Appartementsgebouw in art-decostijl op de hoek van Van den Nestlei en De Boeystraat, opgetrokken in opdracht van de heer L. De Bakker, naar een ontwerp door de architect François Dens uit 1928-1929. Volgens de bouwaanvraag van 1928 ging het bescheiden vastgoedproject aanvankelijk uit van vier appartementen. In de gewijzigde versie uit 1929, werd één flat geschrapt en kreeg de kelder een opwaardering tot volwaardig souterrain, ten behoeve van de oorspronkelijk niet geplande conciërgewoning.
François Dens, die als architect actief was vanaf 1906 tot begin jaren 1950, ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de burgerij en het bedrijfsleven. Al vanaf de vroege jaren 1920 legde hij zich toe op het grotere appartementsgebouw van hoge standing, dat in stijl evolueerde van beaux-arts, over art deco naar een zakelijk modernisme. Het appartementsgebouw De Backer, dat tot zijn kleinere bouwprojecten uit de late jaren 1920 behoort, kenmerkt zich door een ingehouden, aan de art deco ontleende vormgeving.
Met een gevelbreedte van negen traveeën, omvat het afgeschuinde hoekgebouw een souterrain en drie bouwlagen onder een plat dak. Zoals voorgeschreven heeft de lijstgevel palend aan de Van den Nestlei een volledig natuurstenen parement met hardstenen plint, voorbij de hoekpartij zijde De Boeystraat gealterneerd met rood baksteenmetselwerk. De compositie beantwoordt aan een nadrukkelijk verticaal ritme, met de klemtoon op de hoger opgetrokken, afgeschuinde hoekpartij. Deze is over de bovenverdiepingen uitgewerkt tot een driezijdige erkerpartij met flankerende colonnetten en een geknikte bekroning. Eenvoudiger erkers markeren de zijtraveeën, een oplopende tweezijdige erker de portaaltravee uiterst rechts. De oorspronkelijk smeedijzeren inkomdeur is verdwenen, maar het traliewerk bleef bewaard; het oorspronkelijk houten vensterschrijnwerk werd vernieuwd.
Het programma omvat drie identieke appartementen, die in het souterrain over een individuele kelder beschikken, ontsloten door de centraal ingeplante, gemeenschappelijke inkom- en traphal. De plattegrond van de flats situeert de eet- en zitkamer, de twee slaapkamers en de badkamer aan de straatzijde, de hal met toilet en de keuken met terras aan de zijde van de traphal en de lichtschacht. De conciërgewoning neemt het grootste deel van het souterrain in.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1928#30429 en 1929#32439.