Meergezinswoning met architectenpraktijk in beaux-artsstijl, voor eigen rekening gebouwd door Ernest Nagels, naar een ontwerp uit 1912. Vermoedelijk de allereerste realisatie van de architect – hij dateerde het definitieve ontwerp op zijn 28ste verjaardag, was het pand ook het eerste waarvoor aan de Van den Nestlei een bouwvergunning werd verleend. Vóór de eerste Wereldoorlog bouwde Nagels hier nog drie panden, in 1913 de woning van de weduwe L. Egelie op nummer 32, en de atelierwoning van kunstschilder Constant Van den Oever op nummer 20, en in 1914 opnieuw voor eigen rekening de meergezinswoning op nummer 13, palend aan zijn pas voltooide privéwoning met praktijk. Tijdens het interbellum volgden nog de gekoppelde appartementsgebouwen voor A. Le Voir en de weduwe Irma de Mieszczanska uit 1927-1928 op nummers 22-24. Deze panden zijn minder gaaf bewaard.
Over het werk van de architect, die vermoedelijk actief was van de begin jaren 1910 tot omstreeks 1940, is tot op heden weinig bekend. Na zijn beginwerk in beaux-artsstijl, lijkt hij tijdens het interbellum consequent de art-decostijl te hebben toegepast, met als belangrijkste realisatie het statige hotel Van den Heuvel aan de Jan Van Rijswijcklaan.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een plat dak. Zoals voorgeschreven heeft de lijstgevel een parement uit witte natuursteen, op een hardstenen plint. Horizontaal geleed door de pui- en kroonlijst, bestaat de opstand uit een gedrukte pui met schijnvoegen, en een rijzige, door kolossale, rechthoekige lisenen geritmeerde bovenbouw. In overeenstemming met de indeling van het interieur, legt de licht asymmetrische compositie de klemtoon op de brede rechter travee, die over de eerste twee verdiepingen wordt gemarkeerd door oplopende, driezijdige, houten erkers met een smeedijzeren balkon als bekroning. Verder rechthoekige bovenvensters met onderdorpel; in de pui aparte toegangen voor privéwoning en architectenpraktijk. Het schrijnwerk is naar traditioneel model vernieuwd; recent toegevoegde dakverdieping.
Volgens de bouwplannen is de begane grond volledig gereserveerd voor de architectenpraktijk, die uit een vestibule en spreekkamer, een kantoor, keuken, ‘office’ en werkplaats bestaat. De bovenverdiepingen omvatten elk een appartement, ontsloten door de zijdelings ingeplante gemeenschappelijk inkom- en traphal met fietsenstalling. De flats bestaan uit een suite van salon en eetkamer, met één slaapkamer aan de straatkant en één aan de tuinkant, en tussen beide de keuken en de badkamer. Vermoedelijk betrok Ernest Nagels zelf het appartement op de bel-etage, boven zijn praktijk.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1912#793, 1913#2952 (nummer 32), 1913#2955 (nummer 20), 1914#6151 (nummer 13), 1927#27296 en 1928#29023 (nummers 22-24).