erfgoedobject

Burchtzone

archeologisch geheel
ID
301307
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301307

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Antwerpse burcht vormt de kern van waaruit de huidige stad zich ontwikkeld heeft en is een zone van zowel lokaal als internationaal wetenschappelijk belang. Zonder enige twijfel bevindt zich in deze zone een zéér goed bewaarde en complexe gelaagdheid met informatie die betrekking heeft op de Romeinse periode van Antwerpen, de vroegmiddeleeuwse periode, de 9de- en 10de-eeuwse handelsstad, de aanleg van de eerste versterking rond deze stad, de vorming van de eigenlijke burchtzone én de verdere materiële evolutie van deze plaats tot op heden. De wetenschappelijke vraagstellingen met betrekking tot deze site zijn complex en maken regelmatig deel uit van internationale debatten en discussies.

De beschikbare informatie van het onderzoek uit de jaren 1950 en 1960 én de vaststellingen uit het recent archeologisch onderzoek rechtvaardigen een bescherming van de ganse zone als archeologisch monument. De archeologische sporen die nog in en rond de burchtzone van Antwerpen aanwezig zijn, zijn immers onze enige bron van nieuwe informatie om dit verleden van Antwerpen te begrijpen en verder te reconstrueren. Dit rijke en belangrijke bodemarchief vraagt dan ook een intensieve wetenschappelijke aandacht en een bescherming als archeologische zone.

Historisch overzicht

Het eerste archeologische onderzoek op deze plaats dateert van 1887, toen onder de oudste stenen stadsmuur (van rond 1200) een ingewikkelde en diepe sequentie van oudere stadswallen werd opgetekend. De exacte datering van het oudste niveau bleef bij dit onderzoek echter onduidelijk.

De meest gekende archeologische waarnemingen in de burchtzone zijn de internationaal gerenommeerde opgravingen van Prof. dr. emeritus Van de Walle, tussen 1952 en 1961. Gedurende een decennium onderzocht Van de Walle het Steen en de onmiddellijke omgeving daarvan.

Alhoewel in de laatste decennia de nadruk van de huidige stedelijke archeologische dienst vooral op noodonderzoek lag, en de mogelijkheden tot strategische keuzes in functie van een inhoudelijke vraagstelling beperkter werden, werd toch meermaals aanvullende informatie op het onderzoek van Van de Walle opgetekend. De belangrijkste informatie is echter afkomstig uit drie noodopgravingen die gelijktijdig zijn gestart in tijdens de maanden juli en augustus 2008. Twee onderzoeken zijn afgerond in oktober 2008. Het laatste onderzoek wordt voltooid in januari 2009.

Beschrijving onderzoek Van de Walle (1952-1961)

De resultaten van de opgravingen van Van de Walle waren vrij spectaculair: een complexe sequentie van fasen van de ontwikkeling van een stad vanaf de 9de eeuw (minstens), een rijk gamma aan vondsten (waaronder internationale aardewerkimporten) en vooral enkele erg goed bewaarde (vermoedelijk) 10de/11de-eeuwse huizen, in relatie tot houten straat niveaus van onder meer de 10de/11de-eeuwse Mattestraat. De uitzonderlijke bewaringscondities zorgden voor heel wat nieuwe inzichten over de evolutie van constructietechnieken van houtbouw in middeleeuws Europa (het ging ook om huizen met meer dan één verdieping). Alleen in andere grote handelscentra uit dezelfde periode werden gelijkaardige waarnemingen verricht. De aardewerkvondsten tonen een stad in een internationaal handelsnetwerk met het Rijnland en Engeland, met onder meer Badorf aardewerk (8ste en 9de eeuw), geglazuurd aardewerk uit het Maasland (einde 9de-10de/11de-12de eeuw), reliëfband amforen (einde 8ste eeuw-10de eeuw), kalkverschraald aardewerk (8ste-11de eeuw) enz. De kwantiteit en de samenstelling van het aardewerkensemble is vergelijkbaar met dat uit vroegmiddeleeuwse handelsnederzettingen als onder meer Londen en Ipswich. Verder werden binnen de burchtzone herhaaldelijk sporen gevonden van de Romeinse voorganger van de huidige stad.

De bouw van de waterkeringmuur langsheen de Schelde maakte het voor de stedelijke archeologische dienst van Antwerpen mogelijk om een dwarsdoorsnede door de oudste nederzettingskern te maken, waarbij eveneens middeleeuwse houtbouwresten tevoorschijn kwamen. Maar ook buiten de burchtzone ontwikkelde zich, wellicht reeds in de 10de en/of 11de eeuw, een dichte bewoning. Bij de stedenbouwkundige ontwikkeling van de Guldenberg omstreeks 1990 leverde het begeleidend archeologisch onderzoek in dit verband interessante resultaten. Ook hier werd een houtbouwfase aangetroffen: resten van huizen met lemen vloeren, vlechtwerk- en vakwerkwanden op houten liggers in context met 10de-eeuws tot vroeg 11de-eeuws materiaal.

Beschrijving recent onderzoek (2008-2009)

Het recente burchtonderzoek omvat drie deelonderzoeken met drie opgravingen op drie private bouwprojecten. De burchtmuur zelf is ook voorwerp van onderzoek. Traditioneel wordt de burchtmuur beschouwd als zijnde gebouwd in de periode 1200-1225. Dendrochronologisch onderzoek op recent bemonsterd hout onderaan in de muur wijst op een datering rond het jaar 1000. Dit betekent dat de burchtmuur mogelijk heel wat ouder is dan tot dusver verondersteld. Verder werden er aan de buitenzijde van de burchtmuur twee funderingen van torens ontdekt. Het bestaan van deze fundamenten was tot dusver onbekend.

Extramuros werd de historische bebouwing op de burchtgracht onderzocht. Alles wijst erop dat vanaf de late middeleeuwen de oorspronkelijke verdedigingsgracht gekanaliseerd, gedempt en overbouwd werd. De grachtvulling bestaat voor een groot deel uit laatmiddeleeuwse vullingpakketten.

Intramuros legde het onderzoek zich toe op een drietal elementen: de aarden omwalling, de middeleeuwse occupatie en eventuele oudere sporen. Het beeld van de oudere aarden omwalling, gelanceerd eind 19de eeuw, kan met het huidige onderzoek genuanceerd en bijgesteld worden. In elk geval werd er minstens in de eerste helft van de 10de eeuw een aarden verdedigingswal opgericht, op halfrond of rond grondplan (dit laatste is niet meer te achterhalen door de rechttrekking van de Scheldekaaien eind 19de eeuw). De basis van de wal bedraagt meer dan tien meter. Onderin de wal troffen de archeologen standgreppels aan, die mogelijk te maken hebben met de aanleg van de wal. De wal rust bovendien op een onderliggend substraat, een ruimverspreide grijze laag die vanaf de jaren 1970 betiteld werd als ‘Gallo-Romeinse bodem van Antwerpen’. Het lopende onderzoek scherpt dit beeld bij. Het substraat kwam tot stand vanaf de Romeinse occupatie (2de-3de eeuw na Chr.) tot in de vroege middeleeuwen (of tot begin volle middeleeuwen). Het lijkt niet uitgesloten dat er vroegmiddeleeuwse bewoning of aanwezigheid was ter hoogte van de latere burcht, getuige enkele scherven en paalsporen. Onder het substraat bevinden zich nog tal van occupatiesporen (paalkuilen van houtbouw) uit de Gallo-Romeinse periode. Dit zal zeker het bestaande beeld van de Gallo-Romeinse periode in Antwerpen bijstellen en verruimen.

Tijdens het lopende onderzoek werden ook een aantal silex werktuigfragmenten ontdekt, zo bijvoorbeeld een pijlpunt uit het late neolithicum of bronstijd, en een aantal Federmesser-artefacten uit het finaalpaleolithicum. De steentijdwerktuigen geven aan dat deze plek al vanaf de vroegste perioden door de mens bezocht werd.

Het is duidelijk dat het recent onderzoek in de burcht opnieuw de zeer goede bewaringstoestand bevestigt van archeologische sporen, wat al kon vermoed worden op basis van het onderzoek van Van de Walle in de periode 1952-1961. Het bodemarchief in deze zone biedt een staalkaart van bijna alle cultuurperioden die voor Antwerpen (en bij uitbreiding een veel ruimere regio) van toepassing zijn, van de steentijd tot de late middeleeuwen.

Bibliografie

DEMOLON P., GALINIE H. & VERHAEGHE F. (eds.) 1994: Archéologie des villes dans le Nord-Ouest de l’Europe (VIIe – XIIIe siècle), Douai.

ERVYNCK A. 1998 : Voorwerpen in been en gewei uit pre-stedelijk volmiddeleeuws Antwerpen (opgravingen Van de Walle 1952-1961). In : Veekman J. (ed.). Brabom 2, 9-56.

LOVELUCK C. & TYS D. 2006: Coastal societies and identity, AD 600-1200: rethinking the social distribution of material culture along the Channel and North Sea coasts, International Journal for Maritime Archaeology 1/2, 140-169.

OOST T. (ed.) 1982: Van nederzetting tot metropool. Archeologisch-historisch onderzoek in de Antwerpse binnenstad, Antwerpen.

OOST T. & VAN UYTVEN R. 1990: Een historisch-archeologisch overzicht van het vroegste Antwerpen, Ontstaan en vroegste geschiedenis van de middeleeuwse steden in de Zuidelijke Nederlanden. Een archeologisch en historisch probleem. (Handelingen van het 14de internationaal colloquium, Spa 6-8 september, 1988), Brussel, 331-345.(=Historische Uitgaven van het Gemeentekrediet, 83).

VAN DE WALLE A.L.J. 1961: Excavations in the Ancient Centre of Antwerp, Medieval Archaeology 5, 123-136.

VAN HEERINGEN R.M., HENDERIKX P.A. & MARS A. 1995: Vroeg-Middeleeuwse ringwalburgen in Zeeland, Goes/Amersfoort.

VERHULST A. 1999: The Rise of Cities in North-West Europe, Cambridge.

VEECKMAN J., 1992: Van "Craywick" tot Guldenberg. Archeologisch onderzoek op de Guldenberg. In: Veeckman, J. (ed.). Blik in de bodem. recent stadsarcheologisch onderzoek in Antwerpen, Antwerpen, 55-62.

VEECKMAN J. & BELLENS T. 2007: Stadsarcheologie in Antwerpen, Monumenten, Landschappen en Archeologie 26/2, 48-57.


Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DA002484, Antwerpen: de Burchtzone.
Auteurs: Verhaert, Alde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burchtzone [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301307 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.