Burgerhuis in eclectische stijl met neorenaissance-inslag, gebouwd in opdracht van de heer L. Slagmeulders, naar een ontwerp door de architect Edmond Van Waeterschoodt uit 1913.

De woning Slagmeulders behoort tot de laatste realisaties van Edmond Van Waeterschoodt, die actief was vanaf omstreeks 1880 tot de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog. Naast het conventionele neoclassicisme legde hij zich tijdens de jaren 1890 vooral toe op de neo-Vlaamserenaissance, met als belangrijkste projecten het herenhuis "Brabo" aan de Cogels-Osylei en het pittoreske hoekcomplex van de Transvaalstraat met het Tramplein, beide gelegen in de wijk Zurenborg. Het type neorenaissancegevel van de woning Slagmeulders, had Van Waeterschoodt al in 1899 toegepast voor de woning De Jans in de Schulstraat, en in 1905 voor twee van de woningen Cupérus in de Lange Leemstraat.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Axiaal-symmetrisch van opzet en geleed door kordonvormende lekdrempels, pui- en waterlijsten, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet. Dit laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een rondboogvenster gevat in een waterlijst met sluitsteen en imposten, flankerende pilasters, een entablement met metopen-trigliefenfries, en een balkon met acanthusconsoles en doorgetrokken balustrade. Ionische pilasters en een fijn gesculpteerde palmetfries accentueren de tweede verdieping. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de geboste begane grond en op de eerste verdieping met entablement. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door een zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht en serre, geflankeerd door de keuken en wc in de achterbouw. Op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers, met een ‘cabinet de toilette’ en een badkamer in de achterbouw, op de tweede verdieping twee slaapkamers en een zijkamertje.