Grote serristenvilla uit het interbellum, de tweede bloeiperiode van de druiventeelt in de streek. De villa is gelegen in een omringende tuin en is een voorbeeld van een gaaf bewaarde villa waarin toenmalige serristen hun rijkdom etaleerden. Vooral het bewaarde, verzorgd uitgewerkte schrijnwerk van de muuropeningen en portiek, dat zo typisch is voor deze woningen, wordt zeldzaam.
Op een stuk grond op de hoek met Drongenberg werden in 1928 tweeëntwintig serres kadastraal geregistreerd. Twee jaar later een serristenwoning en bijgebouw ("magazin") tussen de serres. Eigenaar was "viticulteur" Emile Vanderperren – Verbeken. Niet veel later in 1937 werden nog eens zes extra serres geregistreerd.
Baksteenbouw van twee bouwlagen op gebosseerde onderbouw onder een complexe bedaking met leien. Karakteristiek volumespel met een combinatie van lijst- en puntgevels. Typisch is het uitgewerkte houten portaal met bekronend balkon. Overwegend getoogde muuropeningen met hardstenen lekdrempels en sluit- en hoekstenen; bewaarde kleine roedevering en geel gehamerd glas in de bovenlichten. Eveneens bewaarde kroonlijst.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Overijse, Afdeling IV (Overijse), 1928/32, 1930/9 en 1937/31.