Geheel van twee meergezinswoningen in sobere beaux-artsstijl, opgetrokken op een geknikt perceel tussen Van den Nestlei en Baron Joostensstraat, naar een ontwerp door de architect Frits de Mont uit 1913. Opdrachtgever was Jos Ottelohé, aannemer de firma A. Ernemann & Cie gevestigd in de Justitiestraat, te Antwerpen slechts kortstondig actief kort vóór de Eerste Wereldoorlog.

Het opbrengsteigendom behoort tot het vroege oeuvre van Frits de Mont, zoon van de letterkundige Pol de Mont, die actief was in de periode 1910 tot 1950. Naast zijn praktijk was de architect redactielid en productief auteur voor het Antwerpse architectuurtijdschrift De Bouwgids, de spreekbuis van de Kring voor Bouwkunde. De art-nouveauwoning die hij in 1910 voor zijn vader ontwierp op de hoek van Jan Van Rijswijcklaan en Markgravelei, behoort tot zijn allereerste realisaties. Vóór de Eerste Wereldoorlog liet hij zich eveneens opmerken met landhuisjes in cottagestijl.

Het pand aan de van Den Nestlei, met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat een souterrain en vier bouwlagen onder een plat dak. Zoals voorgeschreven heeft de lijstgevel een parement uit witte natuursteen, op een hardstenen plint. Asymmetrisch van opzet, ligt de klemtoon op het brede rechter risaliet, discreet versierd met een rozet en guirlandes. De vensters met smeedijzeren borstweringen zijn gevat in een geprofileerde rondboognis, oplopend over de eerste drie bouwlagen. Het portaal met entablement en ovaal bovenlicht markeert de smalle linker travee, waarvan de borstweringen als ornament een bloemenkorf, rozetten of een palmet dragen. De houten inkomdeur en het smeedijzeren traliewerk zijn bewaard, het vensterschrijnwerk is vernieuwd. De vier huurkwartieren, ontsloten door de zijdelings ingeplante, gemeenschappelijke inkom- en traphal, bestaan volgens de bouwplannen uit een enfilade van twee kamers met veranda, geflankeerd door wc en keuken, en op de verdiepingen door een extra zijkamertje of 'cabinet'. Van het souterrain is de functie niet gedefinieerd.

Het pand in de Baron Joostensstraat, met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde. Eenvoudiger van opzet heeft de lijstgevel een parement uit witte Silezische brikken, met gebruik van witte natuursteen en blauwe hardsteen voor de plint, puilijst, dorpels en hoekblokken, en ijzeren lateien. De opstand is opgebouwd uit een brede venstertravee, en de oplopende erker van het gemeenschappelijke trappenhuis. Vernieuwd schrijnwerk. Met een atelier op de begane grond, vormen de vier huurkwartieren bescheiden tweekamerwoningen met keuken en wc.