De Coupure wordt afgeboord door bomenrijen van lindes en platanen. De Sint-Agnetabrug en de sluiskom vormen het zuidoostelijke uiteinde van de Coupure waar het kanaal aansluit bij de Leie. Het brugwachtershuisje, ingeplant ten oosten van de brug sluit aan bij een klein parkje.
Historiek
De Coupure is het verbindingskanaal tussen de middeleeuwse binnenhaven (Leie) en de Brugse Vaart (1624) en werd gegraven in 1751-1753. Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw vormde de Coupure een vrij bekende aantrekkingspool omwille van haar landelijk karakter. Aan beide zijden van het kanaal strekten zich groente- en bloemenkwekerijen uit naast een aantal molens. Verscheidene voorname lusthoven en drankhuizen werden voor de talrijke wandelaars langsheen de Coupure opgericht (allen verdwenen). In 1871 werden aan beide zijden van het water wandelpaden aangelegd.
Bij het graven van de Coupure werden vier houten bruggen voorzien om de verbinding met de wijk Ekkergem te verzekeren, namelijk van noord naar zuid de Contributiebrug, Rasphuisbrug, Rozemarijnbrug en de Sint-Agnetabrug. De Hospitaalbrug werd later toegevoegd aan het Noordeinde van de Sint-Agnetasluiskom.
Vanaf het begin van de 19de eeuw werden heel wat herenhuizen langsheen de Coupure opgetrokken voor de hoge burgerij. Op relatief korte tijd ontstonden naast de reeds bestaande complexen typische gevelwanden samengesteld uit 19de-eeuwse heren- en burgerhuizen. De Coupure verloor op die manier haar landelijk karakter maar verkreeg een grote faam als één van de mooiste promenades van de stad.
Houtig erfgoed
De bomenrijen bevinden zich zowel aan de rechterzijde als aan de linkerzijde van de Coupure, een kunstmatige waterloop in het centrum van de stad Gent. Deze beplanting gaat terug op eind 18de-eeuwse aanplantingen (circa 1785), niet zo lang na het graven van het kanaal. Men is begonnen met het planten van bomen langs pleinen en waterlopen om promenades te creëren. Lindes en platanen werden aangeplant in een dubbele rij. Die lijnden twee paden af, één voor voetgangers en één voor paarden. Anno 1794 wordt gesproken van "...stadsbomen staende zoo op de vesten als in de wandelingen door een woedende volk zijn afgekapt, maar er 14 zijn blijven staan in het begin van de wandelinge der coupure, voor den eygendom van den ondergetekenden...". De uitgegroeide bomen wakkerden ergernis op bij aangelanden (bladval, schaduw). Uiteindelijk zou na het midden van de 19de eeuw de buitenste bomenrij op beide oevers van de Coupure volledig worden gekapt. De sluiskom wordt afgeboord door de rijen lindebomen die ook het verdere kanaal aflijnen.
Bouwkundig erfgoed
De bebouwing langs de Coupure bestaat voornamelijk uit burger- en herenhuizen, vroeger vaak voorzien van grote tuinen. Zeer kenmerkend zijn de witbepleisterde lijstgevels met empire inslag uit de jaren 1840 en een aantal neoclassicistische herenhuizen uit de jaren 1860. Ook zijn er enkele grote complexen opgetrokken langsheen de Coupure zoals het Blindenhuis Van Caeneghemgesticht, het Ziekenhuis Toevlucht van Maria en het universiteitsgebouw voor de faculteit Landbouwwetenschappen. Aan de overkant van de Coupure, zogenaamd Coupure Rechts, bevindt zich het complex van de voormalige Veeartsenijschool.
Sint-Agnetabrug
De Sint-Agnetabrug aan het einde van de Coupure vormde oorspronkelijk de afsluiting van de Sint-Agnetasluiskom of bassin die de aansluiting vormde van de Coupure met de Leie. Bij de aanbesteding in 1751 werd de uitbouw van de handelskom en de sluis uitbesteed aan aannemer Van Damme onder leiding van hoofdingenieur kolonel Spallaert. Deze sluis was een navigatiesas bedoeld om het waterpeil te regelen en bestond uit twee sluizen doch was van bij het begin weinig efficiënt. In 1826 besliste men de schutdeuren van de Sint-Agnetasluis, die toch altijd open bleven staan, te verkopen. De 18de-eeuwse sluiskom bleef tot op heden bewaard. De muren zijn tot het maaiveld volledig opgetrokken uit Doornikse kalksteen, afgedekt met hardstenen dekplaten, erboven staat een ijzeren borstwering met gietijzeren balusters en buisleuningen tussen leeuwenkopjes. Op een lithografie van circa 1830 is een kleine houten draaibrug te zien die volgens literatuur in 1880 vervangen werd door een grotere ijzeren draaibrug. Deze brug werd samen met 33 andere bruggen in Gent bij het begin van de Tweede Wereldoorlog in 1940 vernietigd. In 1950-1951 werd ze vervangen door de huidige ijzeren ophaalbrug geleverd door de Ateliers de Construction de Courcelles-Nord Henri-Pélerin, een belangrijk ijzerconstructieatelier in Henegouwen. Sinds de openstelling van de Ringvaart eind 1969 wordt de Sint-Agnetabrug niet meer bediend en zijn de slagbomen verdwenen.
De huidige Sint-Agnetabrug is een ijzeren ophaalbrug geplaatst op de oude bruggenhoofden van de vroegere Sint-Agnetabrug verstevigd met een betonnen fundering en is groen geschilderd. De brug is volgens bewaarde plannen van 1950-1951 gebouwd door de Ateliers de Construction de Courcelles-Nord, Henri-Pélerin.
Het val met het rijdek in hout en begrensd door ijzeren buisleuningen is opgehangen aan de bovenbouw. Deze bestaat uit een stalen hameipoort van geklonken liggers. Vooraan zijn twee hangstangen aan het val gevestigd en bovenaan vastgemaakt aan de balans met daaraan een contragewicht, een kist gevuld met ballast. De hameistijlen zijn onderaan verstevigd met asymmetrische schuin lopende steunstukken. De poort is bovenaan voorzien van twee opengewerkte verstijvers. De balans bestaat uit profielbalken die door middel van dwarsverbanden verbonden zijn. De brug bewaart nog het handbedieningmechanisme, de vergrendeling en hendels voor de ontkoppeling aan beide zijden van het rijdek. De slagbomen voor en na de brug zijn verdwenen. Enkel de ijzeren steunen zijn nog aanwezig.
Borstwering
De oudste nog 19de-eeuwse borstweringen hebben twee verschillende soorten gietijzeren balusters: zuiltjes op achtzijdige geprofileerde sokkel, met gecanneleerde schacht, bekronend bolornament en buisleuningen tussen leeuwenkopjes. Deze borstwering bevindt zich aan de zuidzijde van de brug en sluit rechts aan bij de Verlorenkostbrug over de Leie, links stopt de leuning bij het begin van het parkje. Aan de noordkant van de Sint-Agnetabrug bestaat de borstwering uit gietijzeren balusters met achtzijdige sokkel met bloemornament, een bolornament met letter G (Gent) in een cirkel en dubbele leeuwenkopjes bovenaan. Aan de achterzijde is op sommige balusters nog een jaartal te zien, bijvoorbeeld "1858, 1867 of 1857". Gelijkaardige balusters komen nog voor in Gent, onder meer aan de Predikherenlei waar ze onder meer de jaartallen "1846, 1847 of 1857" dragen.
De leuning loopt tot ongeveer halfweg de sluiskom. Tot de Hospitaalbrug is een recentere ijzeren leuning geplaatst met vierkante pijlers. Alle borstweringen zijn groengeschilderd.
Sint-Agnetasluiskom
In de Sint-Agnetasluiskom is nu de Minerva Haven met plezierbootjes gelokaliseerd. De sluiskom of bassin is van het type buiksas, zo genoemd naar de halfronde uitsparingen in de wanden of kolkmuren, uitgevoerd in Doornikse kalksteen. Het bassin is van de straat afgesloten door groengeschilderde ijzeren leuningen die nog deels uit de 19de eeuw dateren.
Brugwachtershuisje
Het brugwachtershuisje op de hoek met de Lindenlei, gebouwd door de Belgische staat in 1908 als 'bureel der vaartrechten' ter vervanging van het vroegere houten huisje, is nog het enige bewaarde brugwachtershuisje aan de Coupure.
Het brugwachtershuisje is ingeplant aan het einde van de Lindenlei, op de hoek gevormd door de Leie en de Sint-Agnetasluiskom. Het is een gebouwtje op vierkante plattegrond met één bouwlaag afgewerkt met een overstekende houten kroonlijst en zinken tentdak. Het is opgetrokken in een verzorgde kleurrijke baksteenarchitectuur uit gele baksteen met verwerking van oranjerode baksteen voor speklagen en booglijsten. De hoge omlopende sokkel van breuksteen is onder- en bovenaan afgewerkt met een geprofileerde en afgeschuinde plintsteen. Hardstenen lekdrempels en een geprofileerde hardstenen kordonlijst ter hoogte van de bovendrempels markeren de gevels. De zijgevels links en rechts zijn voorzien van een centrale korfboogdeur geflankeerd door rondboogvenstertjes onder booglijsten en voorzien van een hardstenen sluitsteen. Een ijzeren voetschraper is rechts van de deur in de plint ingewerkt. De voor- en achtergevel zijn voorzien van gelijkaardige gekoppelde vensters. Het houten witgeschilderd schrijnwerk en de ijzeren tralies zijn nog authentiek bewaard.
Het brugwachtershuisje werd gebruikt tot 1969 bij de in gebruik name van de Ringvaart. De binnenscheepvaart werd toen omgeleid en de ophaalbrug buiten gebruik gesteld is. Het gebouw doet thans dienst voor de 'Passanten haven'.
Meerpalen
Langs de Coupure Links en Rechts staan nog verschillende meerpalen, tussen of juist achter de ligusterhaag; Het meest voorkomende type is een cilindervormige gietijzeren meerpaal met gietijzeren muts, waarop het Gentse wapenschild met gekroonde klimmende leeuw, tussen datum 18-63 aan Coupure Links (ter hoogte van het huis nummer 183), of 18-57 tegenover nummer 637, tegenover nummer 651, tegenover nummer 667 en tegenover nummer 679.
Aan Coupure Rechts staan vijf 18-57 gedateerde meerpalen, één tegenover de Iepenstraat, één tegenover nummer 62, twee tegenover het KTA en één tegenover nummer 802.
Langs de Leiekaai aan de huidige Passanten haven staan nog vier oude gietijzeren meerpalen van hetzelfde type, drie zijn gedateerd 18-57 en één 18-84.
Zeventien gelijkaardige meerpalen bevinden zich ook aan de Leie-oever aan de Albert Bartsoenkaai tussen de rij platanen. Eén meerpaal is gedateerd 18-52, vier meerpalen zijn gedateerd 18-62, één is gedateerd 18-69, vier zijn gedateerd 18-83, één is gedateerd 18-84 en zes zijn niet gedateerd.
Omgeving
Ten noorden van de Coupure zijn verschillende straten gelegen met een gebogen en smal tracé, voorzien van bebouwing van rond 1900. De Lieven de Winnestraat werd aangelegd in 1905 en wordt voornamelijk gekenmerkt door rijhuizen in neoclassicistische stijl en enkel art-nouveaupanden. Zowel in Krommenelleboog als in Twaalfkameren bevinden er zich nog beluiken. Ook aan de andere kant van de Coupure, zogenaamd Coupure Links, bevinden er zich aan de Bijlokevest een plein- en drie steegbeluiken. Aan het zuidoostelijke uiteinde van de Coupure bevindt zich de Albert Baertsoenkaai, met in het verlengde de Bijlokekaai. De straat, aangelegd langsheen de Leie, wordt afgeboord door platanen.
- Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000655, Coupure en omgeving (BOGAERT C., 1981).
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/105.1, Coupure en Leie (VANMAELE N., 2013).