Deze twee burgerwoningen in art nouveau werden gerealiseerd rond 1908 door bouwmeester Jacques De Weerdt, voor eigen rekening.

De woningen hebben witte bakstenen parementen waarin witte natuursteen is verwerkt voor de decoratieve omlijsting van de muuropeningen. Materiaalgebruik en verfijnde decoratie in natuursteen herkennen we als een typisch kenmerk van de gevels die Jacques De Weerdt in deze en in de aangrenzende straten realiseerde. De Lange en de Korte Van Ruusbroecstraat waren samen met de Oostenstraat zijn werkterrein in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog; zijn rijk uitgewerkte gevels bepalen er het straatbeeld.

Nummer 45 is een burgerhuis van twee/drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Begane grond met korfbogige deur en gekoppelde vensters. Op de bel etage een gekoppeld drielicht in natuurstenen omlijsting met strakke art-nouveaudecoratie, en een driezijdige ijzeren balkonleuning met geometrische en florale motieven. In de bovenverdieping twee rechthoekige vensters, gevat in verdiepte muurvelden met blinde boogvelden waarin wellicht oorspronkelijk mozaïek of sgrafitto verwerkt was. Het houten schrijnwerk van deur en vensters is bewaard, alsook de houten kroonlijst op kleine modillons.

Nummer 43 verloor een deel van haar karakter door een verbouwing in de jaren 1980, met aanpassing van de verhoogde begane grond en het souterrain. De woning telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak. De brede venstertravee loopt uit in een klokgevel, met natuurstenen omlijsting, waarnaast een oeil-de-boeuf in het dakveld boven de deurtravee. Rondboogdeur en korfboogvensters. Geometrische art-nouveaumotieven in de omlijsting van de klokgevel en van het bel-etagevenster. Balkonleuning en schrijnwerk vernieuwd.