Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer Bleeckx, naar een ontwerp door de architect Ernest Pelgrims uit 1898. De bouwheer woonde in het aanpalende pand (nummer 15, volledig verbouwd), een burgerhuis ontworpen door de architect Emile Wauters in 1882. Pelgrims had in 1895 naast het hotel Bleeckx zijn eigen woning opgetrokken (nummer 17, geveldecor verwijderd). Het burgerhuis dat hij vervolgens voor zijn buurman Bleeckx zou ontwerpen, vertoonde overigens een sterke overeenkomst met de architectenwoning. In 1897 had de architect nog een tweede burgerhuis ontworpen in de Rembrandstraat 6, het opmerkelijke hotel Schmoele in eclectische stijl (verbouwd). In 1899 volgde nog een kantoorgebouw voor de diamantair Jos. Heydt (nummer 24, gesloopt).

Het burgerhuis Bleeckx behoort tot het vroege oeuvre van Ernest Pelgims, die actief was vanaf omstreeks 1890, tot zijn overlijden in 1927. Zijn residentiële architectuur, aanvankelijk in neo-Vlaamserenaissance-stijl of het conventionele neoclassicisme, evolueerde tijdens de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog naar een vrij pompeuze beaux-artsstijl. Tot zijn belangrijkste realisaties uit deze periode behoren het hotel Vanden Bussche aan de Arthur Goemaerelei. In zijn landhuizen paste hij op hetzelfde moment de cottagestijl toe, waarvan het imposante kasteel Nottebohm te Brecht als een representatief voorbeeld geldt. Uit het vroege interbellum dateert het monumentale gevelfront van het warenhuis Grand Bazar aan de Groenplaats, dat Pelgrims samen met Edouard Van Opstal ontwierp.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door kordonvormende lekdrempels en balustraden, pui- en waterlijsten, en symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon op consoles, een stafwerkfries met rozetten en drop, en een gebogen fronton. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting. Klassiek hoofdgestel met architraaf, panelenfries, houten kroonlijst en tandlijst op klossen. Waar het oorspronkelijke houten vensterschrijnwerk behouden bleef, is de inkomdeur sinds kort vernieuwd; gietijzeren voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.