erfgoedobject

Leiemeersen

landschappelijk geheel
ID
301287
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301287

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Leiemeersen
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

De Leiemeersen te Sint-Martens-Latem omvatten nog alle kenmerkende elementen van een riviervlakte: de oeverwal, de komgronden, de pleistocene donk en als begrenzing de duinvoet en de duin. De meersgebieden, die een belangrijke rol speelden in de vroege landbouworganisatie, zijn hier nog vrij gaaf gebleven, dit in tegenstelling tot veel andere vergelijkbare gebieden in Oost-Vlaanderen.

Fysische geografie

De Leiemeersen bevinden zich ten zuiden van een bocht in de Leie, ten noordwesten van Sint-Martens-Latem. Het gebied behoort tot de alluviale vlakte van de Leie. Het alluvium van de Leie ligt te Sint-Martens-Latem op circa 6 meter +TAW. Het vormt een strook natte gronden - in hoofdzaak op kleiig materiaal - die traditioneel als hooiland gebruikt werden. Naar het oosten toe is deze strook eerder smal en sluit direct aan bij de kouterrug; naar het westen toe beslaan de alluviale gronden de volledige zone tussen de Leiebocht en het duingebied. Een zandige pleistocene opduiking steekt boven dit alluvium uit te Achterbrakel. Zij vormt een kleine zogenaamde donk waarvan het niveauverschil met het alluvium nauwelijks 1 meter bedraagt.

Tegen de actuele Leiebedding bevindt zich een goed ontwikkelde oeverwal die enkele tientallen meter breed is en ongeveer 1 meter hoog. Hierdoor is een rechtstreekse afwatering van het laaggelegen alluviaal gebied naar de Leie niet mogelijk; dit geschiedt langs de Meersbeek die in oostelijke richting loopt. De oeverwalgronden zijn opgebouwd uit zandlemig materiaal dat naar de diepte toe zandiger wordt. Gelet op hun gunstige textuur en op hun hogere positie in het alluvium waren deze gronden traditioneel eerder voor akkerland geschikt. Niettemin zijn ze bij hogere waterstanden van de Leie voor overstroming vatbaar, zodat bewoning er risico's inhoudt.

Volgens de tertiair-geologische kaart primeren in dit gebied de (groen)grijze klei tot silt met dunne banken zand tot silt van het Lid van Kortemark en het grijsgroen, zeer fijn, glauconiet- en glimmerhoudend zand met kleilagen en zandsteenbanken van het Lid van Egem (eoceen, 53 tot 33,7 miljoen jaar geleden).

Het Leiemeersen-landschap van Sint-Martens-Latem weerspiegelt de evolutie van een riviervlakte, van het laatglaciaal tot op heden. Wat op het eerste gezicht een vlak en weinig gedifferentieerd landschap lijkt is in werkelijkheid een staalkaart van een typisch rivierlandschap. Alle kenmerkende elementen van de riviervlakte zijn hier nog duidelijk herkenbaar: de oeverwal, de komgronden, de pleistocene donk en als begrenzing de duinvoet en de duin. Als rijk geschakeerd rivierlandschap hebben de Latemse Leiemeersen ook een zeer verscheidene bodemtextuur, gaande van zware klei, al dan niet met veensubstraat, over klei, zandleem, licht zandleem en lemig zand naar zandgrond.

Plaatselijk is de plantengroei van matig bemest, vochtig tot nat grasland nog vrij fraai ontwikkeld, vooral op de meest venige bodems. Daar komen bij uitstek nog de halfnatuurlijke graslandfragmenten (hooiland en minder intensief begraasd weiland) met een zeldzame flora voor. Tot de kenmerkende plantensoorten behoren dotterbloem, moerasrolklaver, tweerijige zegge en echte koekoeksbloem met aan de perceelsranden, in de iets verruigde overgangszone naar de grachten toe, vrij zeldzame tot zeldzame soorten zoals gevleugeld hertshooi en moerasbasterdwederik. Naarmate de bodem vochtiger wordt, vermindert de hoeveelheid grassen en wordt de kruidenrijkdom beduidend groter. Dit wordt geïllustreerd door onder meer pijptorkruid, watermunt, gewone waterbies, egelboterbloem, moeraswalstro, getand vlotgras en grote zeggensoorten zoals oeverzegge en moeraszegge. Ook de iets meer bemeste en iets drogere graslanden op voedselrijke bodem herbergen nog enkele interessante flora-elementen. Zo groeit er op een berm aan de rand van een graasweide en onder de prikkeldraad (lokaal begrazing, maar geen bemesting) nog een zeldzame flora met naast kruipend zenegroen voor het boerengrasland steeds zeldzamer wordende planten, zoals spits havikskruid, blauwe knoop en als pionierssoort het beschermde fraai duizendguldenkruid.

Langsheen een talud, dat de overgang markeert tussen duinen en meersen, sijpelt zuur kwelwater uit de bodem: er worden onder andere - in uitvoering van de wet op het Natuurbehoud - beschermde plantensoorten zoals veenmossen aangetroffen.

Ook de waterplantenvegetaties zijn meer dan eens belangwekkend. Zo groeit er nog het voor ons land zeer zeldzame gesteeld sterrenkroos in een kleine plas met stilstaand water. Enkele grachten zijn rijk begroeid met een keur van steeds zeldzamer wordende fonteinkruiden zoals klein, gekroesd en plat fonteinkruid. Elders worden ze dan weer afgewisseld door soorten zoals schede- en haarfonteinkruid. Ook het vermelden waard zijn bovendien de vegetaties met waterviolier en middelste waterranonkel en de kroosvegetaties met naast algemene soorten, zoals klein kroos en bultkroos, ook minder algemene tot vrij zeldzame soorten, zoals veelwortelig kroos en vooral puntkroos en wortelloos kroos. Tenslotte zijn er nog de vegetaties met kikkerbeet, gedoornd hoornblad en gele plomp en in de oeverzone grote egelskop, kalmoes en pijlkruid.

Cultuurhistorie

De meersgebieden speelden een belangrijke rol in de vroege landbouworganisatie van onze streken, zo ook te Sint-Martens-Latem. Hier is het meersengebied - en dit in tegenstelling met veel andere vergelijkbare gebieden in Oost-Vlaanderen - nog vrij gaaf gebleven. De steeds verder woekerende trend tot uniformisering van grote delen van het cultuurlandschap is echter ook binnen dit gebied merkbaar: waar er tot voor kort (grosso modo tot 1960) duidelijk verschillen aanwezig bleven tussen het westelijk en het oostelijk gedeelte van de Leiemeersen zijn deze nu voor het grootste deel verdwenen.

In het oostelijk gedeelte van de Leiemeersen, dus aansluitend bij het kerkdorp en de kouterrug, was voor 1960 de lang uitgerekte repelpercelering overheersend. Dit deel van de Leiemeersen werd in associatie met de bebouwing van de koutergronden in gebruik genomen: het werd vermoedelijk als grasland door de mens reeds benut sinds het neolithicum. Kavelgrenzen in de vorm van bomenrijen waren hier niet zo talrijk: de meersen hadden er een half-gesloten aspect. Sinds de jaren 1960 werd het grootste gedeelte van de repelpercelen samengenomen, zodat nu in het oostelijk gedeelte van de meersen nagenoeg hetzelfde perceleringspatroon wordt aangetroffen als in het westelijk gedeelte. De oeverwalgronden werden gaandeweg door bewoning ingenomen. In de meersen zelf komen op het moment van de bescherming (2005), door steeds verdergaande ontwatering, drogere graslanden en akkerbouwpercelen voor.

In het westelijk deel van de Leiemeersen tekent de pleistocene zandige opduiking van Achterbrakel zich duidelijk af. Het akkerland overheerst op deze donk. Niettegenstaande de eigenlijke donk slechts een zeer geringe oppervlakte inneemt, wordt hij als het ware voortgezet door een aantal uitlopers die in oostelijke richting en ongeveer evenwijdig met de huidige Leieloop verlopen. Het ontstaan van deze uitlopers is te danken aan de opeenvolgende verplaatsingen van de Leiebedding.

De oeverwal met zijn tuinbouw en bewoning tekent zich eveneens zeer duidelijk af. In grote trekken, de verkaveling in bouwpercelen niet te na gesproken, onderging dit deel van de Leiemeersen minder opvallende veranderingen sinds 1960.

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002287, Leiemeersen (TACK G., 2005).
  • Tertiair-geologische kaart van Vlaanderen, gemeente, adres [online], http://www.geopunt.be/ (geraadpleegd op 4 augustus 2015).

Auteurs: Tack, Guido
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Leiemeersen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301287 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.