Burgerhuis in art-nouveaustijl volgens de bouwaanvraag uit 1909 opgetrokken in opdracht van Tobias Van den Bergh. Uit het bouwdossier vallen ontwerper nog aannemer af te leiden. De woning maakte oorspronkelijk deel uit van een symmetrisch geheel van drie panden, waarvan de twee linker (voorheen Helenalei 8-10) werden gesloopt voor nieuwbouw tussen 1974 en 1984.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde. Oorspronkelijk maakte de opstand deel uit van een uniform behandeld, symmetrisch gevelfront volgens spiegelbeeldschema. De gevelcompositie werd bepaald door een hoger opgetrokken middenrisaliet, dat het middenpand en de inkomtraveeën van de zijpanden besloeg. Daarin onderscheidde het middenpand zich door rond- en steekboogtweelichten in de middenas, met een driehoekig fronton als bekroning. De zijpanden maakten met een soort klauwstuk de overgang naar de lagere zijtraveeën, afgewerkt met een kroonlijst. Dit verklaart het ongewild asymmetrische karakter van het enige resterende pand.
Voor het gevelparement is gebruik gemaakt van witte Silezische brikken in kruisverband, met door donkere baksteen geaccentueerde ontlastingsbogen, gebruik van witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, lekdrempels met spuwer, hoekblokken, lateien, sluitstenen, de erker en het balkon, en blauwe hardsteen voor de plint. Een driezijdige erker met pilasters, bekroond door een balkon met postamenten en smeedijzeren borstwering, markeert de begane grond van de brede zijtravee; het sgraffito- of mozaïekpaneel op de borstwering van de tweede verdieping is verwijderd. De hoger opgetrokken inkomtravee is afgewerkt met een booglijst en een hoekpostament. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen op de eerste twee bouwlagen, korf- en steekboogvensters hogerop. Het schrijnwerk van de inkomdeur en de vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren deurluifel en het voortuinhek.
De plattegrond, oorspronkelijk identiek in spiegelbeeld voor de drie panden, beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de gebruikelijke suite van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, geflankeerd door de keuken in de achterbouw. De eerste verdieping omvat twee slaapkamers, een achterkamer en de badkamer, de tweede verdieping eveneens twee slaapkamers, het dakniveau twee mansardes en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1909#1076.