is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duits manschappenverblijfplaats
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hollandstellung: deel Oost-Vlaanderen
Deze vaststelling was geldig van tot
Bijna volledig ondergrondse betonnen militaire constructie, in de tuinen horende bij huisnummers 13 en 17. Op een deel van de constructie, horende bij huisnummer 17, is een buxustuin aangelegd. Op ongeveer 60 meter noordoostwaarts, aan de overzijde van Strobrugge, ligt een gelijkaardige bunker.
Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.
In een legerbevel van 12 september 1916 werd de uitbouw van de stelling tussen Fort Donaas en de vesting Antwerpen bevolen. Het Marinekorps Flandern was toen verantwoordelijk voor de uitbouw van de stelling tussen de Damse Vaart en het Afleidingskanaal bij Moerhuize, de rest van de stelling werd uitgebouwd door de Etappen-Inspektion 4.
In een legerbevel van 12 september 1916 werd de uitbouw van de stelling tussen Fort Donaas en de vesting Antwerpen bevolen. Het Marinekorps Flandern was toen verantwoordelijk voor de uitbouw van de stelling tussen de Damse Vaart en het Afleidingskanaal bij Moerhuize, de rest van de stelling werd uitgebouwd door de Etappen-Inspektion 4. Tussen Leeskensbruggen en Moerhuize werden de verdedigingswerken aangelegd ten noorden van het Leopoldkanaal en ten zuiden van het Afleidingskanaal van de Leie. Aanvankelijk werden er vooral mitrailleursposten voorzien aan de noordzijde van het Leopoldkanaal, bestaande uit bunkers met open gevechtsstellingen en flankerende mitrailleursposten. Deze laatsten werden tegen het zuidelijke talud van de noordelijke dijk van het Leopoldskanaal ingeplant.
Deze verdedigingswerken werden met (dubbele) draadhindernissen met elkaar verbonden, die op bepaalde punten in noordelijke richting uitsprongen. Ten noorden van Strobrugge, meer bepaald tussen Waaktdijk tot ter hoogte van Moerhuize, vormde deze stelling een bruggenhoofd met meerdere mitrailleursposten. Ter hoogte van Moerhuize werd een verbinding voorzien tussen het Leopoldkanaal en het Afleidingskanaal, waar er ook twee mitrailleursposten langs de noordelijke dijk werden opgetrokken, waaronder één flankerende bunker. In Strobrugge zelf werden twee grote manschappenonderkomens voor honderd man voorzien. In de zuidelijke dijk van het Afleidingskanaal werden twee stellingen voor 5 cm kanonnen aangelegd. In latere plannen werden er ook nog eens enkele en dubbele observatieposten ten behoeve van de artillerie toegevoegd bij de mitrailleursposten.
Tussen Fort Donaas en Moerhuize werden 6 Untertreträume für je 100 Mann voorzien op belangrijke punten. Twee ervan werden opgetrokken in Strobrugge, met name nummer I, de meest oostelijke bunker, en II, de meest westelijke van de twee. Volgens het beschikbare kaartmateriaal waren beide bunkers in aanbouw in de winter van 1916/17. Een foto van het Matrosen-Artillerie-Regiment toont hoe beide grote bunkers onder aarde werden gebracht ter camouflage. Toen Strobrugge in het najaar van 1944 door de Canadese artillerie beschoten werd tijdens de zogenaamde operatie 'Switchback', schuilden er vele burgers in deze bunker.
Grote militaire constructie uit gewapend beton met een rechthoekig grondplan van 26,30 op 9,40 meter, met muren die minimaal één dik zouden zijn. Het dak zou anderhalve meter dik zijn. De constructie steekt nu 30 centimeter boven de grond. Dit type bunker bevat twee toegangen (breedte 1,10 meter) aan zuidelijke zijde onder schuin aflopend plafond, die uitspringen en de uiteinden vormen van één lange gang. Via twee toegangen in deze gang kunnen de twee grote binnenruimtes (elk ongeveer 10 x 5 meter) bereikt worden. De twee ruimtes zouden ook onderling met elkaar in verbinding staan via een doorgang in de scheidingsmuur. Het dak wordt per ruimte ondersteund door twee achthoekige betonnen pilaren met een doorsnede van een halve meter.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hollandstellung
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse manschappenverblijfplaats [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301016 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.