Neoclassicistisch enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder mansardedak (nok parallel aan de straat, leien, mechanische pannen); cartouches van de geveltop met jaartallen 1770 en 1925 respectievelijk verwijzend naar het vooroorlogse pand en de wederopbouw ervan. Reconstructie van de vooroorlogse geblokte klokgevel van gele baksteen, echter nu in combinatie met een mansardedak voorzien van twee oeils-de-boeuf. Gebruik van arduin voor sokkel, cordons en geprofileerde sluitstenen van de rondbogige muuropeningen. Vlak gehouden, verdiepte borstweringen. Bovenlichten met radvormige roedeverdeling. Accoladebogige deurtussendorpel.