In 1926 liet notaris Victor Mertens een eclectische villa optrekken langs de steenweg Tienen-Diest. In de langgerekte tuin van 70 are staat een relatief grote Lourdesgrot.
In 1926 liet notaris Victor Mertens een villa optrekken langs de steenweg Tienen-Diest, zowat 1 kilometer ten zuidoosten van de dorpskern van Glabbeek, op een langgerekt, eigenaardig gevormd perceel van 66 are. De villa werd gebouwd op circa 25 meter van de steenweg, in een historiserende architectuur (torentje, met een tot topgevel uitgebouwd middenrisaliet en dakvenster) en een eigentijdse inbreng qua materialen en ornament. De onregelmatige, geknikte vorm van het perceel werd bepaald door de specifieke verkeershistorische situatie, met name het snijpunt tussen de oude weg naar Diest en de in 1842 aangelegde steenweg, die daar een scherpe hoek vormden. De traditionele indeling in boomgaard, sier- en moestuin was nog tot omstreeks 1960 aanwezig. Helemaal achteraan op het perceel, momenteel afgeschermd door een tennisveld en een rij fijnsparren, staan nog enkele dode fruitbomen. Een relatief grote Lourdesgrot vormt – zoals in het nabijgelegen Hof ten Dries – het enige parkmeubilair.
De hoogstammige beplanting is, gezien de smalte van het perceel (circa 50 meter), bijna uitsluitend een randbeplanting, die bovendien voor een groot gedeelte is opgebouwd uit de courante effectmakers: Prunus cerasifera 'Nigra', blauwe atlasceder (Cedrus atlantica 'Glauca'), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), Noorse esdoorn met bruinrood blad (Acer platanoides 'Schwedleri'), moerascipres (Taxodium distichum), treurbeuk (Fagus sylvatica 'Borneyensis') en een van de weinige ruwe iepen (Ulmus glabra) in de regio die de iepenziekte hebben overleefd. Deze bomen bereiken zelden een stamomtrek van 2 meter en waarschijnlijk werden zij in een latere fase aangeplant. Van de generatie die werd aangeplant tijdens de bouw van de villa – stamomtrekken van 2 tot 3 meter – blijven slechts enkele bomen over: gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), rode bastaardpaardekastanje (Aesculus x carnea), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), zomerlinde (Tilia platyphyllos). Vermeldenswaardig is het voorkomen van twee soorten pimpernoot: Europese en Kaukasische (Staphylea pinnata en Staphylea colchica).
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Glabbeek-Zuurbemde 1921-1922, nr. 10/27 en 1927.