Bovengrondse betonnen constructie langs de voormalige spoorlijn 58, nu museumlijn, ter hoogte van kilometerpaal 30.
Bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung.
Volgens een Belgische naoorlogse lijst waren er tijdens de Eerste Wereldoorlog op grondgebied Eeklo minimum 65 bunkers opgetrokken. Vandaag zijn er maar 16 bunkers overgebleven. Vele bunkers in Eeklo zijn verdwenen bij de aanleg van nieuwe woonwijken en tijdens een door de gemeente opgezette afbraakcampagne in 1959-1960.
Tussen Balgerhoeke (Maldegem) en de Sint-Jansdreef (Eeklo) volgde de tweede verdedigingslijn van de hoofdstelling ten westen van Eeklo, spoorlijn 58. Zowel aan de noordelijke als aan de zuidelijke zijde van de spoorlijn werden op regelmatige afstand verschillende types bunkers uit betonstenen opgetrokken. Er werd hierbij veel aandacht besteed aan camouflage. Daar waar mogelijk werden de bunkers opgetrokken in bestaande bossen of tegen of achter houtkanten. In andere gevallen werd er een dak op de constructie geplaatst. Of de bunkers werden met riet of twijgen bedekt.
Prosper Van Acker verhaalt op 19 mei 1917 in zijn dagboek hoe er plots een herberg verschenen was ter hoogte van de Balgerhoekestraat en hoe er langs de spoorlijn ook een speciale bunker werd opgetrokken: “Langs de spoorbaan, die niet ver daar vandaan loopt, is evenzoo een baanwachtershuisje gesimuleerd met geschilderde vensterramen, gordijnen en zelfs bloemen: ook een kazemat.” Dit betreft deze mitrailleurpost.
Er zijn voor wat de Hollandstellung betreft, geen andere dergelijke betonnen versterkingen gekend die in een specifieke vorm gegoten werden. De grote openingen evenals de cirkelvormige ophogingen met centraal een verticale metalen koker wijzen op de functie als mitrailleurpost.
De bunker lijkt eerder van slechte kwaliteit te zijn. De muren zijn niet dik (tot 80cm aan de voorzijde), het beton bevat veel holtes en is samengesteld met grote kiezels. Mogelijk wijst dit op de beperkte ervaring die de Duitse landmacht had met het optrekken van bunkers uit gegoten beton.
De beschadigingen aan de topgevel zouden veroorzaakt zijn door Canadezen, die hier na de Tweede Wereldoorlog oefenden met PIAT raketten.
Kilometerpaal 30, die nagenoeg tegen het mitrailleurpostje staat, bestaat uit een gietijzeren gecanneleerde zuilschacht met bovenaan een driehoekige blauwe prisma met het getal 30 erop. Dit type kilometerpaal dateert van vóór de oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (kortweg NMBS) in 1926.
Grotendeels betonnen militaire constructie in de vorm van een huisje met zadeldak, met een rechthoekig grondplan van 3,4 x 2,3 m, met aan oostelijke zijde een aanpalende betonnen muurtje van naar verluidt 1,4 x 0,5 m groot en 1 m hoog, dat schuin ten opzichte van de bunker geplaatst staat. Het geheel lijkt op een fundament te zijn opgetrokken. De constructie is opgetrokken in beton, versterkt met stalen profielen. Andere vlakken lijken met baksteen te zijn opgevuld, waarboven soms een cementlaag is aangebracht.
Toegang aan zuidelijke zijde, waar de betonnen muur nauwelijks 0,3 m dik is. Aan noordelijke zijde, waar de muur 0,8 m dik is, steekt een opening van 1,9 m, die naar buiten toe versmalt tot 0,7 m. Op het onderste vlak van deze opening zit een cirkelvormige verhoging met centraal een pin voor het plaatsen van een mitrailleur. In de twee zijmuren (0,55 m dik) zit telkens een opening die versmalt tot 0,85 m breedte en 0,6 m hoogte. Het is onduidelijk of deze openingen ook een cirkelvormig draaipunt bevatten.
Op het betonnen platform rond de bunker staat een kilometerpaal. De paal heeft een gietijzeren gecanneleerde zuilschacht met bovenaan een driehoekige blauwe prisma met het getal 30 erop.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/43005/102.1, Duitse mitrailleurpost spoorlijn (Hollandstellung) (DECOODT H., 2017).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2017: Duitse mitrailleurpost spoorlijn 58 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194877 (geraadpleegd op ).
Bovengrondse betonnen constructie langs de voormalige spoorlijn 58, nu museumlijn, ter hoogte van kilometerpaal 30.
Historische beschrijving
Deze bunker is opgericht als onderdeel van de 'Hollandstellung', een verdedigingsstelling die de Duitse bezetter vanaf 1916 langs de Nederlandse grens liet aanleggen uit vrees voor een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland. Tussen de zee en Strobrugge (Maldegem) werd deze linie aangelegd door het 'Marinekorps Flandern'. Vanaf Strobrugge tot aan de aansluiting met de 'Stellung Antwerpen' in Vrasene werd de linie uitgebouwd door de Duitse landmacht.
De 'Hollandstellung' was het sterkst uitgebouwd tussen Strobrugge en het Kanaal Gent-Terneuzen. Vanaf Strobrugge splitste de 'Hollandstellung' in een 'Vorstellung' langs het Leopoldkanaal, een 'vorgeschobene Linie' met de zogenaamde voorpostenbunkers en tenslotte de 'Hauptkampflinie' of 'Haupt Hollandstellung'. Tussen de voorpostenlijn en hoofdverdedigingslijn was er een dubbele prikkeldraadversperring aangelegd.
Deze bunker maakte deel uit van de hoofdverdedigingsstelling, die anderhalf à twee kilometer achter de voorpostenlijn was uitgebouwd. Deze stelling liep iets ten zuiden van Balgerhoeke, langs de voormalige spoorlijn 58 ten westen van Eeklo richting Oostveldstraat en Antwerpse Heirweg tot Heide ten zuiden van Lembeke en Oosteeklo, via Tervenen tot Kluizen en Doornzele bij het Kanaal Gent-Terneuzen.
De hoofdverdedigingslijn tussen Strobrugge en het Kanaal Gent-Terneuzen kent een grote densiteit aan bunkers, in bepaalde zones op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar gepositioneerd. De bunkers wisselen af qua typologie. Ze zijn duidelijk opgetrokken aan de hand van bepaalde standaardontwerpen, maar kunnen niettemin variëren in hun uitvoering. De landmacht maakte gebruik van geprefabriceerde betonstenen die, verankerd met ijzers, dienden als gietkoffer waartussen beton gestort werd. Het plafond is meestal gegoten op ijzeren profielen waartussen houten planken waren aangebracht.
In 1921 werden er op grondgebied Eeklo nog 65 Duitse bunkers geregistreerd. In 2015 zijn er 16 bunkers teruggevonden. Vooral een grootschalige, door de gemeente georganiseerde afbraakcampagne van bunkers in 1959-1960 zou aan de basis liggen van het massaal verdwijnen van bunkers in Eeklo.
Deze constructie wijkt af van de bunkerontwerpen die doorgaans gehanteerd werden in de ‘Hauptkampflinie’. De bakstenen restanten her en der in de buitenmuren wijzen op het feit dat de betonnen constructie (ten dele) gegoten is tegen bakstenen muren. Prosper Van Acker schrijft in zijn oorlogsdagboek dat de bunker werd gecamoufleerd als een baanwachtershuisje, met geschilderde vensterramen, gordijnen en zelfs bloemen.
De beschadigingen aan de topgevel zouden veroorzaakt zijn door Canadezen, die hier na de Tweede Wereldoorlog oefenden met PIAT raketten, een soort anti-tank raketten.
Beschrijving
Betonnen militaire constructie in de vorm van een huisje met zadeldak, met een rechthoekig grondplan van 3,4 x 2,3 meter, met aan oostelijke zijde een bijkomende betonnen muurtje van 1,4 x 0,5 meter groot en één meter hoog, dat schuin geplaatst staat. De constructie is opgetrokken aan de hand van beton, (deels) gegoten tegen bakstenen muren en versterkt met stalen profielen.
Toegang aan zuidelijke zijde, waar de betonnen muur nauwelijks 0,3 meter dik is. Aan noordelijke zijde, waar de muur 0,8 meter dik is, steekt een opening van 1,9 meter, die naar buiten toe versmalt tot 0,7 meter. Op het onderste vlak van deze opening is een cirkelvormige verhoging met centraal een pin voor de plaatsing van een mitrailleur. In de twee zijmuren (0,55 meter dik) zit telkens een opening die versmalt tot 0,85 meter breedte en 0,6 meter hoogte. Het is onduidelijk of deze openingen ook een cirkelvormig draaipunt bevatten.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse mitrailleurpost spoorlijn 58 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/176057 (geraadpleegd op ).