Duitse bunker in de tuin bij villa op adres Antwerpse Heirweg 17A, tegen Scheutbos. De bunker is volledig overgroeid.
Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.
Volgens een legerbevel van 12 september 1916 diende de Hollandstellung tussen Moerhuize en Vrasene te bestaan uit een Vorstellung en een Hauptstellung. Het tracé van beide stellingen stond in nauw verband met zones, die moerassig konden worden gemaakt (zogenaamde Sumpfgebiete). Alle wegen en kruispunten moesten met mitrailleurvuur gedekt kunnen worden.
Tussen Strobrugge en het kanaal Gent-Zeehaven ontdubbelde de hoofdstelling in twee verdedigingslijnen. De eerste lijn van de hoofdverdedigingslinie liep vanaf Celie over Boterhoek en Waai, ten noorden van Lembeke en Oosteeklo via Ertvelde tot Rieme. De overgebleven bunkers kennen min of meer hetzelfde ontwerp.
Op anderhalve à drie kilometer lag de tweede verdedigingslijn. Deze splitste ter hoogte van Celie af van de eerste lijn, liep iets ten zuiden van Balgerhoeke, langs de voormalige spoorlijn 58 ten westen van Eeklo richting Oostveldstraat en Antwerpse Heirweg tot Heide ten zuiden van Lembeke en Oosteeklo, via Tervenen tot Kluizen en Doornzele bij het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze verdedigingslijn was dicht bezaaid met bunkers, die in bepaalde zones op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar waren gepositioneerd.
Deze bunker maakte deel uit van deze tweede verdedigingslijn. In 1921 werden er in Lembeke 41 Duitse bunkers geregistreerd. In 2015 zijn er slechts 17 bunkers teruggevonden.
De bunkers tussen Rapenbrug (Maldegem) en Vrasene (Beveren) werden opgetrokken vanaf de winter van 1916-1917. Ze werden bijna allen opgetrokken aan de hand van betonstenen met holtes, waarin wapeningsijzers gestoken konden worden om de betonstenen met elkaar te verankeren. Met deze betonstenen konden als het ware spouwmuren opgetrokken worden, waartussen nog eens beton gegoten werd. Het is niet duidelijk of alle muren op deze manier zijn opgetrokken. Wellicht is voor de bouw met betonstenen gekozen, omdat dit een snellere en gemakkelijker manier van bouwen was. Er werd veel aandacht besteed aan de camouflage van bunkers.
Naar verluidt betonnen militaire post met een nagenoeg rechthoekig grondplan van 7,7 op 6,5 meter, met aan beide zijkanten een borstwering. Het plafond binnenin is verstevigd met stalen profielen en 5 centimeter dikke houten planken. De dakrand is afgerond.
Tussen de twee toegangen aan zuidelijke zijde is een luifel aangebracht, te bereiken via een betonnen trap. Op het dak is een verhoogd platform aangebracht met een ronde opening van 6 centimeter diameter, vermoedelijk voor het plaatsen van een mitrailleur. In het loopvlak onder de luifel zit een zinkputje.
De toegangen vormen de uiteinden van een geknikte gang van één meter breed. Via de gang kan de centrale binnenruimte van 5,4 op 2,3 meter betreden worden. In het plafond zit één vierkante opening van 30 op 30 centimeter.
Ter hoogte van de toegangen zijn ijzeren deurelementen bewaard. Aan oostelijke zijde loopt de gang iets verder door, naar verluidt een ruimte voor een toiletton. In de binnenmuur zitten ter hoogte van de westelijke toegang één schuine opening (20 centimeter breed, 40 centimeter hoog), ter hoogte van de oostelijke toegang twee dergelijke openingen.
De borstweringen links en rechts van de bunker, ongeveer 3 op 1,8 meter groot, zouden 1,2 meter hoog zijn. Ze bevatten een nis.
Deze bunker kon tijdens de inventarisatie niet van nabij bekeken worden.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2017: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194933 (geraadpleegd op ).
Duitse bunker in de tuin bij villa op adres Antwerpse Heirweg 17A, tegen Scheutbos. De bunker is volledig overgroeid.
Historische beschrijving
Deze bunker is opgericht als onderdeel van de 'Hollandstellung', een verdedigingsstelling die de Duitse bezetter vanaf 1916 langs de Nederlandse grens liet aanleggen uit vrees voor een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland. Tussen de zee en Strobrugge (Maldegem) werd deze linie aangelegd door het 'Marinekorps Flandern'. Vanaf Strobrugge tot aan de aansluiting met de 'Stellung Antwerpen' in Vrasene werd de linie uitgebouwd door de Duitse landmacht.
De 'Hollandstellung' was het sterkst uitgebouwd tussen Strobrugge en het Kanaal Gent-Terneuzen. Vanaf Strobrugge splitste de 'Hollandstellung' in een 'Vorstellung' langs het Leopoldkanaal, een 'vorgeschobene Linie' met de zogenaamde voorpostenbunkers en tenslotte de 'Hauptkampflinie' of 'Haupt Hollandstellung'. Tussen de voorpostenlijn en hoofdverdedigingslijn was er een dubbele prikkeldraadversperring aangelegd.
Deze bunker maakte deel uit van de hoofdverdedigingsstelling, die anderhalf à twee kilometer achter de voorpostenlijn was uitgebouwd. Deze stelling liep iets ten zuiden van Balgerhoeke, langs de voormalige spoorlijn 58 ten westen van Eeklo richting Oostveldstraat en Antwerpse Heirweg tot Heide ten zuiden van Lembeke en Oosteeklo, via Tervenen tot Kluizen en Doornzele bij het Kanaal Gent-Terneuzen.
De hoofdverdedigingslijn tussen Strobrugge en het Kanaal Gent-Terneuzen kent een grote densiteit aan bunkers, in bepaalde zones op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar gepositioneerd. Zo werden er in 1921 in Lembeke 41 Duitse bunkers geregistreerd. In 2015 zijn er slechts 17 bunkers teruggevonden.
De bunkers wisselen af qua typologie. Ze zijn duidelijk opgetrokken aan de hand van bepaalde standaardontwerpen, maar kunnen niettemin variëren in hun uitvoering. De landmacht maakte gebruik van geprefabriceerde betonstenen die, verankerd met ijzers, dienden als gietkoffer waartussen beton gestort werd. Het plafond is meestal gegoten op ijzeren profielen waartussen houten planken waren aangebracht.
Deze bunker kon tijdens de inventarisatie niet van nabij bekeken worden.
Beschrijving
Naar verluidt betonnen militaire post met een nagenoeg rechthoekig grondplan van 7,7 op 6,5 meter, met aan beide zijkanten een borstwering. Het plafond binnenin is verstevigd met stalen profielen en 5 centimeter dikke houten planken. De dakrand is afgerond.
Tussen de twee toegangen aan zuidelijke zijde is een luifel aangebracht, te bereiken via een betonnen trap. Op het dak is een verhoogd platform aangebracht met een ronde opening van 6 centimeter diameter, vermoedelijk voor het plaatsen van een mitrailleur. In het loopvlak onder de luifel zit een zinkputje.
De toegangen vormen de uiteinden van een geknikte gang van één meter breed. Via de gang kan de centrale binnenruimte van 5,4 op 2,3 meter betreden worden. In het plafond zit één vierkante opening van 30 op 30 centimeter.
Ter hoogte van de toegangen zijn ijzeren deurelementen bewaard. Aan oostelijke zijde loopt de gang iets verder door, naar verluidt een ruimte voor een toiletton. In de binnenmuur zitten ter hoogte van de westelijke toegang één schuine opening (20 centimeter breed, 40 centimeter hoog), ter hoogte van de oostelijke toegang twee dergelijke openingen.
De borstweringen links en rechts van de bunker, ongeveer 3 op 1,8 meter groot, zouden 1,2 meter hoog zijn. Ze bevatten een nis.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/teksten/176090 (geraadpleegd op ).