Teksten van Duitse munitiepost

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301075

Duitse munitiepost ()

Onder aarde gebrachte bunker ten oosten van het zogenaamde ‘Droog Vaardeken’, ten westen van de Tragelstraat, ter hoogte van de Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Troost en Vrede. Gelegen aan de noordelijke rand van de zogenaamde Lembeekse Bossen. Aan de kant van de Tragelstraat is een grotje op de bunker geplaatst.

 

Historisch overzicht

Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.

Volgens een legerbevel van 12 september 1916 diende de Hollandstellung tussen Moerhuize en Vrasene te bestaan uit een Vorstellung en een Hauptstellung. Het tracé van beide stellingen stond in nauw verband met zones, die moerassig konden worden gemaakt (zogenaamde Sumpfgebiete). Alle wegen en kruispunten moesten met mitrailleurvuur gedekt kunnen worden.

Tussen Strobrugge en het kanaal Gent-Zeehaven ontdubbelde de hoofdstelling in twee verdedigingslijnen. De eerste lijn van de hoofdverdedigingslinie liep vanaf Celie over Boterhoek en Waai, ten noorden van Lembeke en Oosteeklo via Ertvelde tot Rieme. De overgebleven bunkers kennen min of meer hetzelfde ontwerp.

Op anderhalve à drie kilometer lag de tweede verdedigingslijn. Deze splitste ter hoogte van Celie af van de eerste lijn, liep iets ten zuiden van Balgerhoeke, langs de voormalige spoorlijn 58 ten westen van Eeklo richting Oostveldstraat en Antwerpse Heirweg tot Heide ten zuiden van Lembeke en Oosteeklo, via Tervenen tot Kluizen en Doornzele bij het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze verdedigingslijn was dicht bezaaid met bunkers, die in bepaalde zones op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar waren gepositioneerd.

Deze bunker maakte deel uit van deze tweede verdedigingslijn. In 1921 werden er in Lembeke 41 Duitse bunkers geregistreerd. In 2015 zijn er slechts 17 bunkers teruggevonden.

De bunkers tussen Rapenbrug (Maldegem) en Vrasene (Beveren) werden opgetrokken vanaf de winter van 1916-1917. Ze werden bijna allen opgetrokken aan de hand van betonstenen met holtes, waarin wapeningsijzers gestoken konden worden om de betonstenen met elkaar te verankeren. Met deze betonstenen konden als het ware spouwmuren opgetrokken worden, waartussen nog eens beton gegoten werd. Het is niet duidelijk of alle muren op deze manier zijn opgetrokken. Wellicht is voor de bouw met betonstenen gekozen, omdat dit een snellere en gemakkelijker manier van bouwen was. Er werd veel aandacht besteed aan de camouflage van bunkers.

Het grondplan van deze bunker wijkt af van de andere gekende bunkerontwerpen. De inscripties "II / MU st. 8" wijzen er op dat de bunker bedoeld was als munitiepost.

De grot aan de Tragelstraat zou op 9 augustus 1938 opgetrokken zijn door C. Claeys uit Sleidinge.

Beschrijving

Betonnen constructie van 18 meter lang, volledig onder aarde gebracht. Bovenop de constructie zijn sporen van een borstwering met dunne muren te zien. De constructie is, voor zover zichtbaar, opgetrokken aan de hand van betonstenen. Tegen het plafond zijn ijzeren profielen en houten planken te zien.

Aan westelijke zijde is een toegang zichtbaar tussen twee schuine scherfmuren. Bovenaan de toegang is het opschrift "II / MU st. 8" aangebracht. De toegang vormt het uiteinde van een gang van 7,2 meter lang, 1,4 meter breed en 1,8 meter hoog, die vervolgens via een smallere, geknikte gang met een insprong uitmondt in een ruimte van 5,2 meter lang en 2,5 meter breed. Ook aan de andere zijde is er gelijkaardige geknikte gang die de bunkerkamer verbindt met een tweede, brede toegang, die zich nu bevindt achter de grot. Enkel een deeltje van de scherfmuren aan de oostelijke zijde zijn zichtbaar gebleven.

  • Militärarchiv Freiburg, RM 120/226: Armeebefehl, AOK 4 Ia Nr. 9/12, d.d. 12/9/1916.
  • Stadsarchief Eeklo, Fonds George Spittael, GS6, WOI Hollandstellung.
  • BIERMANN O. 1937: Deutsche Grenzsicherungen gegenüber Holland im Weltkriege, Vierteljahreshefte für Pioniere, 46.2, 104-108.
  • LIPPENS O. 1986: Bunkers uit de Eerste Wereldoorlog te Lembeke, onuitgegeven werkdocument.
  • SAKKERS H. e.a. 2011: De Hollandstellung van Knokke tot Antwerpen. Stille getuige van de Eerste Wereldoorlog, s.l.
  • VAN GEETERUYEN A. & DE JONGH G. 1994: Hollandstellung van de kust tot Strobrugge, toen en nu, Shrapnel, 6.2.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2017: Duitse munitiepost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194949 (geraadpleegd op ).


Duitse munitie-opslagplaats ()

Onder aarde gebrachte bunker ten oosten van het zogenaamde ‘Droog Vaardeken’, ten westen van de Tragelstraat, ter hoogte van de Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Troost en Vrede. Gelegen aan de noordelijke rand van de zogenaamde Lembeekse Bossen. Tegen de bunker aan de kant van de Tragelstraat is een grotje op de bunker geplaatst.

Historische beschrijving

Deze bunker is opgericht als onderdeel van de 'Hollandstellung', een verdedigingsstelling die de Duitse bezetter vanaf 1916 langs de Nederlandse grens liet aanleggen uit vrees voor een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland. Tussen de zee en Strobrugge (Maldegem) werd deze linie aangelegd door het 'Marinekorps Flandern'. Vanaf Strobrugge tot aan de aansluiting met de 'Stellung Antwerpen' in Vrasene werd de linie uitgebouwd door de Duitse landmacht.

De 'Hollandstellung' was het sterkst uitgebouwd tussen Strobrugge en het Kanaal Gent-Terneuzen. Vanaf Strobrugge splitste de 'Hollandstellung' in een 'Vorstellung' langs het Leopoldkanaal, een 'vorgeschobene Linie' met de zogenaamde voorpostenbunkers en tenslotte de 'Hauptkampflinie' of 'Haupt Hollandstellung'. Tussen de voorpostenlijn en hoofdverdedigingslijn was er een dubbele prikkeldraadversperring aangelegd.

Deze bunker maakte deel uit van de hoofdverdedigingsstelling, die anderhalf à twee kilometer achter de voorpostenlijn was uitgebouwd. Deze stelling liep iets ten zuiden van Balgerhoeke, langs de voormalige spoorlijn 58 ten westen van Eeklo richting Oostveldstraat en Antwerpse Heirweg tot Heide ten zuiden van Lembeke en Oosteeklo, via Tervenen tot Kluizen en Doornzele bij het Kanaal Gent-Terneuzen.

De hoofdverdedigingslijn tussen Strobrugge en het Kanaal Gent-Terneuzen kent een grote densiteit aan bunkers, in bepaalde zones op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar gepositioneerd. Zo werden er in 1921 in Lembeke 41 Duitse bunkers geregistreerd. In het voorjaar van 2015 zijn er slechts 17 bunkers teruggevonden.

De bunkers wisselen af qua typologie. Ze zijn duidelijk opgetrokken aan de hand van bepaalde standaardontwerpen, maar kunnen niettemin variëren in hun uitvoering. De landmacht maakte gebruik van geprefabriceerde betonstenen die, verankerd met ijzers, dienden als gietkoffer waartussen beton gestort werd. Het plafond is meestal gegoten op ijzeren profielen waartussen houten planken waren aangebracht.

Het grondplan van deze bunker wijkt af van de andere gekende bunkerontwerpen. De inscripties "II / MU st. 8" wijzen er op dat de bunker bedoeld was als munitiepost.

De grot aan de Tragelstraat zou op 9 augustus 1938 opgetrokken zijn door C. Claeys uit Sleidinge.

Beschrijving

Betonnen constructie van 18 meter lang, volledig onder aarde gebracht. Bovenop de constructie zijn sporen van een borstwering met dunne muren te zien. De constructie is, voor zover zichtbaar, opgetrokken aan de hand van betonstenen. Tegen het plafond zijn ijzeren profielen en houten planken te zien.

Aan westelijke zijde is een toegang zichtbaar tussen twee schuine scherfmuren. Bovenaan de toegang is het opschrift "II / MU st. 8" aangebracht. De toegang vormt het uiteinde van een gang van 7,2 meter lang, 1,4 meter breed en 1,8 meter hoog, die vervolgens via een smallere, geknikte gang met een insprong uitmondt in een ruimte van 5,2 meter lang en 2,5 meter breed. Ook aan de andere zijde is er gelijkaardige geknikte gang die de bunkerkamer verbindt met een tweede, brede toegang, die zich nu bevindt achter de grot. Enkel een deeltje van de scherfmuren aan de oostelijke zijde zijn zichtbaar gebleven.

  • Stadsarchief Eeklo, Fonds Georges Spittael, GS6, WOI Hollandstellung, doos 22 & 23 Lembeke.
  • LIPPENS O. 1986: Bunkers uit de Eerste Wereldoorlog te Lembeke, voorlopig werkdocument.
  • SAKKERS H., DEN HOLLANDER J. & MURK R. 2011: De Hollandstellung. Van Knokke tot Antwerpen. Stille getuige van de Eerste Wereldoorlog, s.l.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse munitiepost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/176130 (geraadpleegd op ).