Duitse betonnen militaire post, die deel uitmaakte van een Duits steunpunt met diverse militaire betonnen constructies. Het steunpunt is te situeren langs de Zeedijk, ten noordoosten van Lapscheure, op 350 à 600 m ten westen van de grens met Nederland. De grootste betonnen constructie van het steunpunt ligt in de tuin ten zuiden van Zeedijk nummer 4. Twee gelijkaardige betonnen constructies met bijhorende betonnen muurtjes en paaltjes liggen op een noord-zuid georiënteerde dijk ter hoogte van Zeepolder en Spermaliepolder. Langs de Zeedijk, ten westen van Zeepolder en ten oosten van Kaleshoek, liggen nog twee kleinere constructies, waaronder onderhavige constructie.
Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.
De Zeedijk is een inpolderingsdijk uit de 17de – 18de eeuw, die aangelegd is in de nasleep van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje. Toen Noord-Nederlandse troepen om strategische redenen enkele dijken in Sluis doorstaken, werd Oud Lapscheure ter hoogte van Spermaliepolder volledig van de kaart geveegd. Lapscheure werd opnieuw gesticht, op twee kilometer verder naar het zuidwesten. Een groot gebied werd opnieuw ingepolderd, waarbij nieuwe inpolderingsdijken werden aangelegd, waaronder de Zeedijk en Groenendijk.
In een legerbevel van 12 september 1916 werd de uitbouw van de stelling tussen Fort Donaas en de vesting Antwerpen bevolen. Het Marinekorps Flandernwas toen verantwoordelijk voor de uitbouw van de stelling tussen de Damse Vaart en het Afleidingskanaal bij Moerhuize, de rest van de stelling werd uitgebouwd door de Etappen-Inspektion 4.
Volgens de plannen van de 1. Marinedivision diende er tussen Moerhuize en de Damse Vaart geen doorlopende stelling aangelegd te worden, maar werden er 21 mitrailleursposten voorzien, die elkaar moesten ondersteunen en via flankerend vuur het Vorgelände moesten bestrijken. Daarnaast werd de bouw van 6 Untertreträume für je 100 Mann voorzien op belangrijke punten. Net zoals in de eerste verdedigingslijn ten noorden van de Damse Vaart werden mitrailleursposten en schuilplaatsen ingericht tot steunpunten (Stützpunkte) en met draadhindernissen omgeven: ze werden aangeduid met Gustav (Spermaliepolder), Karl (Groot Haringgat), Friedrich (Warande) en Mauritz (Leeskensbruggen). Er werden eveneens artilleriestellingen en observatieposten voorzien voor diverse vormen van geschut. Observatieposten ten behoeve van de artillerie werden ook in de infanteriestellingen ingeplant.
Bij het steunpunt Gustav werden twee Maschinengewehr Stände voorzien, aangeduid met nummer 20 (noordelijke bunker) en 19 (zuidelijke bunker). Deze bestonden telkens uit een bunker met bijhorende open mitrailleuropstellingen. De ruwbouw van beide bunkers werden op het plan van 24 december 1916 als voltooid aangeduid. Merkwaardig genoeg wordt bunker 20 oost-west georiënteerd weergegeven, terwijl hij in werkelijkheid noord-zuid gericht op de dijk ligt. Op de daaropvolgende plannen wordt de noordelijke bunker ook noord-zuid georiënteerd weergegeven. Bij beide bunkers horen inderdaad open gevechtsstellingen: vermoedelijk was er aanvankelijk geen sprake van betonnen paaltjes en een betonnen muurtje voor deze gevechtsstellingen, maar werden deze pas later in beton vervaardigd. De ruwbouw van de grote manschappenverblijfplaats voor 100 man is volgens de plannen tegen eind januari voltooid. Dit betreft Untertreteraum für 100 Mann, nummer zes in de reeks van zes. De stelling voor een 5 cm kanon wordt reeds weergeven op de kaart van december 1916, net ten zuiden van de Zeedijk, ten noorden van de archeologische kerksite. Op de kaart van februari 1917 staat de kanonstelling aan de andere zijde van de Zeedijk aangegeven. Wellicht betreft de kleine constructie een opslagplaats voor de munitie van het kanon.
Onderhavige constructie, een observatiepost voor de artillerie staat voor het eerst aangegeven op de kaart van januari 1917, ten westen van de Zeepolder. In feite gaat het om een dubbele observatiepost, wat wellicht ook verklaart waarom de post een dubbel nummer gekregen heeft op de plannen, namelijk 6 und 7a.
Rond beide bunkers met open gevechtsstellingen wordt een dubbele draadversperring weergegeven. Ten noorden en ten zuiden loopt volgens de voorhanden zijnde kaarten een enkelvoudige draadhindernis als verbinding met de andere verdedigingswerken, min of meer parallel met de grens.
De observatiepost was gebaseerd op een standaardtype, net zoals de andere bunkers van dit steunpunt. Er waren enkelvoudige observatieposten (Type N volgens de Belgische inventarisatie van de West-Vlaamse bunkertypes) en dubbele observatieposten (Type F), zoals het hier bewaarde exemplaar. In deze betonnen constructies zijn vaak ijzeren elementen bewaard, waaronder een deel van een stoeltje, klimijzers en een in het beton verankerde stalen steun met haak voor het bevestigen van een zoeklicht of schaarverrekijker.
De manschappenbunkers met open gevechtsstellingen werden gecamoufleerd door ze onder aarde te brengen, zoals aangetoond op een foto van het Matrosen Artillerie Regiment, die wellicht dateert uit de winter of het vroeger voorjaar van 1917. De foto kan meer bepaald gelokaliseerd worden aan de hand van het opschrift in potlood: ‘M.G.St. 19-20’. Op de foto die genomen is vanuit oostelijke richting, is de noordelijke bunker te zien, die volledig onder aarde is gebracht. Min of meer op de plaats van de open gevechtsstelling ten oosten van de bunker, waar nu twee betonnen paaltjes staan met een muurtje ertussen, zijn twee zogenaamde hooimijten te zien – dit was althans wellicht het bedoelde uitzicht van de bijeengebonden twijgen als camouflagemiddel. Vermoedelijk zijn de betonnen paaltjes met pin en de betonnen muur op het moment van de foto nog niet opgetrokken. Ook op de locatie van de andere open gevechtsstelling, ten zuiden van deze bunker, lijken dergelijke ‘hooimijten’ te zijn aangelegd. De aarde op de bunker is wellicht afkomstig uit de put ten zuidoosten van de bunker. Het feit dat er ook op het dak van de artillerie-observatiepost grasbegroeiing aanwezig is, doet vermoeden dat ook deze constructie (grotendeels) onder aarde was gebracht bij wijze van camouflage.
Rechthoekige betonnen militaire constructie van ongeveer 5 x 3 m. Het dak is ten dele bedekt met grasbegroeiing, wellicht het gevolg van het ten dele onder aarde/gras brengen van de waarnemingspost als vorm van camouflage. Aan westelijke zijde zitten twee toegangen tot twee kleine, van elkaar afgescheiden ruimtes. Links en rechts van elke toegang zit een min of meer vierkante uitsparing. Er zijn ijzeren deurhengsels bewaard. Elke ruimte bevat een opening aan oostelijke zijde, met bewaarde ijzeren elementen. Elke ruimte bevat een grote vierkante opening in het dak, bereikbaar via klimijzers. In de opening zitten ijzeren elementen, waaronder een onderstel voor een stoeltje en een in het beton verankerde stalen steun met haak.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/31006/103.1, Duitse bunkers ‘Stützpunkt Gustav’ (Hollandstellung) (DECOODT H., 2017).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2017: Duitse observatiepost 'Stützpunkt Gustav' [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194664 (geraadpleegd op ).
Ten noordoosten, oosten en net ten westen van Zeedijk 4, ter hoogte van Zeepolder en Spermaliepolder, ligt een cluster van vijf bunkers. Deze betonnen post is de meest noordelijke constructie en ligt in de berm van de Zeedijk. Op 20 meters zuidwaarts is een kleine betonnen constructie terug te vinden.
Historische beschrijving
De militaire constructie is opgericht als onderdeel van de 'Hollandstellung', een verdedigingsstelling die de Duitse bezetter vanaf 1916 liet aanleggen uit vrees voor een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland. Tussen de zee en Strobrugge (Maldegem) werd deze linie aangelegd door de Duitse marine, vanaf Strobrugge tot Vrasene door de Duitse landmacht. In de sector van de marine werden de constructies opgetrokken aan de hand van beton, dat gegoten werd binnen een houten bekisting. In deze sector bestond de 'Hauptkampflinie' uit een opeenvolging van steunpunten, min of meer parallel met de Belgisch-Nederlandse grens. Hierbij werd handig gebruik gemaakt van oude verdedigingswerken zoals dijken, die doorheen de eeuwen langsheen de grens waren aangelegd.
Deze bunker maakte deel uit van 'Stützpunkt Gustav', een steunpunt dat ter hoogte van Zeepolder/Spermaliepolder was opgetrokken. Het is een observatiepost, die ten behoeve van de artillerie was opgetrokken. Het betreft een dubbele observatiepost, met twee afgescheiden ruimtes, die elk een opening in het dak bevatten. Deze openingen konden bereikt worden via klimijzers. Deze observatiepost was gebaseerd op een type dat meermaals in de 'Hollandstellung' ten westen van Strobrugge werd opgetrokken. Er bestond eveneens een enkelvoudige variant. Bij deze artillerie-observatieposten zijn vaak ijzeren elementen bewaard, waaronder een stoeltje en een in het beton verankerde stalen steun met haak voor het bevestigen van een zoeklicht of schaarverrekijker. Elke ruimte was aan vijandelijke zijde eveneens voorzien van een opening, die vermoedelijk met een stalen luik kon afgesloten worden (zie de bewaarde ijzeren elementen).
Beschrijving
Rechthoekige betonnen militaire constructie van ongeveer vijf op drie meter. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting. Het dak is ten dele bedekt met grasbegroeiing.
Aan westelijke zijde zitten twee toegangen tot twee kleine, van elkaar afgescheiden ruimtes. Links en rechts van elke toegang zit een min of meer vierkante uitsparing. Er zijn ijzeren deurhengsels bewaard. Elke ruimte bevat een opening aan oostelijke zijde, met bewaarde ijzeren elementen. Elke ruimte bevat een grote vierkante opening in het dak, bereikbaar via klimijzers. In de opening zitten ijzeren elementen, waaronder een gestel voor een stoeltje en een in het beton verankerde stalen steun met haak.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse observatiepost 'Stützpunkt Gustav' [online], https://id.erfgoed.net/teksten/175542 (geraadpleegd op ).