Eén van twee gelijkaardige bunkers in een grasland van de Sint-Donaaspolder. Het betreft hier meer bepaald de meest zuidelijke bunker. De bunker is ten dele aangeaard en ingericht als schuilplaats voor vleermuizen.
Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.
Vanaf april 1916 werd een stelling aangelegd tussen Knokke en de Damse Vaart onder leiding van de afdeling Fortifikation van het Marinekorps. Deze stelling bestond uit een draadhindernis, met ten westen ervan opeenvolgende Stützpunkte (steunpunten) die aansluiting vonden bij de meest noordoostelijke verdedigingswerken van het kustfront, namelijk Schützennest en batterij Bremen. Voor de inplanting van deze steunpunten werd handig gebruik gemaakt van oude verdedigingswerken, die doorheen de eeuwen in dit grensgebied werden aangelegd.
De steunpunten tussen de kust en de Damse Vaart werden als volgt benoemd: Bayern Schanze – Polder Willem (of Wilhelm) – Hazegras (later ook Heinrich genoemd) – Hauptstrasse – Donat (ook Dora genoemd).
De steunpunten werden voorzien van bombensichere betonnen schuilplaatsen en mitrailleursposten, in en achter de vuurstelling. Tussen de steunpunten dienden eveneens betonnen schuilplaatsen en mitrailleursposten opgetrokken te worden. Ook later werden nog betonnen constructies toegevoegd.
Deze locatie behoorde tot het noordelijke deel van het voormalige Fort Sint-Donaas, een verdedigingswerk dat in 1605, tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was opgetrokken in de Robbe-Moreelpolder. De bunker ligt net ten zuidwesten van de zogenaamde Cantelmolinie, een lange brede verdedigingsgracht die rond 1622 was aangelegd tussen het Fort Sint-Donaas en het Isabellefort. De bunker ligt meer bepaald ter hoogte van de gereconstrueerde zwaluwstaart, een verdedigingswerk dat door de Verenigde Republiek van de Nederlanden werd aangelegd, na de verovering van het Fort Sint-Donaas tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1713). Na de herovering van het fort in 1783 door de Oostenrijkers werd het fort ontmanteld. Onder Napoleon Bonaparte werd vanaf 1810 de Damse Vaart gegraven, dwars doorheen het voormalige fort. Door kleiwinning na de Tweede Wereldoorlog verdween het gros van de resterende landschappelijke relicten.
De desbetreffende bunker lag net ten noorden van het Stützpunkt Dora bij het Fort Sint-Donaas. De stelling tussen Stützpunkt Heinrich (Fort Hazegras) en het Stützpunkt Dora bestond uit een dubbele rij prikkeldraadversperring, met daarachter een getande loopgraaf. In en ten westen van deze loopgraaf waren bunkers opgetrokken, waaronder bij Fort Hazegras, ter hoogte van de Sluisstraat en bij Fort Sint-Donaas.
Het betreft een type bunker, dat ter hoogte van dit steunpunt meermaals werd opgetrokken. Opvallend is het feit dat twee toegangsdeuren aan noordoostelijke zijde zitten, de vijandelijke zijde. Een derde toegang zit aan zuidwestelijke zijde.
Beschrijving
Halfondergrondse, ten dele aangeaarde bunker met aan noordoostelijke zijde een deels bewaard betonnen muurtje, haaks tegenover de noordoostelijke toegangszijde. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. Op het dak van de bunker is gras ter camouflage aangebracht. Op de buitenmuren zijn sporen van teer te zien.
De zijmuren steken ter hoogte van de toegangen aan noordoostelijke zijde iets verder uit, als bijkomende bescherming van de toegangen. Deze twee toegangen met een viertal treden, waarvan één nu dichtgemetseld is, vormen de uiteinden van een gang, die op zijn beurt oorspronkelijk via twee deuropeningen (nu uitgebroken) toegang verschaft tot één ruimte. Centraal in de zuidwestelijke zijde van deze ruimte zit een derde, nu dichtgemaakte toegang, eveneens met enkele trapjes. In de betonnen muren en plafonds zijn houten planken en kleine stukjes hout aanwezig voor het bevestigen van inrichtingselementen. In de zuidoostelijke en noordoostelijke binnenmuur zit telkens een nisje voor het plaatsen van verlichting. In de gang tegenover de twee toegangen zit tegen de grond telkens een opening.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2017: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194838 (geraadpleegd op ).
Eén van twee gelijkaardige bunkers in een grasland van de Sint-Donaaspolder, dat nu door vzw Natuurpunt wordt beheerd. Het betreft de meest zuidelijke bunker, die ten dele is aangeaard en is ingericht als schuilplaats voor vleermuizen.
Historische beschrijving
Duitse bunker, opgericht als onderdeel van de 'Hollandstellung', een verdedigingsstelling die de Duitse bezetter vanaf 1916 liet aanleggen uit vrees voor een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland. Tussen de zee en Strobrugge (Maldegem) werd deze linie aangelegd door de Duitse marine, vanaf Strobrugge tot Vrasene door de Duitse landmacht. In de sector van de marine werden de constructies opgetrokken aan de hand van beton, dat gegoten werd binnen een houten bekisting. In deze sector bestond de 'Hauptkampflinie' uit een opeenvolging van steunpunten, min of meer parallel met de Belgisch-Nederlandse grens. Hierbij werd handig gebruik gemaakt van oude verdedigingswerken, die doorheen de eeuwen langsheen de grens waren aangelegd.
Deze locatie behoorde tot het noordelijke deel van het voormalige Fort Sint-Donaas, een verdedigingswerk dat in 1605, tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), was opgetrokken in de Robbe-Moreelpolder. De bunker ligt net ten zuidwesten van de zogenaamde 'Cantelmolinie', een lange brede verdedigingsgracht die rond 1622 was aangelegd tussen het Fort Sint-Donaas en het Isabellefort. De bunker ligt meer bepaald ter hoogte van de gereconstrueerde zwaluwstaart, een verdedigingswerk dat door de Verenigde Republiek van de Nederlanden werd aangelegd, na de verovering van het Fort Sint-Donaas tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1713). Na de herovering van het fort in 1783 door de Oostenrijkers werd het fort ontmanteld. Onder Napoleon Bonaparte werd vanaf 1810 de Damse Vaart gegraven, dwars doorheen het voormalige fort. Door kleiwinning na de Tweede Wereldoorlog verdween het gros van de resterende landschappelijke relicten.
De desbetreffende bunker lag net ten noorden van het 'Stützpunkt Dora' bij het Fort Sint-Donaas. De stelling tussen 'Stützpunkt Heinrich' (Fort Hazegras) en het 'Stützpunkt Dora' (Fort Sint-Donaas) bestond uit een dubbele rij prikkeldraadversperring, met daarachter een getande loopgraaf. In en ten westen van deze loopgraaf waren bunkers opgetrokken, waaronder bij Fort Hazegras, ter hoogte van de Sluisstraat en bij Fort Sint-Donaas.
Het betreft een type 'Mannschafts Eisenbeton Unterstand' of 'MEBU', dat ter hoogte van dit steunpunt meermaals werd opgetrokken. Opvallend is het feit dat de toegangsdeuren aan noordoostelijke zijde zitten, de vijandszijde. Vermoedelijk was deze oriëntatie bedoeld om snel de gevechtsstelling vóór de toegangen te bemannen. De toegang aan zuidwestelijke zijde diende als nooduitgang.
Beschrijving
Halfondergrondse, ten dele aangeaarde bunker met aan noordoostelijke zijde een deels bewaard betonnen muurtje, haaks tegenover de noordoostelijke toegangszijde. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. Op het dak van de bunker is gras ter camouflage aangebracht. Op de buitenmuren zijn sporen van teer te zien.
De zijmuren steken ter hoogte van de toegangen aan noordoostelijke zijde iets verder uit, als bijkomende bescherming van de toegangen. Deze twee toegangen met een viertal treden, waarvan één nu dichtgemetseld is, vormen de uiteinden van een gang, die op zijn beurt oorspronkelijk via twee deuropeningen (nu uitgebroken) toegang verschaft tot één ruimte. Centraal in de zuidwestelijke zijde van deze ruimte zit een derde, nu dichtgemaakte toegang, eveneens met enkele trapjes. In de betonnen muren en plafonds zijn houten planken en kleine stukjes hout aanwezig voor het bevestigen van inrichtingselementen. In de zuidoostelijke en noordoostelijke binnenmuur zit telkens een nisje voor het plaatsen van verlichting. In de gang tegenover de twee toegangen zit tegen de grond telkens een opening.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/175472 (geraadpleegd op ).