Teksten van Duitse bunker 'Stützpunkt Gustav' met open gevechtsstellingen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300980

Duitse bunker 'Stützpunkt Gustav' met open gevechtsstellingen ()

Duitse betonnen militaire post, die deel uitmaakte van een Duits steunpunt met diverse militaire betonnen constructies. Het steunpunt is gelegen langs de Zeedijk, ten noordoosten van Lapscheure, op 350 à 600 m ten westen van de grens met Nederland. De grootste betonnen constructie van het steunpunt ligt in de tuin ten zuiden van Zeedijk nummer 4. Deze bunker betreft de meest noordelijke van twee gelijkaardige betonnen constructies met bijhorende betonnen muurtjes en paaltjes, die liggen op een noord-zuid georiënteerde dijk ter hoogte van Zeepolder en Spermaliepolder. Langs de Zeedijk, ten westen van Zeepolder en ten oosten van Kaleshoek, liggen nog twee kleinere constructies.

Historisch overzicht

Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.

De Zeedijk

De Zeedijk is een inpolderingsdijk uit de 17de – 18de eeuw, die aangelegd is in de nasleep van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje. Toen Noord-Nederlandse troepen om strategische redenen enkele dijken in Sluis doorstaken, werd Oud Lapscheure ter hoogte van Spermaliepolder volledig van de kaart geveegd. Lapscheure werd opnieuw gesticht, op twee kilometer verder naar het zuidwesten. Een groot gebied werd opnieuw ingepolderd, waarbij nieuwe inpolderingsdijken werden aangelegd, waaronder de Zeedijk en Groenendijk.

De uitbouw van de Hollandstellung tussen de Damse Vaart en Moerhuize

In een legerbevel van 12 september 1916 werd de uitbouw van de stelling tussen Fort Donaas en de vesting Antwerpen bevolen. Het Marinekorps Flandernwas toen verantwoordelijk voor de uitbouw van de stelling tussen de Damse Vaart en het Afleidingskanaal bij Moerhuize, de rest van de stelling werd uitgebouwd door de Etappen-Inspektion 4.

Volgens de plannen van de 1. Marinedivision diende er tussen Moerhuize en de Damse Vaart geen doorlopende stelling aangelegd te worden, maar werden er 21 mitrailleursposten voorzien, die elkaar moesten ondersteunen en via flankerend vuur het Vorgelände moesten bestrijken. Daarnaast werd de bouw van 6 Untertreträume für je 100 Mann voorzien op belangrijke punten. Net zoals in de eerste verdedigingslijn ten noorden van de Damse Vaart werden mitrailleursposten en schuilplaatsen ingericht tot steunpunten (Stützpunkte) en met draadhindernissen omgeven: ze werden aangeduid met Gustav (Spermaliepolder), Karl (Groot Haringgat), Friedrich (Warande) en Mauritz (Leeskensbruggen). Er werden eveneens artilleriestellingen en observatieposten voorzien voor diverse vormen van geschut. Observatieposten ten behoeve van de artillerie werden ook in de infanteriestellingen ingeplant.

Stützpunkt Gustav
Opbouw van het steunpunt

Bij het steunpunt Gustav werden twee Maschinengewehr Stände voorzien, aangeduid met nummer 20 (noordelijke bunker) en 19 (zuidelijke bunker). Deze bestonden telkens uit een bunker met bijhorende open mitrailleuropstellingen. De ruwbouw van beide bunkers werden op het plan van 24 december 1916 als voltooid aangeduid. Merkwaardig genoeg wordt bunker 20 oost-west georiënteerd weergegeven, terwijl hij in werkelijkheid noord-zuid gericht op de dijk ligt. Op de daaropvolgende plannen wordt de noordelijke bunker ook noord-zuid georiënteerd weergegeven. Bij beide bunkers horen inderdaad open gevechtsstellingen: vermoedelijk was er aanvankelijk geen sprake van betonnen paaltjes en een betonnen muurtje voor deze gevechtsstellingen, maar werden deze pas later in beton vervaardigd. De ruwbouw van de grote manschappenverblijfplaats voor 100 man is volgens de plannen tegen eind januari voltooid. Dit betreft Untertreteraum für 100 Mann, nummer zes in de reeks van zes. De observatiepost voor de artillerie staat voor het eerst aangegeven op de kaart van januari 1917, ten westen van de Zeepolder. In feite gaat het om een dubbele observatiepost, wat wellicht ook verklaart waarom de post een dubbel nummer gekregen heeft op de plannen, namelijk 6 und 7a. De stelling voor een 5 cm kanon wordt reeds weergeven op de kaart van december 1916, net ten zuiden van de Zeedijk, ten noorden van de archeologische kerksite. Op de kaart van februari 1917 staat de kanonstelling aan de andere zijde van de Zeedijk aangegeven. Wellicht betreft de kleine constructie een opslagplaats voor de munitie van het kanon.

Rond beide bunkers met open gevechtsstellingen wordt een dubbele draadversperring weergegeven. Ten noorden en ten zuiden loopt volgens de voorhanden zijnde kaarten een enkelvoudige draadhindernis als verbinding met de andere verdedigingswerken, min of meer parallel met de grens.

De bunkers met open gevechtsstellingen

De mitrailleursposten, bestaande uit bunkers met bijhorende open gevechtsstellingen, komen het meeste voor in dit deel van de Hollandstellung, tussen de Damse Vaart en Moerhuize. In de naoorlogse inventarisatie door het Belgische leger van de West-Vlaamse bunkers wordt dit type aangeduid met Type E. Het betreft een betonnen constructie bestaande uit één ruimte van ongeveer 4,8 op 3,5 m met aan weerszijden een L-vormige (geknikte) toegang. De muur aan frontzijde is tot anderhalve meter dik. Vaak zijn deze constructies in een bestaande dijk ingeplant. Bij deze bunkers bevinden zich doorgaans één of meerdere open gevechtstellingen, bestaande uit een betonnen muurtje, met één of meerdere betonnen paaltjes waarop een mitrailleur geplaatst kon worden op een centrale metalen pin. Vermoedelijk zijn deze betonnen muurtjes en paaltjes pas later in de oorlog opgetrokken. Soms zitten er in de muren van de bunker nog openingen. Mogelijk dienden vierkante openingen aan de achterzijde van de bunker voor het versturen van lichtsignalen naar de achterliggende troepen.

Camouflage

De manschappenbunkers met open gevechtsstellingen werden gecamoufleerd door ze onder aarde te brengen, zoals aangetoond op een foto van het Matrosen Artillerie Regiment, die wellicht dateert uit de winter of het vroeger voorjaar van 1917. De foto kan meer bepaald gelokaliseerd worden aan de hand van het opschrift in potlood: ‘M.G.St. 19-20’. Op de foto die genomen is vanuit oostelijke richting, is de noordelijke bunker te zien, die volledig onder aarde is gebracht. Min of meer op de plaats van de open gevechtsstelling ten oosten van de bunker, waar nu twee betonnen paaltjes staan met een muurtje ertussen, zijn twee zogenaamde hooimijten te zien – dit was althans wellicht het bedoelde uitzicht van de bijeengebonden twijgen als camouflagemiddel. Vermoedelijk zijn de betonnen paaltjes met pin en de betonnen muur op het moment van de foto nog niet opgetrokken. Ook op de locatie van de andere open gevechtsstelling, ten zuiden van deze bunker, lijken dergelijke ‘hooimijten’ te zijn aangelegd. De aarde op de bunker is wellicht afkomstig uit de put ten zuidoosten van de bunker. Het feit dat er ook op het dak van de artillerie-observatiepost grasbegroeiing aanwezig is, doet vermoeden dat ook deze constructie (grotendeels) onder aarde was gebracht bij wijze van camouflage.

Beschrijving

Eén van twee halfondergrondse betonnen militaire constructies, met bijhorende betonnen muurtjes, op hun beurt geflankeerd door twee betonnen paaltjes. Op het dak van de bunkers zijn vier betonnen, afgeknotte kegels met vierkante opening zichtbaar. De grasbegroeiing op het dak is het gevolg van het onder aarde/gras brengen van de bunkers tijdens de oorlog als een vorm van camouflage. De bunkers kunnen betreden worden via trappen en brede, geknikte gangen aan noordelijke en zuidelijke zijde. Naast de noordelijke (bij de noordelijke constructie) respectievelijk zuidelijke (bij de zuidelijke constructie) toegang zit een opening, die naar buiten toe versmalt. Binnenin bestaat de constructie uit één ruimte. Aan de binnenzijde van de oostelijke muur zit telkens een nis en in de twee hoeken tegen het plafond een kleinere opening. In de oostelijke buitenmuur van de noordelijke constructie zijn kleine langwerpige uitsparingen te zien, die niet zichtbaar zijn aan de binnenzijde. In de westelijke muur (= vriendzijde) zit een vierkante opening, die afgesloten kon worden aldus de bewaarde hengsels. De open gevechtsstellingen, telkens bestaande uit een betonnen muurtje en twee betonnen paaltjes, liggen bij de noordelijke bunker op ongeveer 10 m ten oosten van de noordelijke toegang respectievelijk op 10 m ten zuiden van de zuidelijke toegang. Bij de meest zuidelijke bunker liggen ze op ongeveer 5 m van elke toegang. Aan elke zijde van elk muurtje staat telkens één paaltje, in een geschrankte positie ten opzichte van elkaar. De paaltjes zijn meerhoekig en bevatten bovenaan een ronde, ijzeren opening. Het beton lijkt bovenaan de paaltjes fijner afgewerkt.

  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Fonds C.D.H., Inventaire QGT nr 27, map 533: documenten m.b.t. inventarisatie van bunkers in West- en Oost-Vlaanderen.
  • Militärarchiv Freiburg, RM 120/112, RM 120/226: diverse documenten van het Marinekorps Flandern met betrekking tot de aanleg van de Hollandstellung.
  • Militärarchiv Freiburg, RM121-I/805, Album met foto’s van het Matrosen-Artillerie-Regiment, s.d.
  • LAMBRECHT E. 2014: Knokke & Westkapelle in de Grote Oorlog, Brugge.
  • SAKKERS H. e.a. 2011: De Hollandstellung van Knokke tot Antwerpen. Stille getuige van de Eerste Wereldoorlog, s.l.
  • VAN GEETERUYEN A. & DE JONGH G. 1994: Hollandstellung van de kust tot Strobrugge, toen en nu, Shrapnel, 6.2.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/31006/103.1, Duitse bunkers ‘Stützpunkt Gustav’ (Hollandstellung) (DECOODT H., 2017).
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2017: Duitse bunker 'Stützpunkt Gustav' met open gevechtsstellingen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194665 (geraadpleegd op ).


Duitse bunker 'Stützpunkt Gustav' ()

Ten noordoosten, oosten en net ten westen van Zeedijk 4, ter hoogte van Zeepolder en Spermaliepolder, ligt een cluster van vijf bunkers. Dit betreft de meest noordelijke van twee gelijkaardige bunkers tegen een dijk in de Spermaliepolder.

Historische beschrijving

De bunker is opgericht als onderdeel van de 'Hollandstellung', een verdedigingsstelling die de Duitse bezetter vanaf 1916 liet aanleggen uit vrees voor een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland. Tussen de zee en Strobrugge (Maldegem) werd deze linie aangelegd door de Duitse marine, vanaf Strobrugge tot Vrasene door de Duitse landmacht. In de sector van de marine werden de constructies opgetrokken aan de hand van beton, dat gegoten werd binnen een houten bekisting. In deze sector bestond de 'Hauptkampflinie' uit een opeenvolging van steunpunten, min of meer parallel met de Belgisch-Nederlandse grens. Hierbij werd handig gebruik gemaakt van oude verdedigingswerken, die doorheen de eeuwen langsheen de grens waren aangelegd.

Deze bunker maakte deel uit van 'Stützpunkt Gustav', een steunpunt dat ter hoogte van Zeepolder / Spermaliepolder was opgetrokken. Het betreft een type 'Mannschafts Eisenbeton Unterstand' of 'MEBU', dat meermaals werd opgetrokken door de marine. Kenmerkend zijn de open gevechtsstellingen voor mitrailleurs bij de bunker. De vierkante opening aan westelijke zijde diende voor het versturen van lichtsignalen via een 'Lichtsignalgerät' (seinlamp).

Beschrijving

Halfondergrondse betonnen militaire constructie, met twee betonnen muurtjes en bijhorende paaltjes.

Het beton van de bunker is gegoten tegen een houten bekisting. Op het dak is er ter camouflage grasbegroeiing aangebracht. Op het dak staan vier betonnen afgeknotte kegels met vierkante openingen. Er zijn wapeningsijzers in het beton zichtbaar.

De bunker kan betreden worden via trappen en brede, geknikte gangen aan noordelijke en zuidelijke zijde. Naast de noordelijke toegang zit een opening , die naar buiten toe versmalt. Binnenin bestaat de constructie uit één ruimte. In de oostelijke muur (= vijandelijke zijde) zit centraal in de binnenmuur een nis en in de twee hoeken tegen het plafond telkens een kleinere opening. In de westelijke muur (= vriendzijde) zit een vierkante opening, die afgesloten kon worden cf. de bewaarde hengsels. Door de hoge waterstand kon de bunker niet betreden worden.

De muurtjes zijn gelegen op zo’n 10 meter ten oosten van de noordelijke toegang respectievelijk op 10 meter ten zuiden van de zuidelijke toegang. Aan elke zijde van elk muurtje staan telkens één paaltje in een geschrankte positie ten opzichte van elkaar. De paaltjes zijn meerhoekig en bevatten bovenaan een ronde, ijzeren opening. Het beton lijkt bovenaan de paaltjes fijner afgewerkt.

  • SAKKERS H., DEN HOLLANDER J. & MURK R. 2011: De Hollandstellung. Van Knokke tot Antwerpen. Stille getuige van de Eerste Wereldoorlog, s.l.
  • VAN GEETERUYEN A. & DE JONGH G. 1994: Hollandstellung. Van de kust tot Strobrugge, toen en nu, Shrapnel, 6.2, 1-64.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse bunker 'Stützpunkt Gustav' met open gevechtsstellingen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/175551 (geraadpleegd op ).