is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Britse mitrailleurpost 'Wagram Farm'
Deze vaststelling is geldig sinds
Betonnen militaire constructie in bosje ten westen van Reningestraat 3A. De constructie ligt tegen de zuidelijke rand van een bosje. Tegen de oostelijke rand van dit bosje ligt een andere Britse bunker.
Britse betonnen mitrailleurpost, opgetrokken in een bosje ten westen van een hoeve, dat op militaire kaarten werd aangeduid met 'Wagram Farm'. Deze naam zou in 1915 toegekend zijn door Franse troepen en zou verwijzen naar de Slag bij Wagram in 1809.
Het bosje, dat toen groter was dan nu, was aan noordelijke en oostelijke zijde omgeven met een loopgraaf. De mitrailleurpost, eerder van slechte kwaliteit, was opgetrokken tegen een wal van gevulde zakjes. Afgaande op luchtfoto’s uit de oorlog, is de constructie opgetrokken tussen 26 oktober 1915 en 11 september 1916. Op de luchtfoto van 11 september 1916 is ook al de spoorlijn ('light railway') te zien die langs de zuidelijke rand van dit bosje passeerde richting het kanaal Ieper-IJzer en de frontlijn. De schietopening aan zuidelijke zijde van de constructie doet vermoeden dat deze post is opgetrokken ter bescherming van dit spoor. Mogelijk is de constructie in februari 1916 opgetrokken door het '1st Siege Company, Royal Monmouthshire Royal Engineers', die toegevoegd was aan het XIV legerkorps. Deze eenheid trok in deze omgeving vanaf de herfst van 1915 tot de zomer van 1916 heel wat betonnen observatie- en mitrailleurposten op. Voor februari 1916 maakt het dagboek van deze eenheid gewag van de bouw van betonnen mitrailleurposten in deze omgeving.
Kleine betonnen militaire constructie, bestaande uit drie rechtopstaande muren met een (resterende) hoogte van ongeveer 92 centimeter. De westelijke zijde is open. De betonnen brokstukken binnenin de constructie vormden vermoedelijk het (nu ingestorte) dak. De noordelijke muur is ongeveer 40 centimeter breed, de oostelijke en zuidelijke muur ongeveer 65 à 70 centimeter.
Het beton is versterkt met rechtopstaande, hoekige ijzers en samengesteld met grove keien. Aan de binnenzijde is het beton gegoten tegen een houten bekisting, aan de buitenzijde zijn hiervoor gevulde jutezakken gebruikt. De indrukken en textuur van deze zakjes zijn in het beton goed te zien. Er steken een aantal versteende zakjes in de muren. Op de noordelijke muur zijn indrukken van gegolfd plaatijzer te zien.
In de zuidelijke muur steekt een schietgat, dat van binnen (ongeveer 57 centimeter) naar buiten (ongeveer 142 centimeter) toe verbreedt en 27 centimeter hoog is.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)