Restanten van een betonnen constructie langs de Kapellendries, ten zuiden van de Scheldeweg, op de Lembergse Kouter, tegen de grens met Lemberge (Merelbeke).
Historische beschrijving
Gent ontwikkelde zich in de loop van de oorlog tot een geschikte uitvalsbasis voor verkenningsvliegtuigen die luchtfoto’s maakten van het vijandelijke gebied. Later in de oorlog vertrokken vanuit deze regio ook bombardementsvliegtuigen richting Groot-Brittannië. Hiertoe werd het bestaande vliegveld van Sint-Denijs-Westrem uitgebreid. Daarnaast werden er vier bijkomende vliegvelden aangelegd, met name in Mariakerke, Oostakker, Gontrode en Scheldewindeke.
In Sint-Denijs-Westrem werden vliegtuigen voor andere vliegafdelingen geassembleerd, werd personeel opgeleid enzovoort. Er werden grote loodsen gebouwd, onder meer voor het herbergen van zeppelins, die er uiteindelijk nooit zouden gestationeerd worden. Deze loodsen werden echter al gauw door de geallieerden opgemerkt en gebombardeerd. Omwille van het constante gevaar voor geallieerde aanvallen, weken de zeppelins uit naar Gontrode.
In de loop van 1917 werden de vliegvelden van Sint-Denijs-Westrem, Mariakerke, Oostakker en Gontrode overgenomen door het 'Kampfgeschwader der Obersten Heeresleitung 3', ook wel het 'England Geschwader' genoemd, dat met bombardementsvliegtuigen van het type Gotha IV Groot-Brittannië onder vuur wilde nemen. Begin september 1917 werden de Gotha’s aangevuld met zogenaamde 'Riesenflugzeuge' van het type 'Staaken IV', grote vijfmotorige bombardementsvliegtuigen met een bemanning van acht personen. Voor dit type vliegtuigen legde men nog een bijkomend vliegveld aan in Scheldewindeke. Eind oktober 1918, toen de geallieerden Gent naderden, ontmantelden de Duitsers hun vliegvelden en infrastructuur.
Een compagnie van het Duitse tweede regiment 'Eisenbahn' startte met de aanleg van het vliegveld in Gontrode in november 1914. Opgeëiste burgers en Russische krijgsgevangenen werden bij de uitbouw van het vliegveld ingezet. Op en rond het vliegveld werd in de loop van de oorlogsjaren veel infrastructuur opgericht, waaronder barakken, een loods van ongeveer 180 meter lang en 65 meter breed voor een zeppelin, later ook gebruikt als onderkomen voor vliegtuigen, een kleinere loods voor een observatieballon, sporen voor de aanvoer van materiaal en munitie, een munitiedepot, verharde landingsbanen met bodemlampen, luchtafweergeschut, enzovoort.
Ook de drie bewaarde betonnen constructies maakten deel uit van de infrastructuur. Deze constructie is te situeren ten noorden van de grote zeppelinloods. Hier was een barakkenkamp ingericht en waren onder meer schuilplaatsen met loopgraven ingericht, aldus een grondplan uit 1917. Deze 'Unterstände' lagen vermoedelijk westelijker dan onderhavige constructie. Hoe de oorspronkelijke constructie er uitzag en wat de functie was, is niet gekend.
Het vliegveld werd meermaals door Franse en Britse vliegtuigen gebombardeerd, waardoor een deel van de vliegtuigen en diensten werden overgebracht naar Scheldewindeke. In oktober 1918 werd het vliegveld ontruimd. De infrastructuur werd voor een groot deel gesloopt in de jaren 1920. In mei 1940 werd het voormalige vliegveld van Gontrode nog één keer gebruikt, als landingsbaan voor een groep Messerschmits.
- ANTHEUNIS G. & LALEMAN M.C. 2007: Materiële oorlogsbronnen in Gent in: CHARLES L. (red.), Buskruit en Sauerkraut. Oorlogsbronnen in De Zwarte Doos (20ste eeuw), Gent, 103-166.