Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1896 gebouwd door de aannemer Adriaan Covens-Janssens, in opdracht van A. Ridders. Van aannemer Covens-Janssens werden een beperkt aantal bouwprojecten voor woningen teruggevonden uit de periode 1885-1900, ontworpen in de conventionele neoclassicistische stijl die ook de woning Ridders kenmerkt.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen. Axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet, belijnd met schijnvoegen en bekroond door een houten dakkapel met driehoekig fronton. Geleed door de puilijst en doorgetrokken lekdrempels, is de opstand verder opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst en tandlijst op consoles vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur, vensters en dakkapel is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper en de zinken oeils-de-boeuf.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1896#1085.