vernieuwd houtwerk. De rechthoekige voordeur is laag. De losstaande kleine berging van gewitte baksteen heeft een pannen zadeldak.
Aan Munteplein zelf bezitten de hoekpanden met Torrekensstraat en de zuidwaarts aansluitende bebouwing aan Ruspoel tot Asselkouter een beeldbepalende waarde voor het landelijk dorpscentrum. De achter- of zijwaarts aansluitende bakstenen bijgebouwen omvatten stallen, schuren of andere bedrijfsgebouwen van vroegere landbouwbedrijven. De boerenwoningen zelf kregen door aanpassing, vergroting met bovenverdieping of vervanging, voornamelijk in het eerste kwart van de 20ste eeuw, eerder het karakter van dorpswoningen. Twee woningen sluiten in bouwstijl aan bij de doorsnee- villabouw met traditioneel karakter van die tijd.
Burgerhuis met aanhorigheden, Munteplein 1. Aan de straat gelegen breedhuis van twee bouwlagen en hoofdvolume van drie traveeën onder pannen schilddak, met rechts aansluitende venstertravee van een bouwlaag onder pannen zadeldak. Typisch begin 20ste-eeuwse bakstenen voorgevel met sierankers, verlevendigd door gele bakstenen banden en boogstenen. Links bevindt zich een aansluitend ijzeren toegangshek. Rechts staan aanleunende en aan Zink palende lage bakstenen bijgebouwen en voorts een bakstenen tuinmuur.
Vroegere dorpsherberg en hoeve, Munteplein 7. Voorheen semi-gesloten hoeve met dorpsherberg aan de straathoek, voornamelijk daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw met 20ste-eeuwse aanpassingen. Omvat een hoekhuis van twee bouwlagen onder een rechts afgewolfd pannen zadeldak waarvan de gecementeerde straatgevels met schijnvoegen een plint in imitatie-rustica vertonen. De aanleunende lagere vroegere stallen en schuur (thans feestzaal) zijn opgetrokken in baksteenbouw onder pannen zadeldaken en met gewitte straatgevels op gepikte plint.
Ruspoel 2. Schuin aan de straat ingeplante dorpswoning van het type breedhuis met één bouwlaag onder pannen zadeldak. De begin 20ste-eeuwse bakstenen lijstgevel is voorzien van een getrapt dakvenster boven de deur, horizontale banden en boogstenen van gewitte baksteen. Links bevindt zich een aansluitend ijzeren toegangshek en een erfafsluiting van sierbetonplaten. De bijbehorende bedrijfsgebouwen staan op het achtererf.
Ruspoel 8. De alleenstaande dorpswoning, typologisch aanleunend bij de traditionele villabouw uit de interbellumperiode, is opgericht omstreeks 1920. De ondiepe voortuin ligt achter een afsluiting met buisleuningen aan bakstenen pijlertjes. Het dubbelhuis telt twee bouwlagen en drie traveeën onder kunstleien schilddak. Het felrood bakstenen gevelparement is voorzien van traditionele gele bakstenen banden en boogstenen. Typerend voor de bouwperiode zijn de afgeschuinde bovenhoeken van de muuropeningen. Het breder en uitspringend linkervensterrisaliet is uitgewerkt met een erker, verhoogd tot een afgeknotte puntgevel met dakvenster onder wolvendak. Links tegen de zijgevel bevindt zich een aangebouwde lage aanbouw mogelijk uitlopend op bakoven.
Villa Stockman, Torrekensstraat 68. De alleenstaande dorpswoning is gebouwd omstreeks 1915. Het ondiep voortuintje ligt achter een lage bakstenen afsluiting. Het dubbelhuis van twee bouwlagen en drie traveeën heeft een vernieuwd pannen schilddak; dakoverstek thans met hanggoot in plaats van vroegere gootlijst. De voorgevel vertoont elementen ontleend aan de eclectische bouwstijl: felrood bakstenen gevelparement contrasterend met grijze hardsteen voor plint, dorpels en boogstenen, banden en boogstenen van witte en groen geglazuurde steen, grote sierankers. Het breder en uitspringend vensterrisaliet is verhoogd met een dakvenster onder afgewolfd dak. De linkerzijgevel van vier traveeën is opengewerkt met twee pseudovensters op de bovenverdieping.
Aan weerszij van de weg genaamd Asselkouter, nabij het kruispunt met Ruspoel staan drie kleine bunkers of betonnen half ondergrondse schuilplaatsen. Zij maken deel uit van een weerstandsnest gevormd door 25 bunkers te Munte vooral geconcentreerd op de kouterrug, behorend tot de "Tête de Pont de Gand" of T.P.G. Deze militaire verdedigingsgordel was reeds gepland op het eind van de jaren 1920 doch werd pas uitgevoerd midden de jaren 1930 (1934-1935). Deze linie van 227 bunkers tussen de Schelde bij Kwatrecht (Wetteren) en de Schelde bij Semmerzake en Eke en vandaar verder doorlopend tot de Leie bij Astene (Deinze), diende tot ondersteuning van het bruggenhoofd ten zuiden van Gent en maakte deel uit van een nationaal verdedigingswerk met drie verdedigingsgordels in geval van een vijandelijk offensief. De bunkerlinie ten zuiden van Gent werd aangelegd op een haast ononderbroken heuvelrug die loopt van Kwatrecht over Melle, Gontrode, Gijzenzele, Landskouter, Oosterzele, Moortsele, Munte, Schelderode tot Melsen, Vurste en Semmerzake. De meeste van de bunkers van deze linie bleven bewaard. Aanvankelijk waren deze bunkers gecamoufleerd als huisjes door een bakstenen parement met onder andere imitatievensters en van een zadeldak voorzien. De drie bunkers in het afgebakende dorpsgezicht bewaren geen van hen hun vroegere imitatie-huisgevels; ze zijn gelegen: één achterin de tuin van Munteplein 4, zichtbaar vanaf Asselkouter; één midden het perceel bouwland 1172 b; één in de tuin van Ruspoel 14. Typologisch behoren zij tot de meerderheid van sterk op elkaar gelijkende, kleine betonnen deels ondergrondse schuilplaatsen waarvan de plattegrond licht varieerde en die naast een sasvormige inkom slechts twee ruimten telden.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002139, Dorpskern Munte.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Bunker A23
Omvat
Bunker Av4
Omvat
Bunker D13
Omvat
Kasseiweg
Omvat
Knothaagbeuk op talud
Omvat
Munteplein
Is deel van
Munte
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dorpskern Munte [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300804 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.