is deel van de aanduiding als vastgesteld landschapsatlasrelict Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek
Deze vaststelling is geldig sinds
In 1722 liet de vijfde Markies de Merode Westerlo de Beeltjensdreef en de ster in de Beeltjens aanplanten. Dat kostte hem meer dan 10.000 florijnen. De ster bestond in eerste instantie uit vier dreven. Vermoedelijk startte hij toen ook met de aanleg van de Beeltjensbossen, voorheen heidegrond. Dit werd mogelijk ingegeven door de uitvaardiging van een aantal ordonnanties met betrekking tot het in cultuur brengen van woeste gronden, in combinatie met de degeneratie van die gronden. Aanvankelijk werd er bebost met loofhout, maar uit de figuratieve kaart van Meulemans uit 1788 blijkt dat er ook toen al soms den werd uitgezaaid of geplant, zoals in het noordwesten van Beeltjens.
De ster en het bos werden vervolledigd of opnieuw aangeplant in 1784, zoals te zien is op de figuratieve kaart van A. Meulemans uit 1788. Op deze kaart is het huidige drevenpatroon met zeven dreven herkenbaar. Centraal in de ster stond een boom. In de 19de eeuw werd het bosareaal sterk uitgebreid in functie van de vraag naar mijnhout voor de steenkoolmijnen in Wallonië en brandhout voor de Kempense steenbakkerijen. In Beeltjens werd het loofhout stelselmatig omgezet naar naaldhout (mijnhout).
Het sterpatroon is tot op heden behouden, maar de dreefbomen zijn verdwenen. Centraal in de ster staat nu een gietijzeren wegwijzer.
Auteurs: Kinnaer, Anse
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)