erfgoedobject

Duitse bunker

bouwkundig element
ID
301094
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301094

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse bunker
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Duitse bunker
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hollandstellung: deel Oost-Vlaanderen
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Bovengrondse betonnen militaire constructie op een akker ten zuiden van Heide. In de onmiddellijke omgeving zijn er nog bunkers te zien.

Historisch overzicht

Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.

Volgens een legerbevel van 12 september 1916 diende de Hollandstellung tussen Moerhuize en Vrasene te bestaan uit een Vorstellung en een Hauptstellung. Het tracé van beide stellingen stond in nauw verband met zones, die moerassig konden worden gemaakt (zogenaamde Sumpfgebiete). Alle wegen en kruispunten moesten met mitrailleurvuur gedekt kunnen worden.

Tussen Strobrugge en het kanaal Gent-Zeehaven ontdubbelde de hoofdstelling in twee verdedigingslijnen. De eerste lijn van de hoofdverdedigingslinie liep vanaf Celie over Boterhoek en Waai, ten noorden van Lembeke en Oosteeklo via Ertvelde tot Rieme. De overgebleven bunkers kennen min of meer hetzelfde ontwerp.

Op anderhalve à drie kilometer lag de tweede verdedigingslijn. Deze splitste ter hoogte van Celie af van de eerste lijn, liep iets ten zuiden van Balgerhoeke, langs de voormalige spoorlijn 58 ten westen van Eeklo richting Oostveldstraat en Antwerpse Heirweg tot Heide ten zuiden van Lembeke en Oosteeklo, via Tervenen tot Kluizen en Doornzele bij het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze verdedigingslijn was dicht bezaaid met bunkers, die in bepaalde zones op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar waren gepositioneerd.

De bunkers tussen Rapenbrug (Maldegem) en Vrasene (Beveren) werden opgetrokken vanaf de winter van 1916-1917. Ze werden bijna allen opgetrokken aan de hand van betonstenen met holtes, waarin wapeningsijzers gestoken konden worden om de betonstenen met elkaar te verankeren. Met deze betonstenen konden als het ware spouwmuren opgetrokken worden, waartussen nog eens beton gegoten werd. Het is niet duidelijk of alle muren op deze manier zijn opgetrokken. Wellicht is voor de bouw met betonstenen gekozen, omdat dit een snellere en gemakkelijker manier van bouwen was. Er werd veel aandacht besteed aan de camouflage van bunkers.

De cluster bunkers ter hoogte van Heide op grondgebied Oosteeklo en Lembeke

De bunker maakt deel uit van de tweede verdedigingslijn van de Hauptstellung. De bunker behoort meer bepaald tot een cluster van 20 bunkers die zich situeert ter hoogte van het gehucht Heide, op grondgebied Oosteeklo (Assenede) en Lembeke (Kaprijke). Hier was een grote concentratie aan bunkers opgetrokken, soms op nauwelijks enkele tientallen meters van elkaar.

Het lijkt alsof de bunkers, die afwisselen qua typologie, hier in twee lijnen waren gepositioneerd. Duidelijke militaire plannen die inzicht kunnen verschaffen in de specifieke configuratie van de bunkers en de reden waarom bunkers met specifieke typologische kenmerken op een welbepaalde plaats werden ingeplant, ontbreken vooralsnog. Ongetwijfeld was het de bedoeling om een zo breed mogelijk schoots- en gezichtsveld vanuit de bunkers te bekomen. De opening in de noordelijke muur zou bedoeld zijn als observatie-opening.

Een goede inplanting was niet alleen essentieel voor een efficiënte werking van de bunker ten opzichte van de andere bunkers. Omwille van camouflage werden de bunkers zoveel als mogelijk verdoken opgesteld. Daar waar mogelijk werden de bunkers ingeplant in bosjes, tegen houtkanten of hagen of tussen boerderijgebouwen. Het landschap waarin de bunkers werden opgetrokken, leende zich hier uitstekend toe. De zone behoorde meer bepaald tot de dekzandrug Maldegem-Stekene. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog zag dit landschap er sterk versnipperd uit, hoofdzakelijk bestaande uit een afwisseling van stroken bos (naaldbomen) en percelen (stroken en repels) afgebakend met brede en smalle houtkanten. Deze landschappelijke kenmerken vormden een groot voordeel voor de inplanting van de bunkers, die verdoken achter en in de bossen en houtkanten konden opgetrokken worden. Deze bunker was volgens de topografische kaart van 1910 opgetrokken in of tegen een houtkant.

Op een teruggevonden lijst uit 1921 werden er 24 Duitse bunkers op grondgebied Oosteeklo aangegeven, waarvan er vijf behoren tot de verdedigingslijn ter hoogte van Westakkerstraat – Oosthoek. De andere bunkers zijn te situeren ter hoogte van Heide. Hier zijn er inmiddels drie bunkers verdwenen. Op grondgebied Lembeke waren er volgens een lijst van 28 mei 1921 41 Duitse bunkers opgetrokken. Hiervan zijn er vandaag de dag slechts 16 bewaard.

De spoorlijn Eeklo-Zelzate speelde wellicht een belangrijke rol in de aanvoer van het bouwmateriaal. Volgens getuigen werd het bouwmateriaal voor de bouw van de bunkers aangevoerd door opgevorderde landbouwers, die met paard en kar het materiaal vanuit het station van Lembeke aanbrachten. De bunkers werden opgetrokken door Belgische arbeiders, die waren opgeëist. Enkele Duitse militairen hielden toezicht op de bouwwerkzaamheden.

In mei 1940, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, werden de bunkers door omwonenden en gevluchte burgers gebruikt als schuilplaats. Marcel Martens vertelt onder meer hoe een Belgische militaire kolonne met vrachtwagens, die zich schuilhield in de bossen in de omgeving, door Duitse vliegtuigen werd bestookt. Later tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de bossen en velden van Oosteeklo en Lembeke gebruikt als oefenterrein door Duitse militairen, waarbij de bunkers als doelwit voor de oefeningen fungeerden.

Beschrijving

Betonnen militaire constructie van 6,8 breedte en maximaal 8,6 meter lengte, die aan noordelijke zijde versmalt tot 1 meter. Aan oostelijke zijde paalt een borstwering aan. De constructie is opgetrokken aan de hand van betonstenen. Op het dak is grasbegroeiing aangebracht. Op de dakrand zitten ijzers met gaatjes. Het plafond is gegoten op ijzeren profielen, waartussen houten planken zitten (grotendeels bewaard). Aan zuidelijke zijde zitten twee toegangen, die de uiteinden vormen van een geknikte gang. Bij de toegangen zijn ijzeren elementen bewaard. Deze gang loopt aan oostelijke zijde nog iets verder uit. Naar verluidt is dit de ruimte waar een toiletton werd geplaatst. Via de gang wordt de centrale binnenruimte bereikt van 3 op 3,25 meter, met aan noordelijke zijde een bijkomend klein kamertje van 1 op 1,40 meter. In de noordelijke, twee meter dikke muur, steekt een opening van 0,5 meter breed, die naar het midden toe versmalt zoals een zandloper. In deze opening steekt nog houten beplanking. In de muren zijn nisjes uitgespaard, telkens drie boven elkaar, door het weglaten van betonstenen. In de achtermuur zit er een grotere nis. Tegen het plafond zitten ijzeren haken. Doorheen het plafond zitten diverse kleine vierkante openingen. Eén opening loopt horizontaal doorheen de zuidelijke muur. Bij de borstwering zijn een platform en trapjes bewaard. De constructie is deels met klimop begroeid.

  • Topografische kaarten van België. Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000: 14/1 (1910) en 14/5 (1910).
  • Militärarchiv Freiburg, RM 120/226: Armeebefehl, AOK 4 Ia Nr. 9/12, d.d. 12/9/1916.
  • Stadsarchief Eeklo, Fonds George Spittael, GS6, WOI Hollandstellung.
  • BIERMANN O. 1937: Deutsche Grenzsicherungen gegenüber Holland im Weltkriege, Vierteljahreshefte für Pioniere, 46.2, 104-108.
  • SAKKERS H. e.a. 2011: De Hollandstellung van Knokke tot Antwerpen. Stille getuige van de Eerste Wereldoorlog, s.l.
  • VAN GEETERUYEN A. & DE JONGH G. 1994: Hollandstellung van de kust tot Strobrugge, toen en nu, Shrapnel, 6.2.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/40000/2365.1, Duitse bunkers Heide (Hollandstellung) in Kaprijke (Lembeke) en Assenede (Oosteeklo) (DECOODT H., 2017).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Heide

  • Is deel van
    Hollandstellung


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse bunker [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301094 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.