Eenheidsbebouwing van vier bijna identieke burgerhuizen met veelkleurige bakstenen lijstgevels, rond 1906 opgericht in opdracht van L. Luckmans en F. Daeseleire, wonende in de Dijlestraat 14 en Ramstraat 19. In het bouwdossier wordt geen melding gemaakt van architect of aannemer.

De burgerhuizen tellen alle vier drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken. Qua opbouw van de lijstgevels zijn ze allemaal identiek, zij het dat ze in wisselend schema zijn geplaatst en dat de middelste woningen een iets hogere kroonlijsthoogte hebben.

De gevelopbouw is zeer klassiek: houten kroonlijsten op klossen, plinten in blauwe hardsteen, kordonlijsten en doorlopende onderdorpels, segmentbogige muuropeningen die regelmatig in de traveeën zijn geplaatst, nadruk op de centrale travee door een risaliet met twee balkons. In contrast met dit neoklassieke geveltype, staat het materiaalgebruik van gele, witte, zwarte en licht blauwe baksteen, wat een element is dat overgenomen is uit de art nouveau. Hierdoor krijgen de gevels een eclectisch karakter. Gebruik van witte natuursteen voor balkons, balustrades en panelen in de borstweringen. Het schrijnwerk van vensters en deuren is meestal vervangen; bewaarde deur en benedenvensters bij nummer 3 en 5.