Teksten van Omgeving bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301349

Omgeving bedevaartsoord ()

Bedevaartsoord van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes aangelegd in 1874 in opdracht van markgravin de Courtebourne op wier domein het bedevaartsoord ontstaan was en bereikbaar via de Onze-Lieve-Vrouwdreef. Directe aanleiding tot het ontstaan van het bedevaartsoord was namelijk de bouw van een modisch aquarium in de vorm van een rots (herinnerend aan een kluizenaar uit de familie van de markgravin) in de tuin van het kasteel van markgravin de Courtebourne in 1870-71 naar ontwerp van architect E. Van Hoecke-Peeters. Op aanvraag van de toenmalige pastoor Moreels werd in de rots een Mariabeeld geplaatst. Na de plechtige wijding van het beeld in de grot op 29 juni 1873 werd het park van kasteel Slotendries geleidelijk opengesteld voor Maria-vereerders. Na de miraculeuze genezing van Pieter De Rudder op 7 april 1875 verkreeg de plaats grote vermaardheid als het zogenaamd bedevaartsoord van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes-Oostakker. Markgravin de Courtebourne stelde gronden langs de bedevaartsweg ter beschikking voor de bouw en kwam ook gedeeltelijk tussen in de bouwkosten van een kerk, klooster, winkel, hotel en verscheidene scholen. Naar verluidt zou architect J. Bethune bij de bouw van dit alles betrokken geweest zijn.

Het bedevaartsoord kent een typisch radiaal geplande aanleg van dreven en halfcirkelvormige ommegang met ten zuiden de neogotische basiliek (1875-77), ontworpen door Van Hoecke-Peeters.

Bakstenen kapel met zadeldak (pannen), in de hoek gemaakt door de toegangsdreef, met levensgrote calvarie achter getraliede rondboogpoort. Halfcirkelvormige ommegang achter de grot (voorbij de basiliek). Aan de buitenzijde omvat de ommegang zeven gemetste open bakstenen kapellen met een grotomlijsting en onder veelal overgroeid zadeldak (leien) ieder met een gepolychromeerde beeldengroep, uitbeeldend de Zeven Smarten van Maria en volgens kadastergegevens daterend van 1883-84. Aan de binnenzijde een gepolychromeerde houten kruisweg met vijftien Rozenkranskapelletjes daterend van 1913.

Het domein bestaat uit diverse 19de-eeuwse gebouwen in neogotische of -traditionele stijl. Naast het bedevaartsoord bevindt zich het classicistisch kasteel Slotendries gelegen in een rechthoekig omwald park dat reeds in de vroege middeleeuwen bekend was. In het domein liggen eveneens een hovenierswoning, portierswoning, merkwaardige duiventoren en oranjerie, alle uit de 19de eeuw. Ook de neogotische complexen, het Instituut van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, het Hotel de Lourdes en de Residentie Sint-Victor, liggen binnen het domein.

  • Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000790, bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes (VAN DEN BOSSCHE H. 1987).
  • BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1983: Inventaris van het cultuurbezit in BelgiĆ«, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4ND, Brussel - Gent.

Auteurs:  Verbeeck, Mieke; Van den Bossche, Hedwig
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. & Van den Bossche H. 2015: Omgeving bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes [online], https://id.erfgoed.net/teksten/179225 (geraadpleegd op ).


Bedevaartsoord ()

Directe aanleiding tot het ontstaan van het bedevaartsoord was de bouw van een modisch aquarium in de vorm van een rots (herinnerend aan een kluizenaar uit de familie van de markgravin) in de tuin van het kasteel van markgravin de Courtebourne in 1870-71 naar ontwerp van architect E. Van Hoecke-Peeters. Op aanvraag van de toenmalige pastoor Moreels werd in de rots een Mariabeeld geplaatst. Na de plechtige wijding van het beeld in de grot op 29 juni 1873 werd het park van kasteel Slotendries geleidelijk opengesteld voor Maria-vereerders. Na de miraculeuze genezing van Pieter De Rudder op 7 april 1875 verkreeg de plaats grote vermaardheid als het zogenaamd bedevaartsoord van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes-Oostakker. Markgravin de Courtebourne stelde gronden langs de bedevaartsweg ter beschikking voor de bouw en kwam ook gedeeltelijk tussen in de bouwkosten van een kerk, klooster, winkel, hotel en verscheidene scholen. Naar verluidt zou architect J. Bethune bij de bouw van dit alles betrokken geweest zijn. Bakstenen kapel met zadeldak (pannen), in de hoek gemaakt door de toegangsdreef, met levensgrote calvarie achter getraliede rondboogpoort. Halfcirkelvormige ommegang achter de grot (voorbij de basiliek). Aan de buitenzijde omvat de ommegang zeven gemetste open bakstenen kapellen met een grotomlijsting en onder veelal overgroeid zadeldak (leien) ieder met een gepolychromeerde beeldengroep, uitbeeldend de Zeven Smarten van Maria en volgens kadastergegevens daterend van 1883-84. Aan de binnenzijde een gepolychromeerde houten kruisweg met vijftien Rozenkranskapelletjes daterend van 1913.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, mutatieschetsen Gent, afdeling XVII (Oostakker), 1884/25.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs:  Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. 1983: Omgeving bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187662 (geraadpleegd op ).