Op de oostelijke muur van het noordelijke pseudo-transept bevinden zich meerdere en zeer verscheiden muurschilderingen.
Bovenaan is een Laatste Oordeel (280 x 300 cm) te zien. Het tafereel is gedeeltelijk blootgelegd; twee fragmenten -een engel die op een bazuin blaast en verdoemden in de hellemuil- ondergingen een restauratieproef. De opbouw van de voorstelling gaat terug op de middeleeuwse compositie van het Laatste Oordeel, doch is renaissancistisch van stijl. Zij is geschilderd in olieverf. In de onderste zone is links de Heilige Sebastiaan voorgesteld als een jonge man, gekleed in een harnas met daarboven een rode mantel. Pijl en boog waren zijn martelwerktuigen en werden daarom zijn vaste attributen. Sebastiaan was een Romeins legerhoofdman onder keizer Diocletianus. Omwille van zijn christelijk geloof werd hij met pijlen doorzeefd, doch overleefde deze pijnlijke steken. Volgens de gelovigen wist hij daarom ook de pestaanvallen te immuniseren, en dus werd hij hiervoor veelvuldig aangeroepen.
Beneden rechts is vermoedelijk -evenwel zwaar beschadigd- een tweede populaire pestheilige voorgesteld, namelijk de Heilige Rochus van Montpellier met pelgrimsstaf. Volgens de legende werd Rochus circa 1350 geboren met een rood kruisje op de borst. Zijn naam is daarom afgeleid van het Latijnse rubeus, rood. Op de terugweg van een bedevaart naar Rome genas hij talrijke pestlijders door hen een kruisteken te geven. Zelf werd hij ook slachtoffer van de gevreesde ziekte, doch genas op wonderbare wijze.
De Heilige Sebastiaan en de Heilige Rochus (120 cm) zijn voorgesteld overeenkomstig de laat 15de-eeuwse beeldtraditie. De eerder tengere figuren zijn plastisch geschilderd. Zij kunnen gedateerd worden in het laatste kwart van de 15de eeuw.
Het decoratieve rankwerk dat de scheiboog versiert loopt door op het gewelf, zoals op de steekproeven zichtbaar is. Gescheiden door een witsellaag ligt deze schildering bovenop de beide heiligenfiguren. Deze florale motieven hebben een laatmiddeleeuws karakter (16de eeuw). De figuur van de Salvator Mundi met wereldbol is nog recenter.
Met uitzondering van het Laatste Oordeel dat in olieverf geschilderd is, zijn de overige voorstellingen uitgevoerd in tempera. De preparatielaag bestaat uit een zeer oneffen kalkmortel. De schilderingen werden in 1983 tijdens de voorbereidingswerken voor het schilderen van de kerk toevallig zichtbaar, bij het afsteken van loszittende verflagen. Hier dient vermeld dat dergelijke toevallige vondsten altijd nadelig zijn voor het kunstwerk.
Onderzoek, blootgelegd en integratieproef einde 1983 - begin 1984 door Walter Schudel voor het Restaurateurscollectief, in samenwerking met Marc Henricot.
- BERGMANS A. 1994: Huldenberg, Sint-Agathakerk te Sint-Agatha-Rode, in: BUYLE M. & BERGMANS A., Middeleeuwse muurschilderingen in Vlaanderen, M&L Cahier 2, Brussel, 140-141.
- BERGMANS A. 1998: Middeleeuwse muurschilderingen in de 19de eeuw. Studie en inventaris van middeleeuwse muurschilderingen in Belgische kerken, KADOC Artes 2, Leuven, 317. (met bibliografie, archivalische en iconografische bronnen)
- SCHUDEL W. 1984: Onuitgegeven verslag van de behandeling.