erfgoedobject

Tuinwijk Beverzak

bouwkundig element
ID
301509
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301509

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Tuinwijk Beverzak
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Tuinwijk gebouwd als een ensemble van 31 arbeiderswoningen door de Société coopérative d’habitations à bon marché de Zonhoven, die later fusioneerde met de sociale huisvestingsmaatschappij Kempisch Tehuis. De plannen waren ontworpen door architect A. Dumont en werden door de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken goedgekeurd in augustus 1923. De uitvoering van de werken werd eind dat jaar toegekend aan aannemer Théoph. Schraeyen (Beringen). Bij verkaveling van de omliggende gronden tot sociale woonwijk in 1978 werden twee woningen gesloopt.

Context en historiek

De wijk wordt lokaal benoemd als de ‘Cité Foraky’, verwijzend naar de onderneming die actief was bij het boren van de Limburgse mijnschachten en die de oprichter was van de bouwmaatschappij ‘Société coopérative d’habitations à bon marché de Zonhoven’, die door de Nationale Maatschappij aanvaard werd in 1923. Foraky had ook een groot constructieatelier gebouwd in Zonhoven. De link tussen deze woonwijk en de activiteiten van Foraky, werd bijkomend bevestigd in een bevolkingsstudie van de wijk. Hieruit bleek dat drie kwart van de eerste bewoners werkzaam was in de fabriek van Foraky of in de mijnbouw.

De tuinwijk is ingeplant ten zuidwesten van de Beringersteenweg. De gronden werden aangekocht in twee fases, namelijk in 1920 en 1923. Vanaf 1923 werden de gronden bebouwd met 31 woningen, die grotendeels per twee, vier of zes gegroepeerd werden. In 1978 werd gelijktijdig met de sloop van twee woningen, een aanpassing uitgevoerd van het straatprofiel en van de aanplantingen, in functie van de uitbreiding van de wijk met nieuwe sociale woningen door de S.V. Kempisch Tehuis. Ook de woningen van de Cité waren toen door een fusie eigendom geworden van deze huisvestingsmaatschappij. Volgens bouwplannen van 1993, ontworpen door architecten J.P. Decoutere en Paul Delbare, werden de woningen verbouwd in opdracht van Fr. Meus en J. Gerits als vertegenwoordigers van Kempisch Tehuis. In deze bouwfase kregen meerdere gevels een bekleding met tegelpannen en werden onder meer veranda’s toegevoegd.

Inplanting en architectuur

Binnen de tuinwijkgedachte vormt de inplanting van de woningen steeds een weloverwogen en bepalend aspect in functie van de esthetiek en het karakter van de straat en de volledige wijk. De ontwerpprincipes van deze wijk zijn duidelijk gespiegeld aan het Engelse gedachtegoed van Raymond Unwin (Town Planning and in practice, 1909), weliswaar losgekoppeld van de beoogde, sociale bewogenheid. In overeenstemming met Unwin zijn de hoekpanden van de tuinwijk met de Beringersteenweg geconcipieerd als uitnodigende toegangen tot de wijk, waarbij de per vier gekoppelde woningen diagonaal ingeplant zijn. Ook de andere woningen zijn weloverwogen op het vlak van compositie, namelijk door de woninggroepen te laten verspringen ten opzichte van de rooilijn en de straat te voorzien van een knik in functie van het perspectief. De groenaanleg past ook volledig binnen de tuinwijkgedachte, meer bepaald met hagen die de woningen onderling van elkaar scheiden, maar toch een open relatie behouden tussen de huizen en de straat. Het ontwerp van de aanleg hield bovendien rekening met een zekere rangorde, waarbij ook voetgangerspaden waren ontworpen, voorzien van gesloten perspectieven. De bewoningsdichtheid van het oorspronkelijke aanlegplan liet eveneens ruimte over voor de aanleg van speeltuinen. Laatste genoemde aspecten zijn deels verloren gegaan door de uitbreiding van de wijk.

Woningen werden volgens Unwin het best gegroepeerd in functie van een grotere en samenhangende open ruimte. Tuinwijk Beverzak omvat vier rijen van vier of zes aaneengeschakelde woningen langs de hoofdstraat (nummer 1-7, 4-10, 9-19 en 12-22) en thans vier tweewoonsten op de hoek en langs de splitsing van deze as met de Rozenstraat (nummers 21-23, 25-27, 24-26 en 32-34). De enige vrijstaande eengezinswoning (nummer 2) is gesitueerd aan de Beringersteenweg. De eigenheid van het geheel wordt bekomen door harmonie en stilistische homogeniteit, gecombineerd met een subtiele variatie.

Regionalistisch geïnspireerde tuinwijkwoningen van het enkelhuistype van één bouwlaag en overwegend drie traveeën onder uitkragende pannen zadeldaken. Opvallend symmetrisch karakter van de woningen, ontstaan vanuit de koppeling van het merendeel van de woningen volgens spiegelbeeldschema. De bakstenen woningen worden gemarkeerd door het gebruik van als puntgevels uitgewerkte dakkapellen en dakvensters, soms bekomen door een koppeling van de venstertravee van twee huizen onder een puntvormige gevelverhoging. De gevels worden geopend met kleine rechthoekige vensters, ingevuld met vernieuwd schrijnwerk met kleine roedeverdeling. De rondboogvormige deuropening wordt geaccentueerd door de dakoverstek, die als een luifel ondersteund wordt door houten korbelen.

De grondplannen waren in oorsprong relatief eenvormig en afgeleid van hetzelfde basistype. Volgens bouwplannen van de renovatiewerken in 1993 werden de relatief kleinschalige leefkamers aan de achterzijde uitgebreid met veranda’s. Ook de interne structuur van enkele ruimtes werd gewijzigd in functie van het inbrengen van een badkamer, wasplaats of bergruimte.

Evaluatie

Ondanks de aanpassing van het karakter van de wijk in functie van de uitbreiding van de sociale woonwijk, de beperkte omvang van de wijk en de recente aanpassingen van de huizen, vormt de wijk een representatief voorbeeld van de tuinwijkgedachte en bezit hierdoor een stedenbouwkundige en architecturale waarde. Het ensemble is historisch herkenbaar en bezit beeldbepalende erfgoedelementen, namelijk de circulatiepatronen (zin voor perspectief en voetgangerswegen), inplanting (variatie ten opzichte van de rooilijn en diagonaal ingeplante hoekhuizen), de voorziene groenaanleg, en de architecturale eenheid op het vlak van schaal, stijl en vorm (materialiteit en volumewerking), doch in combinatie met variatie in de volumes en hun details.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam ZONHOVEN_TUINWIJK_BEVERZAK_7064.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 706, Zonhoven, Tuinwijk Beverzak.
  • Zonhoven, archief dienst Ruimtelijke Ordening, bouwaanvragen, dossiernummer 041/1993.
  • KEUNEN P. 2010: Mijn cité. Met de mijncités naar de 21ste eeuw, Genk, 14.
  • S.N. 1923: Liste des plans approuvés par la S.N. au cours du mois d’août, L’Habitation à Bon Marché 9, 240.
  • S.N. 1923: Adjudications de travaux approuvées par la S.N. au cours du mois de Novembre, L’Habitation à Bon Marché 12, 335.
  • S.N. 1982: Volkswoningbouw. De Tuinwijkgedachte. Internationaal, Nationaal, Provincie Limburg, Hasselt, 515-517.

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijk Beverzak [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301509 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.