erfgoedobject

Woning De Mol

bouwkundig element
ID
300923
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300923

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning De Mol
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Woning gebouwd in opdracht van Henri De Mol naar een ontwerp van architect Dan (Daniël) Grootaert uit 1962. De woning werd uitgebreid in 1997 met gebruik van gelijkaardige materialen en een aansluitende vormgeving. Ondanks deze aanpassing blijft de villa een herkenbaar en representatief voorbeeld van de modernistische stijl van architect Grootaert.

Historiek en situering

Eind 1962 maakte Dan Grootaert de plannen op voor deze woning en de bouwaanvraag werd begin 1963 goedgekeurd. Hoewel Grootaert al actief was sinds 1937, namelijk als medewerker van Gaston Eysselinck, en vanaf 1940 als zelfstandig architect, is woning De Mol een eerder vroeg voorbeeld van zijn kenmerkende modernistische vormentaal. In de vroegste jaren van zijn zelfstandige carrière realiseerde hij immers vaak – vermoedelijk onder druk van zijn opdrachtgevers – traditionalistische ontwerpen of woningen in neostijl. Toch kreeg hij van sommige eigenaars carte blanche en kon hij een meer vooruitstrevende, modernistische architectuurtaal ontwikkelen.

De in 1959 ontworpen atelierwoning van glazenier Armand Blondeel in Mariakerke bij Gent is tot nu toe het vroegst gekende voorbeeld van Grootaerts typerende stijl. In 1960 volgde de woning van Marcel De Vos in Deinze. De woning van Henri De Mol in Mariakerke sluit bij deze voorbeelden aan. Een opvallende constante in deze realisaties is het materiaalgebruik, namelijk een combinatie van hard gebakken Scheldesteen met breuksteen en gerecupereerde witsteen. Dit wordt aangevuld met een houten beplanking. De keuze voor een dynamische planindeling op basis van splitlevels leidde tot een gevarieerde volumewerking van asymmetrische volumes onder schuine, uitkragende daken. In de woningen Blondeel en De Vos versterkte hij de dynamiek met in zaagtand geplaatste wanden, gescheiden door lichtspleten. De schikking van de muuropeningen is steeds in overeenstemming met de wens tot privacy, en in evenwicht met de oriëntatie, de inplanting en het contact met de tuin. Typische elementen die hij hierbij inzette, waren glas-in-loodramen van de hand van Blondeel en claustrae.

De woning bleef grotendeels gaaf bewaard totdat in 1997 verbouwingswerken plaatsvonden naar ontwerp van architect M. Van Coillie (Buro S.ar.ia.ta). Een terras en berging aan de achterzijde van de woning werden toen vervangen door een veranda en sauna. Ook een later ten zuidoosten gebouwde garage werd gesloopt en vervangen door een nieuwe garage tegen de zuidoostelijke gevel van de uitbouw. De meest beeldbepalende aanpassing betrof de verhoging van de dwarsvleugel van één tot twee bouwlagen.

Beschrijving

Woning De Mol is vrijstaand ingeplant op een quasi L-vormige plattegrond. De villa bestaat uit een haaks op de straat georiënteerd gedeelte van twee bouwlagen onder een schuin oplopend, uitkragend dak. Aan de zuidwestzijde wordt dit deel voorafgegaan door een deels verzonken, eenlaags volume dat uitspringt aan de zuidoostelijke zijde en voorzien is van een dakterras. In de zuidoostelijke gevel bevond zich oorspronkelijk een garagepoort (gewijzigd). Het hoofdvolume werd voorheen uitgebouwd met een achterbouw van één bouwlaag hoog onder een schuine bedaking, voorzien van een dwarse uitbouw (evenwijdig aan de straat) met een monumentale schouw tegen de zuidoostelijke gevel. Deze volumewerking werd afgezwakt door de aanpassingswerken van 1997 waarbij dit gedeelte werd opgetrokken tot twee bouwlagen. Ook de garage ten zuidoosten van de schouw is een latere toevoeging.

Het parement getuigt van Grootaerts kenmerkende materiaalkeuzes, namelijk het gebruik van ruwe, onregelmatige breuksteen en hard gebakken baksteen. Sommige stenen springen uit het parement en verhogen de sculpturaliteit van het geheel. De gerecupereerde witstenen blokken zijn gebruikt voor de schouw en de zuidwestelijke uitbouw met het dakterras. In die uitbouw werd de opening van de oorspronkelijke garagepoort recenter ingevuld met meer rechtlijnige natuursteenblokken. ‘Gebakken knorren’ in Scheldesteen zijn gebruikt voor de onderbouw, de schouw en de noordwestelijke zijgevel van het hoofdvolume. De bovenbouw van het hoofdvolume is afgewerkt met een horizontale beplanking van gedrenkte oregon. Dit materiaal werd in 1997 ook gebruik voor de toegevoegde bovenverdieping en garage.

De woning is in overeenstemming met de aandacht voor privacy en oriëntatie opengewerkt met weloverwogen geplaatste rechthoekige vensters. Vanaf de straatkant oogt de woning relatief gesloten, maar voornamelijk naar de achtertuin en op de bovenverdieping zijn de gevels sterker opengewerkt met grote vensters. Ook de aanwezige terrassen leggen een relatie met de tuin. Volgens de bouwplannen wordt de noordwestelijke gevel enkel geopend met kleine rondboogvensters op de benedenverdieping en een hoog geplaatst verticaal venster op de bovenverdieping. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk is bewaard en ook de toegevoegde delen werden voorzien van gelijkaardige houten ramen. De toegang bevindt zich ten zuiden en bewaart een sobere, deels beglaasde houten deur.

In tegenstelling tot andere woningen maakt Grootaert hier in mindere mate gebruik van niveauverschillen en splitlevels. Enkel aan de zuidwestzijde verspringen de niveaus ten opzichte van de rest van de woning. In het souterrain aan die zijde bevonden zich een garage en een werkplaats; later werd de garage gesupprimeerd en werd de ruimte omgevormd tot een werkplaats en berging. Boven de oorspronkelijke garage bevindt zich het dakterras dat toegang biedt tot een lage bergruimte. Het daggedeelte van de woning bevindt zich op de begane grond en omvat in het hoofdvolume een inkom met vestiaire en toilet, en ten noordoosten een keuken met voorraadkamer. In de achterbouw bevindt zich de eetkamer en living met haardhoek ten zuidoosten, en ten noordoosten een uitbouw met studio (later aangeduid als bureau), die uitgeeft op een terras en volgens de bouwplannen geflankeerd werd door een fontein. In 1997 werd dit terras vervangen door een veranda met douche en sauna. Op de bovenverdieping van het zuidwestelijke gedeelte bevinden zich twee slaapkamers, met daartussen de trap en nachthal, en de badkamer. De uitbreiding van de bovenverdieping voorzag een bijkomende badkamer, twee slaapkamers en een bureau boven de leefruimte.

  • Dienstencentrum Mariakerke, Bouwdossiers Mariakerke, 1963 MA 4.
  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/130.1, Woning De Somviele (SCHEPENS A. & VERHELST J. 2018).
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1997/41134.

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning De Mol [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300923 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.