Woning gebouwd naar ontwerp van de Gentse architecten Olivier Nowé en Daniël Craet, volgens een bouwaanvraag van 1955 in opdracht van scheikundig ingenieur André Lanclus.

De bouwheer was door de verkoopakte van de grond verplicht om met deze architecten samen te werken. Hierdoor was het mogelijk dat de wijk in de jaren nadien uitgroeide tot een relatief homogeen en representatief ensemble van moderne woningen. De modernistische woning sluit vooral aan bij het oeuvre van architect Craet en vormt hierbinnen een representatief en vroeg voorbeeld. De woning ontvouwt zich volgens een L-vormige plattegrond, waarbij het vooruitspringende rechtervolume met garage omstreeks 1966 werd vergroot, eveneens naar ontwerp van Craet. Aangezien het garagevolume halfondergronds is gesitueerd, ontstaat inwendig een indeling met vier niveaus, wat frequent voorkomt in het oeuvre van Craet. Een ander voornaam aandachtspunt is de oriëntatie, wat zich vertaalt in een relatief gesloten, noordelijk georiënteerde straatgevel, terwijl de zuidelijke tuingevel opengewerkt is met grote raampartijen en een overdekt terras op de bovenverdieping. In tegenstelling tot het ontwerp werd de betonnen buitentrap tot dit terras niet uitgevoerd.

Villa van twee bouwlagen onder een licht hellend plat dak, waarbij de tuingevel hoger opgetrokken is. De witgeschilderde bakstenen gevels contrasteren met de donker geschilderde gevelaccenten, zoals de plint, het gedeeltelijke zwart geschilderde metalen schrijnwerk van de ramen en de toegangsdeur, evenals de houten bebording op de bovenverdieping van de achtergevel. De schikking van de rechthoekige en vierkante vensters, evenals het gebruik van rijen glasdallen, vertalen op eerlijke wijze de indeling van het interieur.

Volgens de bouwplannen van 1955 wordt de inkom geflankeerd door het toilet en de keuken, gelegen aan de straatzijde. De eetkamer en living openen zich naar de achterliggende tuin. Rechts van de inkom bevond zich in het halfondergrondse niveau volgens de vroegste bouwplannen enkel de garage; op het niveau daarboven een studio met aan de tuinzijde een overdekt terras. Op de bovenste verdieping van het hoofdvolume zijn de badkamer en een toilet gelegen aan de straatzijde, terwijl één grote slaapkamer en twee kinderkamers aan de tuinzijde gesitueerd zijn.

Craet nam ook het interieurontwerp van de woning ter harte. Zo ontwierp hij het vaste meubilair, waarvoor hij op dat moment vaak samenwerkte met de Gentse meubelfirma Van den Berghe – Pauvers. De woning bewaart in de kinderkamers het vaste meubilair en een schuifwand die door deze firma werden gerealiseerd. Craets echtgenote Frida Burssens stond mogelijk mee in voor kleurschema's voor de afwerking van de leefruimte. Een ontwerp van Craet, in samenwerking met René Heyvaert (?), voor de wand met de schouw, voorzien van een opvallende afwerking met primaire kleuren, in combinatie met natuursteen, een meubel en bank, werd door de bouwheer niet conform dit ontwerp uitgevoerd.