Samenstel van drie neoclassicistische burgerhuizen, opgetrokken kort na de start van de ontwikkeling van Zurenborg in de jaren 1880. Het bouwdossier van deze huizengroep werd niet teruggevonden, maar zowel qua opzet als qua gevelafwerking sluiten de panden aan bij de talrijke woningen die de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in de straat liet bouwen. Deze bouwmaatschappij stond in voor de ontwikkeling van de wijk Zurenborg tot woonwijk voor de middenklasse, gekenmerkt door burgerhuizen met verzorgde gevels, doorgaans reeksbouw in neoclassicistische stijl.
De burgerwoningen tellen drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken (het mansardedak van 49 is een latere toevoeging). Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels, met plinten in blauwe hardsteen, houten kroonlijsten op klossen en modillons, kordonlijsten en doorlopende onderdorpels, rechthoekige muuropeningen die regelmatig in de traveeën zijn geplaatst.
De centrale woning (51) is iets hoger en rijker uitgewerkt dan de twee identieke flankerende huizen. De middelste gevel wordt gekenmerkt door een grote erker op de verdiepingen, versierd met hoekpilasters, wortelmotieven en een hoofdgestel bekroond door het ijzeren balkon van de bovenverdieping. Hetzelfde fijne ijzerwerk vinden we terug bij de borstweringen van de bovenvensters. De balkondeur is bekroond door een driehoekig fronton op uitgewerkte consoles. Verder deels bewaard schrijnwerk, onder meer van de dubbele paneeldeur.
Bij de identieke woningen op 49 en 53 ligt de nadruk op de eerste verdieping met een centraal balkon en borstweringen met balustrades op de eerste verdieping, en vensters die geflankeerd zijn door gegroefde pilasters. Bovenvensters onder doorlopende bovendorpels, centraal versierd met een sluitstuk en onderaan met versierde borstweringen. De twee voordeuren zijn authentiek, net als een deel van de ramen.