Teksten van Neoclassicistische huizenrij

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300987

Neoclassicistische huizenrij ()

Evenwichtig opgebouwd, symmetrisch ensemble van vijf neoclassicistische burgerhuizen, opgetrokken rond 1894 in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. De plannen in het dossier zijn getekend door architect Albert Arnou, die talloze gevelrijen realiseerde voor deze bouwmaatschappij.

De maatschappij was de motor achter de ontwikkeling van Zurenborg tot woonwijk voor de middenklasse. Met huizenrijen als deze, uitgevoerd door verschillende architecten, gaf de maatschappij vorm aan de wijk. Het gaat doorgaans om burgerhuizen van drie traveeën en twee tot drie bouwlagen, met een zeer verzorgde neoclassicistische gevel. Om de straten niet eentonig wit te maken, werden de neoclassicistische gevels afgewisseld met kleurrijke façades in neo-Vlaamserenaissance-stijl of eclecticisme, en later met art-nouveauhuizen.

De vijf woningen tellen drie traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldaken. De kroonlijsthoogtes verspringen, met centraal de hoogste woning, gradueel lager wordend naar de buitenkant van het ensemble toe. De hoogste woning (nummer 103) vormt het midden, waarrond de woningen spiegelend zijn gebouwd, twee aan twee identiek. De vaste elementen van de neoclassicistische, eind-19de-eeuwse burgerwoning zijn overal aanwezig: bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels, hardstenen plint, houten kroonlijst op klossen en modillons, rechthoekige muuropeningen, imitatievoegen, horizontale ritmering door kordonlijsten en doorlopende onderdorpels. Dit ensemble wordt gekenmerkt door de balkons met balustrades op de eerste verdieping, waarbij de balkondeuren door een entablement, een rond of een driehoekig fronton zijn bekroond. De smallere bovenvensters, in de centrale drie huizen telkens vier met tussenzuiltjes, verenigen de woningen tot een goed afleesbaar ensemble.

Dubbele voordeuren met paneelwerk en T-vensters deels bewaard.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1894 # 76.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2015: Neoclassicistische huizenrij [online], https://id.erfgoed.net/teksten/182516 (geraadpleegd op ).


Neoclassicistische huizenrij ()

Nummers 45-53, 57, 63-71, 79, 83-91, 99-109: neoclassicistische enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadel- of pseudo-mansardedak, uit de laatste kwart van de 19e eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, vaak met geblokte begane grond. Rijk uitgewerkte ornamentiek met imitatievoegen, panelen, schijven, wortelmotieven, pilasters, balusters en frontons. Markante erkers (nummers 47 en 51) en balkons. Overwegend rechthoekige muuropeningen, centrale vensters, soms in entablementomlijsting.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Neoclassicistische huizenrij [online], https://id.erfgoed.net/teksten/175568 (geraadpleegd op ).